10 april 2007


Effect van afwijkende kleding: de burka


Travestieten in onze cultuur zijn vooral mannen die zich als vrouw verkleden. (In onze cultuur wordt een vrouw die verkleed is als man niet gezien als travestiet.) In de gevallen waarin dit vrij goed lukt, is er op korte termijn geen probleem. De man wordt gezien als vrouw en ondervindt op dat moment verder geen echte problemen.

In de praktijk lukt het soms minder goed. Dat kan komen doordat de biologische eigenschappen van de man het overkomen als vrouw moeilijk maken. Het kan ook komen door slecht gekozen kleding, slordig werken, weinig gevoel voor het effect van de kleding op het publiek, etc. Een speciaal geval is wanneer de man opzettelijk wel iets vrouwelijks aantrekt, maar verder herkenbaar wil blijven als man.

In al deze gevalllen krijgen we te maken met een man die er qua kleding en qua uiterlijk afwijkend uitziet. Uit allerhande bronnen is bekend, dat dat in sociaal opzicht gevaarlijk kan zijn en problemen kan opleveren.

Een reden waarom dat gevaarlijk kan zijn, is dat de betrokken man/vrouw niet meer gezien wordt als een lid van de eigen groep. Groepsleden hebben recht op bescherming, maar voor niet-groepsleden geldt dat evolutionair gezien niet. Zij worden juist gezien als indringers.

In NRC Handelsblad van 31 maart 2007 is een stukje te vinden (Haest en De Graaff gaan allochtoon) waarin Mickelle Haest en Greetje de Graaff beschrijven, hoe het is om in Nederland in burka buiten te lopen.

Mickelle en Greetje stappen naar de afdeling kostuumverhuur van de Nederlandse Omroep om daar burka's te huren. De burka is als een groot donkerblauw laken dat over hun hoofd gaat. Ze kijken de buitenwereld in door een rechthoek van zwart kant. Ik ben zo vrij hier hun vrijwel volledige verslag te laten volgen.

---------------
We doen de voordeur open en stappen de open lucht in. Door de tent die over ons heen hangt, lijkt het alsof we nog steeds niet buiten zijn. Je neemt je eigen woning mee. De eerste paar honderd meter op de Amsterdamse Klinkerstraat is het rustig. Onze ogen tranen, de kanten tralies drukken de wimpers in de ogen. Een peuter wijst: "Mama, wat is dat?"

Op de Ten Katemarkt wordt het druk. Een Marokkaanse marktkoopman roept lachend vanachter zijn sinaasappels: "Dames, wat gaan jullie doen vanavond? Gaan jullie mee iets drinken?" Een salvo aan reacties gaat dwars door onze doeken heen. En wij verstaan elk woord. Jezus en Christus worden om de haverklap ijdel gebruikt. Sommige mensen maken meer dan één woord vuil: "Je schrikt je toch helemaal de teringtyfus, het lijken wel twee lantaarnpalen!"

Door de spleet zien we ook sprakeloze mensen. We zien vertwijfeling, stille schrik, en ogen die wanhopig speuren naar een klein detail van menselijkheid. De stoere schoenen van Haest wekken argwaan en De Graaff lijkt wel erg lang voor een allochtone vrouw. "Wie weet zitten er wel twee mannen onder."

Alle mensen reageren afkeurend, zo slecht is onze kledingkeus nog nooit gevallen. Voor iedereen is dit twintig stappen te ver. De allochtoon reageert minstens zo afwijzend als de autochtoon. Alleen de rasechte Hollanders uiten zich wel erg geblondeerd. Als wij stilstaan bij de bloemenkraam, wordt er tegen elkaar opgeboden. "Je moet er de grachten mee dempen." "Je moet naar Pampus wil je ervan af zijn." "Van mij mogen ze die hele klerezooi in de fik steken."

Bij het spookje spelen van vroeger was het de sport om mensen angst aan te jagen. Nu gebeurt het pas echt. Onder ons donkerblauwe laken zijn we zelf ook bang. We spoeden ogenschijnlijk stoicijns de markt af, maar kunnen niet rennen. Haest is bang voor een aanval van achter, het gevaar zien we alleen recht van voren aankomen. Ons venster naar de wereld is kleiner dan een brievenbus. Alles komt binnen, maar niks kan eruit.

De Graaff struikelt over het ding en mist het groene stoplicht. Opeens staans Haest en De Graaff tegenover elkaar aan weerzijden van het zebrapad. De schrik is groot. We zijn elkaar volledig kwijt, een donker doek resteert.

Onder de burka zoeken we in de schemer naar onze strippenkaart. We gaan naar huis, veilig achter slot en grendel. Stempelen is een hele toer, in de burka zit geen opening. Als de tramdeuren dichtschuiven, zijn we overgeleverd aan onze medemens. Er wordt gezongen: "'t Is een vreemd'ling zeker, die verdwaald is zeker..."

Struikelend gaan we de traptreden van lijn 13 af, we vinden ons heenkomen op de vluchtheuvel. Een auto remt om ons over te laten steken. Vriendelijkheid overvalt ons, een meisje springt van haar fiets om ons voor te laten. We halen adem, nog honderd meter.

"Dames! Dames, luister eens!", een vrouw roept ons tot de orde. "We zijn hier wel in Nederland hoor!" Een Turkse vrouw op de fiets steekt haar tong uit.

----------------------------

Labels: , ,

0 reacties

Een reactie posten