Mannenrol en vrouwenrol
Mannen spelen in de cultuur een andere rol dan vrouwen. Voor een deel is dat natuurlijk een kwestie van traditie en gewoonte. Maar voor een groot deel komt dat door evolutionaire mechanismen, aldus Roy F. Baumeister in zijn lezing voor de American Psychological Association (APA) op 24 augustus van dit jaar. Een iets ingekorte vertaling van de lezing vond ik in M, het maandblad van NRC Handelsblad (december 2007, p. 40-48).
In iedere cultuur bezetten de mannen de meerderheid van de topposities. Baumeister stelt het niet zo expliciet, maar zo is het wel. In onderzoek naar de verschillen tussen mannen en vrouwen vinden we die eigenlijk niet echt op het gebied van vaardigheden en vermogens. Soms vinden we kleine verschillen. Wel zijn er duidelijke verschillen op motivationeel gebied. Mannen hebben meestal geen zin in huishoudelijke taken, vrouwen ook niet, maar die doen het tenslotte wel. Mannen hebben wel een grote seks-drive en mannen zijn ook gemotiveerd om de top te bereiken.
Het grote verschilpunt is dat uit genetisch onderzoek blijkt dat vrouwen onder onze voorouders twee keer zo vaak voorkomen als mannen. Als 80% van de vrouwen een kind kreeg, kreeg slechts 40% van de mannen een kind. Bijna alle vrouwen krijgen kinderen. Maar slechts een minderheid van de mannen. Het gevolg is dat mannen zich voortdurend moeten bewijzen. (Iets dat succesvolle t's via kroegbezoek gemakkelijk kunnen onderschrijven.) Een man moet voldoende respect en geld verdienen om zichzelf en zijn vrouw en zijn kinderen een bestaan te geven. Aan die eis hoefden vrouwen overwegend niet te voldoen. Aan baarmoeders is altijd gebrek, aan penissen niet, want hoe talrijker de cultuur, hoe succesvoller.
"Ïedere volwassen vrouwelijke persoon is een vrouw en kan als zodanig aanspraak maken op respect, maar in vele culturen valt mannelijke personen geen respect ten deel zolang die knapen zich niet hebben bewezen. Dat is voor de cultuur uiteraard buitengewoon nuttig, want zij kan bepalen op welke voorwaarden jongens als man gerespecteerd kunnen worden, en zij kan dus op die manier mannen motiveren om dingen te doen die de cultuur als productief beschouwt."
"Nogmaals, mannen zijn slechter af dan vrouwen. (...) Om in de mannelijke sociale wereld van grote groepen te slagen, heb je een actieve, doortastende persoonlijkheid nodig, die knokt voor jouw plaats, want die krijg je niet cadeau, en succes is maar voor weinigen weggelegd. Zelfs het mannelijk ego, dat er zo op gebrand is zich te bewijzen en met anderen te wedijveren, lijkt ontworpen met het oog op stelsels waar gebrek is aan respect en waar je hard moet werken om er iets van te bemachtigen -- anders wacht je vernedering."
"Die fundamentele sociale onzekerheid van de mannen is een last voor hen, en het is niet verwonderlijk dat zoveel mannen instorten, of boosaardige of heldhaftige dingen doen, of veel jonger sterven dan vrouwen."
Als Roy Baumeister dus gelijk heeft, zit er een fundamenteel verschil tussen de mannenrol en de vrouwenrol evolutionair/biologisch gezien. De vrouw moet een goed mannetje uitkiezen en haar kinderen groot brengen, de man moet uitblinken en genoeg verdienen. Het klinkt een beetje als een open deur, maar het punt is natuurlijk die genetische onderbouwing: twee keer zoveel vrouwen als mannen die zich voortplanten.
Wat betekent dit voor travestie en transseksualiteit? Een klein deel van alle t's is vrijwel volledig gericht op het uiterlijk. De 'pure' travestieten vinden dat vrouwelijke uiterlijk opwindend, mooi en proberen dat zelf (zo af en toe) ook te realiseren. Een grote groep t's zit in het middengebied. Men vindt dat vrouwelijke uiterlijk belangrijk, maar ook de vrouwenrol. Een kleine groep t's tenslotte vindt het vrouwelijke uiterlijk meer iets dat bij de vrouwenrol hoort dan iets dat op zich belangrijk zou zijn. Wel identificeert men zich dan sterk met die vrouwenrol. Men voelt zich vrouw. Men wil (in sociaal opzicht) de rol van vrouw spelen.
Het interessante is nu dat je duidelijk ziet dat aan het begrip 'vrouw' twee totaal verschillende kanten zitten. De ene kant is het uiterlijk. De andere kant is de maatschappelijke rol.
Mannen zitten aan de ene kant met dat weinig opwindende uiterlijk dat ze hebben. Aan de andere kant veronderstelt de evolutie dat ze zich een weg naar boven vechten. Ook niet een echt aantrekkelijke rol, dus.
Toch zitten er misschien nog wel wat losse eindjes aan de theorie, lijkt me. Om te beginnen is de landbouw nog maar een paar duizend jaar oud. Daarvoor waren mensen jagers/verzamelaars. Je moet wel erg succesvol zijn met jagen en verzamelen om meerdere vrouwen te kunnen voorzien van eten, lijkt me. Verder hebben we sterke aanwijzingen dat een mensenvrouw een man wil die zich inzet voor haar en de kinderen. Dat lijkt strijdig te zijn met de veronderstelling dat een relatief klein aantal mannen alle kinderen zou hebben verwekt. Ik vraag me dan ook af hoe hard die genetische evidentie is. Waarop baseert Baumeister precies die claim van 2x keer zo veel vrouwen? Is het niet mogelijk dat die uitkomst van het genetisch onderzoek anders geïnterpreteerd moet worden?
Maar wanneer we even afzien van die claim van 2x zo veel vrouwen, lijkt er voor dat verschil in rol ook wel een aantal argumenten over te blijven, lijkt me.
0 reacties
Een reactie posten