13 augustus 2006


Seksualiteit construeren?


In het Zaterdags Bijvoegsel van NRC Handelsblad (12/08/2006, p. 8-9) een interview met Peter van Rooijen door Colet van der Ven met de titel Levens redden, één voor één .

Peter van Rooijen (50) is aldus het artikel 'aidsactivist van het eerste uur'. Onlangs werd hij onderscheiden door AmFAR (American Foundation for Aids Research) voor zijn bijdrage aan de aidsbestrijding. 'Al meer dan 20 jaar is Van Rooijen actief in tal van organisaties. Hij was onder meer directeur van het Aids Fonds en STOP AIDS NOW! dat hij in 2000 oprichtte.' Momenteel is hij verbonden aan het Global Fund to fight Aids, Tuberculosis and Malaria. Vandaag neemt hij deel aan de 16-de aidsconferentie in Toronto waar zo'n 20 000 deelnmers worden verwacht, aldus nog steeds het artikel.

Dat is allemaal heel indrukwekkend. Wat ik mezelf herinner van de AIDS-bestrijders van het eerste uur was dat men merkwaardig genoeg nogal tegen was op je laten testen. Je zou dan mogelijk met de ondraaglijke last van het weten verder moeten leven. Ik vond dat indertijd nogal een emotioneel standpunt omdat iemand die de ziekte had, gemakkelijk kon nalaten maatregelen te nemen tegen verdere verspreiding van de ziekte. Eenvoudiger gezegd: je kon lekker doorneuken zonder je druk te maken over je partners die je eventueel besmette. In het interview geeft Van Roijen dat nu ook met zo veel woorden toe. '"Doordat mensen niet gestimuleerd waren zich te laten testen, kon het virus zich misschien sneller verspreiden dan nodig."'

'"Er is meer politieke wil dan ooit, maar nog niet genoeg,"' aldus Van Rooyen over de AIDS-bestrijding. Uit de cijfers die ik een tijdje geleden nog zag, blijkt overduidelijk dat het met de AIDS-bestrijding helemaal niet goed gaat. Deze besmettelijke ziekte wordt niet ingeperkt, maar breidt zich juist steeds verder uit.

Dat deze ziekte zich kan uitbreiden is volledig te wijten aan de manier waarop mensen en regeringen met deze ziekte omspringen. In beginsel lijkt AIDS als besmettelijke ziekte die zich slechts via onbeschermde seks, spuiten en bloedtransfusies verspreidt, prima in te dammen en uit te bannen. Maar de morele opvattingen van 100 jaar geleden zitten in de weg etc. Regeringen ontkennen de ziekte. Condoomgebruik is moreel verwerpelijk, etc. Kortom, het is een ziekte die gigantische aantallen mensenlevens kost en die door menselijke domheid en achterlijkheid zijn gang kan gaan. Wat zegt deze AIDS-bestrijder van het eerste uur die samen met 20 000 andere AIDS-bestrijders van het eerste uur in Toronto gezellig gaat vergaderen: 'Er is meer politieke wil dan ooit...'

Maar goed, eigenlijk is dat niet waar het me voor deze notitie echt om ging. Een tweede aspect dat me in dit artikel opviel, was de relatie(s) die Van Rooijen heeft en had.

Hij is op zijn twintigste getrouwd met een vriendin en was daar volgens eigen zeggen gek op. Hij vond het ook heerlijk om met haar te vrijen alweer volgens eigen zeggen. Vervolgens ontmoet hij een man die hem op zo'n manier begroet, dat hij totaal is verkocht. 'Die ontmoeting was zo bepalend dat ik ben gescheiden. Een rampzalige tijd. Mijn vrouw vond het vreselijk, ik voelde me schuldig. Die man werd mijn eerste grote liefde.'

Daarna (althans nu) beschouwt Van Rooijen zichzelf 'als honderd procent homo'. Vervolgens komt er een tijd later een vriendin die vraagt of hij spermadonor wil zijn voor haar kind. Hij ziet een vaderloos kind niet zitten en doet dat dus niet. Vervolgens vraagt een andere vriendin of hij met haar een kind wil waarbij hij ook de vaderrol op zich neemt. Hier stemde hij in toe. 'Roos is geboren in 1992. Sindsdien wonen zij, haar moeder, ik en mijn partner met elkaar in één huis.'

Wat ik interessant vind hier zijn 2 aspecten. Allereerst natuurlijk die driehoeksverhouding. Kan dat? Gaat dat goed? Blijft dat goed gaan?

Op zich is het een interessante constructie die niet alledaags is. Een vrouw en moeder voor het kind. Een man die het kind verwekt en ook de vaderrol op zich wil nemen. Een partner voor de sex? Ik zet een vraagteken want je mag natuurlijk niet uitsluiten dat die partner ook voor vriendschap is.

Hoe lang gaat dit al goed? Het artikel vermeldt dat Roos geboren is in 1992. Het gaat dus kennelijk al 14 jaar goed zo.

Het interessante hier is de afwijkende rolverdeling. Van Royen bevredigt zijn seksuele behoeftes kennelijk primair via zijn partner. De moeder van zijn kind komt voor dat doel niet in aanmerking en heeft met deze situatie kennelijk ook een zekere vrede.

Op zich zijn mannen die seks zoeken en vinden buiten het 'huwelijk' er natuurlijk in overvloed. Kennelijk lukt het vrouwen vaak niet aan die ongebreidelde sekshonger van hun man te voldoen of die sekshonger te controleren of hebben ze daar geen behoefte aan. Dat is op zich -- lijkt mij -- niet zo bijzonder. Het bijzondere hier is dat deze situatie en rolverdeling kennelijk is overeengekomen en ook expliciet wordt gemaakt.

Een tweede aspect vind ik in dit verband ook interessant. Van Rooijen stelt niet alleen getrouwd geweest te zijn, gek op zijn eerste vrouw geweest te zijn en het heerlijk gevonden hebben om met haar te vrijen. Vervolgens is hij een tijdje later volgens eigen zeggen 100% homo. Voor mijn idee wringt dat. Dat kan in mijn opvatting eigenlijk niet. Maar Van Rooijen ziet geen probleem.

Ik wel. Sterker nog, nadat hij 100% homo is geworden, ziet hij nog kans bij een vrouw een kind te verwekken. Hoe heeft hij dat gedaan als hij van die vrouw niet opgewonden kon raken. Ondertussen aan een leuke knul denken?

Waar Van Roijen ons met de neus opdrukt, is dat verbale verklaringen van 'homo' en 'hetero' niet altijd even veel te betekenen hebben kennelijk. Het zijn niet duidelijk gedefinieerde begrippen. In mijn optiek zou ik Van Roijen eerder als 'bi' indelen: hij doet het met zowel mannetjes als vrouwtjes. Maar zelf ziet hij dat kennelijk anders. Verbale verklaringen moet je kennelijk met de nodige korreltjes zout nemen. Iets dat we ook al zagen in het onderzoek van Vennix onder travestieten.

Het meest interessante vind ik echter de volgende passage: '... ik behoor tot die stroming die gelooft dat een mens zijn seksualiteit construeert.'

In de 'oude' opvatting was je homo of je was het niet. In de 'nieuwe' opvatting word je homo of je wordt het niet. Dat lijkt erg aan te sluiten bij veel van de voorgaande notities waarvan de strekking was dat travestie zich ontwikkelt.

0 reacties

Een reactie posten