15 april 2006


Geleidelijk minder seksuele opwinding?


Vennix vroeg zijn respondenten de redenen voor travestie twee keer te beoordelen. De eerste keer voor travestie in de beginperiode. De tweede keer voor travestie in de periode voorafgaand aan het invullen.

Door deze twee series antwoorden naast elkaar te leggen, kunnen we nagaan of de redenen in de beginperiode anders waren dan op het moment van invullen. Dit is tenminste de gedachtengang van Vennix (p. 70).

Aan deze vergelijking zit echter een groot probleem vast. Je vraagt de respondent zich te herinneren hoe het vroeger was. Dat is geen gemakkelijke taak. In dit geval al helemaal niet omdat respondenten daar ook niet op getraind zijn of daar speciaal op gelet hebben.

Laat ik eerst de uitkomsten van Vennix geven.
Eerst staat het itemgemiddelde voor de beginperiode,
daarna voor tijdens het invullen.
-------------------------------------------------
Seksuele Opwinding: 3.7 naar 3.5
Innerlijk Welbevinden: 3.1 naar 3.3
Anders Zijn: 3.4 naar 3.6
Gendertranspositie: 3.1 naar 3.4
Gebrekkige Mannelijke Identiteit: 2.1 naar 2.1
Sociale Contacten als Vrouw: 1.8 naar 2.3
-------------------------------------------------

We zien in de tabel kleine veranderingen. Alleen bij Sociale Contacten als vrouw is volgens de respondenten een duidelijke verandering opgetreden. Volgens de respondenten neemt de Seksuele Opwinding een weinig af. De schalen van Factor II - Prettig Anders als Vrouw gaan een weinig omhoog. Dit is dus wat de respondenten denken.

Om echt te weten wat de invloed van de tijd/ervaring is, zou een vergelijking van de respondenten op basis van korte ervaring met travestie versus lange ervaring hardere gegevens opleveren, maar deze ontbreekt. Vennix maakt hier wel een opmerking over (p. 71). 'Ondanks deze verschuivingen verschillen ervaren travestieten wat de betekenisgeving aan travestie betreft niet significant van 'debutanten'.

Kennelijk is het dus zo, dat de respondenten denken dat het vroeger allemaal een klein beetje anders lag, maar is dat dus niet zo, want beginnende travestieten scoren niet significant anders dan travestieten met meer ervaring.

Vennix ziet dat echter anders. 'Dit betekent dat debutanten nu in vergelijking met vroeger al minder vaak starten met een seksuele betekenisgeving aan travestie' (p. 71).

Maar niet alleen de schaal Seksuele Opwinding wijkt af. Ook de overige schalen laten verschilletjes zien. En het grootste verschil zit op 'Sociale Contacten als Vrouw'. Het lijkt moeilijk voorstelbaar dat beginnende travestieten nu op al deze schalen op eens precies zo scoren als meer ervaren travestieten, tenzij er in werkelijkheid helemaal geen verschillen zijn tussen beginners en meer ervaren travestieten. Ik hou het dus op het laatste. Kennelijk zijn er geen significante verschillen tussen beginners en meer ervaren travestieten qua belang dat men aan de redenen voor travestie toekent. De respondenten denken dat het vroeger allemaal een klein beetje anders was, maar voor die veronderstelling is weinig grond.

Is deze conclusie van belang? Ik denk van wel. Travestieten, Vennix en ook ik zelf, zijn snel geneigd aan te nemen dat er een soort ontwikkeling plaats vindt in de travestie. Mogelijk is dat ook wel zo, maar blijven de hier afgevraagde redenen even belangrijk.

0 reacties

Een reactie posten