16 april 2006


Valt de koppeling met sex te doorbreken?


'Sommige travestieten zouden willen dat travestie voor hen minder met seksualiteit te maken heeft. De seksuele aantrekkingskracht van vrouwenkleding neemt af naarmate men vrouwenkleding vaker en langer aanhoudt, omdat dan de afstand tot die kleding geleidelijk kleiner wordt. Dus, wanneer men wil dat de seksuele betekenis van vrouwenkleding afneemt, moet men na masturbatie de kleding niet snel weer uittrekken, maar aan blijven houden. Verder is zo vaak als maar mogelijk is vrouwenkleding aantrekken dan de beste strategie. Geleidelijk zal dan de betekenisgeving veranderen.'(Vennix, p. 71)


Ik vind dit een interessante passage. Allereerst is de passage op geen enkele manier gebaseerd op het verrichte onderzoek. Vennix is dit probleem kennelijk tegengekomen en geeft hier een goed bedoeld advies dat echter niet gebaseerd is op het door hem verrichte onderzoek.

Een volgend interessant punt is dat Vennix hier expliciet een leermodel omarmt. Het stoomketel-model doet even niet meer mee, het is nu opeens het leermodel. Een soort deeltjes-golf theorie; de ene keer is het licht een deeltje, de andere keer een golf. We kiezen naar gelang het ons uitkomt. Het lijkt me beter eerst te proberen met 1 model alles te verklaren. Wanneer dat echt niet lukt...

Een laatste interessant punt is: valt die koppeling echt te doorbreken?

Wat veroorzaakt de seksuele opwinding die gekoppeld is aan vrouwenkleding? Dat is het dragen van die vrouwenkleding die vervolgens gekoppeld wordt aan het masturberen, redeneert Vennix. Helemaal juist is dat niet, lijkt me, want vrouwenkleding was in het begin (voordat de travestie begon) ook al opwindend en wel doordat in onze cultuur dergelijke kleding door opwindende vrouwen (tv, film, bladen) gedragen wordt. Maar goed, door vrouwenkleren aan te trekken en daarna te masturberen ontstaat inderdaad een extra sterke koppeling, mag je verwachten. De aangetrokken kleding krijgt dan een soort signaalfunctie met de betekenis: sex.

De gedachtengang van Vennix is nu dat wanneer men die kleding vervolgens aanhoudt, er extinctie (uitdoving) optreedt en dat de seksuele betekenis geleidelijk afneemt.

Gedragsanalytisch bekeken is dit dubieus. Extinctie kan een uiterst traag proces zijn. Bovendien treedt er niet werkelijk extinctie op, doordat er opnieuw bekrachtiging kan optreden. Verder treden er doordat men de kleding aanhoudt gewenning en toevallige bekrachtigingen op waardoor men zichzelf juist leert vrouwenkleren te dragen en normaal te vinden. Wanneer de samenleving of een deel daarvan daar anders overdenkt, heeft men mogelijk toch een probleem.

Er is een eenvoudiger en effectievere manier om de koppeling te doorbreken. Koppel de bekrachtiging aan iets anders, aan een andere controle-stimulus. Wanneer men vrouwenkleren draagt, masturbeert men niet. Op andere momenten is er geen probleem. Zo simpel is het gedragsanalytisch bekeken.

Wel kun je je voorstellen, dat de nieuwe controle-stimulus een beetje geschikt moet worden gekozen. Stel je voor dat een travestiet besluit de koppeling tussen dameskleding en sex te doorbreken op de hierboven aangegeven manier. Wanneer hij vervolgens modefoto's gebruikt als controle-stimulus, lijkt dit een minder gelukkige keuze. Playboy foto's zullen vermoedelijk een goed alternatief vormen. Belangrijk is dat de foto dusdanig expliciet is, dat de vrouw op de foto niet eenvoudig valt te imiteren door zich te verkleden.

De koppeling tussen de (controle)stimulus en de bekrachtiging is in feite met de nodige moeite min of meer willekeurig. In beginsel valt iedere willekeurige stimulus te koppelen aan de bekrachtiging. Dit gaat uiteraard gemakkelijker bij personen die gemakkelijk en snel betekenissen en gedrag kunnen koppelen aan symbolen. Maar omdat juist travestieten daar kennelijk vrij goed in zijn, mag dit niet te veel problemen geven.

Zo zou men b.v. met wat moeite de specifieke kleur van het effen douchegordijn kunnen gebruiken als controle-stimulus.

Door het gebruik van een nieuwe controlestimulus treedt enerzijds extinctie op voor de oude verzameling controlestimuli, anderzijds leert men een nieuwe koppeling.

De vraag was: valt die koppeling met sex te doorbreken? Het antwoord is: ja, zelfs vrij simpel. Alleen niet op de manier die Vennix voorstelt.

Mijn antwoord hierboven is primair gebaseerd op gedragsanalytische theorie. Het is verder ook mijn eigen ervaring. Bij mijn weten is er tot nu toe niet empirisch onderzoek op grote schaal op dit punt beschikbaar.

0 reacties

Een reactie posten