27 april 2006


Opnieuw de waarom-vraag


Tenminste de helft van de door Vennix ondervraagde travestieten staat niet afwijzend tegenover vrij ver gaande lichamelijke ingrepen als baard-epilatie en borstvorming, hebben we in de vorige notitie gezien. Waarom staan zo veel respondenten hier positief tegenover?

Deze vraag lijkt sterk op de vraag naar de redenen voor het verkleden in vrouwenkleren. En ook bij deze vraag zullen we zien dat vooral de schalen van Factor II dit voorspellen terwijl de schaal van Factor I (Seksuele Opwinding) minder sterk voorspelt en juist het omgekeerde.

Op deze vraag zijn 2 in beginsel verschillende antwoorden mogelijk.

Het eerste antwoord is dat travestieten een vrouwelijk uiterlijk opwindender vinden, mooier vinden, hoger waarderen dan een mannelijk uiterlijk. Dit antwoord is in overeenstemming met het eerder besproken leermodel en vloeit daar ook uit voort: travestieten trekken vrouwenkleren aan om zichzelf opwindender (leuker, mooier, vrouwelijker) te maken en te vinden.

Het tweede antwoord is dat travestieten hun vrouwelijke identiteit willen uitdragen. Ze willen als vrouw overkomen bij het publiek. Dit antwoord wordt door Vennix gesuggereerd op blz. 106. De travestiet wil als vrouw overkomen en om dit doel te bereiken, worden lichamelijke aanpassingen gepleegd of overwogen.

Het verschil tussen beide antwoorden is dat het eerste antwoord gericht is op het zelf (men vindt zelf het nieuwe uiterlijk mooier, prettiger, leuker), het tweede is gericht op het beinvloeden van de sociale omgeving. Het nieuwe uiterlijk moet zorgen dat de omgeving de respondent aantrekkelijker vindt of eerder als vrouw ziet.

Het verschil tussen beide antwoorden lijkt misschien maar beperkt, maar dat is niet zo. Het tweede antwoord heeft heel andere implicaties dan het eerste.

Laten we eerst eens kijken naar de correlaties van de veranderwensen met enkele motivatie-schalen: Sociale Contacten als Vrouw, Gendertranspositie, Gebrekkige Mannelijke Identiteit, Seksuele Opwinding.

------------------------------------ SCV --- GT -- GMI --- SO ----
baardepilatie -------------------- .35 --- .55 --- .55 --- -.34
borstontwikkeling -------------- .25 --- .48 --- .47 -- -.22
geslachtsaanpassing ----------- .23 --- .48 --- .61 --- -.25
------------------------------------------------------------------------

De veranderwensen blijken vooral gecorreleerd met de schaal Gendertranspositie en Gebrekkige Mannelijke Identiteit (voor borstvorming bij voorbeeld .48 of 23% verklaarde variantie). De correlatie met de schaal Sociale Contacten als Vrouw is in verhouding veel lager en bedraagt .25 of 6% verklaarde variantie. Gendertranspositie verklaart dus bijna 4x zoveel variantie als Sociale Contacten als Vrouw. Het lijkt dus vooral de fascinatie met de vrouwenrol te zijn en de onvrede met de mannelijke rol, waardoor men borsten wenst. Het belang van sociale contacten als vrouw speelt dus veel minder sterk mee.

Factor I (Seksuele Opwinding) correleert licht negatief (-.22) met de wens naar borsten. Hoe meer opwinding, hoe minder borsten dus. Ook voor de overige veranderwensen vertonen de correlaties een soortgelijk beeld. Ook hier blijkt factor II dus weer belangrijker als voorspeller.

Kijken we in dit verband naar b.v. de correlaties van baard-epilatie met de motivatieschalen dan zien we een soortgelijk beeld. Ook hier blijkt de veranderwens veel sterker te correleren met Gendertransitie (.55 of 30% verklaarde variantie) dan met Sociale Contacten als Vrouw (.35 of 12% verklaarde variantie). Gendertransitie verklaart hier dus 2.5 keer meer variantie dan Sociale Contacten als Vrouw (SCV). (Eigenlijk is het verschil nog groter omdat Gendertranspositie en SCV onderling sterk correleren: .56 dus voor een deel hetzelfde meten.)

Ook hechten de respondenten in doorsnee weinig belang aan de items van de schaal SCV. Slechts 18% scoorde op deze schaal hoger dan 3.0 per item (hoger dan 'enigszins van belang'). Ook dit wijst erop dat de reden voor de veranderwensen in de eerste plaats ligt in de eigen waardering van het uiterlijk en niet primair tot doel heeft andere mensen te beinvloeden.

Afgaande op deze correlaties lijkt dus vooral het eerste antwoord juist te zijn. Dit eerste antwoord is ook simpel (Occams razor) in de zin dat er geen nieuw principe voor nodig is.

Strijdig met dit tweede antwoord is ook dat er travestieten (androgynen) zijn die wel een vrouwelijker uiterlijk willen, maar niet de wens hebben daadwerkelijk als vrouw over te komen of gezien te worden. Zij beschouwen zichzelf als 'biologisch man' maar vinden een vrouwelijk uiterlijk mooier, leuker, vreemder, uitdagender.

Op basis van deze punten lijkt het dus niet nodig om te veronderstellen dat travestieten hun uiterlijk blijvend aanpassen, om beter door het publiek geaccepteerd te worden. Primair lijkt de fascinatie met de vrouwenrol en het vrouwelijke uiterlijk de eenvoudigste verklaring.

0 reacties

Een reactie posten