12 april 2006


Mannelijke travestie is opwindend omdat het cultureel niet geaccepteerd is


Nadat Vennix ietwat ten onrechte de motivaties voor travestie terug heeft gebracht tot mannelijke en vrouwelijke travestie, volgt in 4.4, 4.5 en 4.6 (p.62-69) een stuk over de achtergronden van mannelijke en vrouwelijke travestie. Een probleem met dit stuk is dat het in feite niet gebaseerd is op kwantitatief onderzoek. Wel worden passages uit de interviewsessies gebruikt.

Mannelijke travestie ziet Vennix als travestie vanuit seksuele opwinding waarbij de travestiet zichzelf als man ziet. In mijn terminologie: de groep Opgewonden Mannen. (In werkelijkheid is de zaak dus minder simpel omdat er ook nog een groep Rustige Mannen is. Seksuele Opwinding is immers niet echt gecorreleerd met Factor II, dit in tegenstelling met wat je zou verwachten. Overigens is Factor II ook ruimer dan alleen Gendertranspositie.)

Het verklaringsmodel voor deze 'mannelijke' vorm van travestie is dan eenvoudig en als volgt.
1. Mannen vinden vrouwen opwindend.
2. Vrouwenkleding wordt geassocieerd met vrouwen en is dus ook opwindend.
3. Door het aantrekken van die vrouwenkleding maak de man zichzelf opwindend.

De eerste veronderstelling heeft een evolutionair-biologische achtergrond en mag als plausibel worden verondersteld. De tweede veronderstelling gaat uit van de normale bekende psychologische associatiemechanismen. Ook gewone mannen blijken vrouwenkleding (denk b.v. aan lingerie, nylons, etc.) vaak opwindend te vinden. Voor het tot stand komen van deze koppeling is het wel essentieel dat vrouwenkleding inderdaad cultureel beperkt is tot vrouwen. Anders zou immers de signaalwaarde van de kleding snel verloren gaan. De derde veronderstelling lijkt niet zo'n grote stap en wordt inderdaad door een belangrijke groep respondenten bevestigd via de schaal Seksuele Opwinding.

De vraag is dan niet zo zeer waarom travestieten dat doen, maar waarom gewone mannen dat niet doen. Vennix stelt deze vraag wel (p. 62), maar beantwoordt hem niet.

Het antwoord moet naar mijn idee zijn dat onze cultuur sancties had en heeft staan op dergelijk gedrag. Mannen die zich aangetrokken voelen tot vrouwenkleding kloppen niet, zijn geen echte mannen, maken zichzelf belachelijk, etc.

Dit is een essentieel punt. Je kunt (opgewonden mannelijke) travestie niet goed begrijpen wanneer je dit aspect weglaat. Zo zeggen travestieten wel dat voor de afschaffing van het Sinterklaasverbod (een man mocht niet in rok of jurk over straat) travestie nog echt opwindend was. Wanneer je als vrouw verkleed naar buiten ging, begaf je jezelf in groot gevaar en kon je in grote problemen terecht komen. Je deed iets dat cultureel zwaar verboden was en volledig verkeerd. Dat maakte de travestie in feite echt opwindend. Ook verliest vrouwenkleding haar signaalwerking op het moment dat deze kleding niet meer volledig gereserveerd blijft voor vrouwen. Iets dat alleen bereikt kan worden in de praktijk door een cultureel sanctiesysteem.

Om dezelfde reden heeft het ook geen zin om over travestie bij vrouwen te praten. Dat zou alleen kunnen in een cultuur waarin mannenkleding voor vrouwen strikt verboden zou zijn.

Op travestie.org melden zich in het forum soms vrouwen die aangeven mannenkleding en de mannenrol opwindend te vinden en daarover te fantaseren en soms zich geheel of gedeeltelijk te verkleden als man. Maar een vrouw die dat doet, wacht geen enkele sanctie, geen enkel probleem. Ze hoeft zich nergens druk over te maken; ze kan het ongestoord doen. Maar daarmee verdwijnt ook de opwinding. Want iets dat je probleemloos voortdurend kunt doen, verliest geleidelijk aan een groot deel van de opwinding.

Wil er dus sprake zijn van seksuele opwinding, dan zou ik verwachten dat de man het idee moet hebben dat hij iets verbodens doet, iets dat eigenlijk niet mag. Een met-de-gordijnen-dicht travestiet zou hier aan moeten voldoen, lijkt mij.

Vennix redeneert dat de seksuele opwinding gekoppeld is aan het anders zijn. Maar naar mijn idee is het probleem hier niet om seksuele opwinding in het algemeen te verklaren. Het probleem is te verklaren waarom gewone mannen geen vrouwenkleren aantrekken terwijl travestieten dat wel doen. Het idee van maatschappelijke sancties op dat gedrag verklaart enerzijds het gedrag van gewone mannen, anderzijds maakt het duidelijk waarom vrouwenkleren sterk geassocieerd worden met vrouwen en daarom als opwindend ervaren worden (ook door gewone mannen, b.v. lingerie, nylons, hoge hakken, etc.). Verder maakt het duidelijk waarom travestie als het ware dubbel opwindend kan zijn. En het verklaart waarom er bij vrouwen in feite geen travestie kan voorkomen.

Vennix stelt zich in dit verband de vraag waarom vrouwen niet opgewonden raken van mannensokken (p. 64). Zijn antwoord:
'Mannenkleding staat meestal te dicht bij vrouwen om een seksuele betekenis te kunnen hebben. Vrouwen wassen, strijken en kopen de kleren van hun man. Bovendien, de kleren die mannen dragen kunnen vrouwen in principe ook dragen. Mannenkleding is voor vrouwen te weinig identiteitsoverschrijdend om een seksuele betekenis te kunnen hebben.'

In mijn optiek moet het antwoord op deze vraag 2 punten omvatten.
1. De vrouwelijke seksualiteit is anders dan de mannelijke.
2. Vrouwen hebben vrij toegang tot mannenkleding en het dragen daarvan. Er staat geen maatschappelijke sanctie op. Ik ben het op dit punt niet oneens met Vennis, maar een formulering onder verwijzing naar de sociale acceptatie lijkt me adequater.

Travestie kan dus merkwaardig genoeg alleen bestaan bij de gratie van een cultuur die het veroordeelt. Zodra die voorwaarde wegvalt, houdt het in feite op travestie te zijn.

0 reacties

Een reactie posten