01 december 2006


Dipbestrijding: concentreer je op iets positiefs


Soms is het leven even goed waardeloos. Tenminste dat denk je dan. Maar de depressie zit niet in je verleden of in je situatie, maar hij zit in je hoofd. Je richt je aandacht op negatieve, vervelende dingen. Dat is dom, want daardoor verspil je tijd en energie en ga je jezelf op de koop toe nog ellendig voelen ook. De oplossing is simpel: concentreer je op iets positiefs!

Een prachtig voorbeeld dat beroerde omstandigheden helemaal niet hoeven te leiden tot depressieve gedachten, vond ik vandaag in NRC Handelsblad (30/11/2005). Op de Achterpagina (p. 28) stond in het kader van de Wereldaidsdag een stukje van Han Nefkens: Alleen nu is echt. Han heeft al 19 jaar HIV. Ik ben zo brutaal er royaal uit te citeren.

"We hebben last van hoofdpijn, spierpijn, vermoeidheid en ontsierende vetverschuivingen die je een vreemde maken van je eigen lichaam. Onze voeten en handen tintelen, we zijn regelmatig misselijk en hebben constant diarree. Het vaak ingewikkelde slikschema -- sommige pillen moeten met voedsel worden ingenomen, andere juist niet -- en de dokterscontrole elke drie maanden zijn steeds opnieuw een confrontatie met het feit dat er iets niet in orde is, terwijl je er soms zo'n behoefte aan hebt om een lange vakantie te nemen. Of beter nog, een sabbatical. Maar er is geen ontsnapping. We worstelen met de vraag aan wie we het vertellen en wat de gevolgen daarvan zouden kunnen zijn, hoe we moeten omgaan met romantische en met puur seksuele contacten. Maar het meest ontwrichtende van hiv is dat het je toekomstperspectief op losse schroeven zet. (...) Wat als de medicijnen niet aanslaan? Wat als je plots een ernstige bijwerking krijgt? De illusie van een eindeloos leven is voorgoed aan gruzelementen geslagen..."

Meer dan genoeg reden dus om ernstig depressief te zijn. Maar niets van dit alles. Juist het tegenovergestelde is gebeurd.

Han schrijft: "Tegelijkertijd heeft hiv mijn leven een extra dimensie gegeven. De mogelijkheid tot uitstel is verdwenen, ik heb geen keus, het is nu of nooit. Als ik geen levensbedreigende infectie zou hebben gehad, zou ik veel dingen op de lange baan hebben geschoven met de gedachte dat ik daar later wel aan toe zou komen. De kans is groot dat ze nooit zouden zijn gebeurd. Nu is niet uitstellen een gewoonte geworden. Altijd leefde ik met de gedachte dat ik eens, als ik tijd zou hebben, een boek zou schrijven. Door hiv heb ik mijn eerste boek geschreven, Bloedverwanten, dat begon met de vijfhonderd woorden op de begrafenis van mijn broer, die aan aids is overleden. Ik kan me nu identificeren met mensen in levensbedreigende situaties. Ik voel hoe het is om er niet zeker van te zijn dat je morgen nog leeft, om afscheid te moeten nemen van je dierbaren."

"Hiv, dat mijn leven bedreigt, heeft de passie voor datzelfde leven aangewakkerd. Nooit zou ik zoveel van het leven houden als ik er niet al negentien jaar bewust van was dat het elk moment uit mijn handen kan worden gegrist."

"Door hiv was ik bijna dood geweest en durf ik ten volle te leven. Ik schraap de fles leeg en lik ongegeneerd mijn vingers af, er zal geen druppel achterblijven. Ik weet dat alleen nu echt is. Wat dat betreft heb ik een streepje voor op anderen. Met een beetje geluk wordt dat streepje een lange, brede levenslijn. Een lijn in knaloranje, de kleur van een van mijn hiv-remmers."




0 reacties

Een reactie posten