26 januari 2008



Problemen met "gender-identiteit"

Vanochtend ging de bel. De man van de pakketdienst overhandigde me een grote doos. In die doos het handboek Human Sexuality van Simon LeVay & Sharon M. Valente (Sunderland, Sinauer Associates, 2003) (review: hier). Het boek was een stuk kleiner dan die enorme doos, maar toch nog steeds 628 bladzijden op groot formaat en dat zonder de omvangrijke index. LeVay & Valente is dik, uitgebreid, maar ook helder en leesbaar. Ik ben blij dat ik het niet als student hoef te bestuderen voor een tentamen, want dan zou het vooral erg veel zijn en veel minder leuk. Het boek is leuk, wanneer je het boek opvat als iets om over na te denken en over te discussiëren. De auteurs doen hun best, maar weten ook niet alles en moeten zich ondertussen ook nog conformeren aan de bestaande opvattingen omdat anders hun boek niet wordt verkocht.

In het inleidende hoofdstuk wordt op pagina 4 het begrip gender-identiteit ('gender identity') geïntroduceerd. Dat gebeurt in een paragraaf getiteld "Sex Is About Identity" met de volgende passage.
Nearly all women have a strong sense of identity as women, and nearly all men as men. This subjective sense of belonging to a particular sex --a trait called gender identity-- shows itself as a suite of sex-typed social behaviors (gender role). (...) A small minority of males and females have a gender identity that is discordant with their anatomical sex. The identity of such transgendered or transsexual individuals...

Bijna alle vrouwen en bijna alle mannen hebben een sterk gevoel/idee vrouw of man te zijn, is dus het basis-idee van dit stukje. Dat klopt natuurlijk. Maar de oorzaak voor dat gevoel, waarneming of idee is simpel: het eigen lichaam. Het is dus geen subjectief idee of gevoel, maar een objectief iets. Je bent man of je bent vrouw omdat je lichaam bepaalde objectieve kenmerken heeft. Of je dat leuk vindt of niet, doet daarbij niet ter zake. Maar in het vervolg van de passage heeft men het over een 'subjective sense of belonging to a particular sex'. Dat is dus iets heel anders en of iedereen dat heeft, vraag ik me zeer af.

In feite hutselen LeVay & Valente hier objectieve en subjectieve gender-identiteit handig door elkaar. Ze doen alsof het allemaal hetzelfde is, terwijl het juist totaal verschillende begrippen zijn. Ze beginnen met objectieve gender-identiteit (normale mensen weten tot welke sekse ze behoren omdat ze het lichaam hebben van die sekse) en schakelen onmiddelijk daarna over op transseksuelen alsof daar precies hetzelfde voor zou gelden. Maar het bijzondere van transseksuelen is juist dat ze vinden/zeggen vrouw te zijn, terwijl dat in tegenspraak is met de objectieve kenmerken van hun mannelijke lichaam. (Ik beperk me in deze notitie voor het gemak even tot M-V transseksuelen.) Dat is dus iets totaal anders.

Transen (zo af en toe gebruik ik de kortere term) hebben dus onmiskenbaar een subjectieve gender-identiteit. De vraag waar het nu om gaat, is: heeft iedereen een subjectieve gender-identiteit zoals LeVay & Valente en ook veel gender-artsen ons willen doen geloven -- of niet? Het lijkt een beetje de omgekeerde wereld. Normale mensen denken dat ze man of vrouw zijn omdat ze een mannelijk of vrouwelijk lichaam hebben. Dan is er een kleine groep transseksuelen die zegt vrouw te zijn, terwijl hun lichaam anders aangeeft en vervolgens moeten alle gewone mensen ook een subjectief idee van sekse hebben. Het lijkt dus alsof men de uitzondering tot regel verklaart. Aan de andere kant kent de wetenschap genoeg voorbeelden van wilde ideeën die later toch juist bleken te zijn. Je kunt dit idee dus niet zo maar afwijzen.

Weten we dus, zonder gebruik te maken van onze mannelijke of vrouwelijke lichaam: ja, ik ben man, ik ben vrouw, en het is uitgesloten dat ik me vergis. Hebben we een soort zintuig om sekse rechtstreeks te voelen? De vraag is dus niet: wat zou je graag willen zijn. De vraag is of die informatie over je sekse op een of andere manier toch aanwezig is in je brein, zonder dat je die informatie baseert op wat je gezien of gehoord of geleerd hebt over je lichaam. Wel, laat ik proberen de argumenten op een rij te zetten.


1. Subjectieve gender-identiteit blijkt niet uit onderzoek

Je zou denken dat er uitgebreid empirisch onderzoek bestaat naar die subjectieve gender-identiteit die iedereen zou hebben en dat wetenschappers zich tenslotte zuchtend gewonnen hebben gegeven. Wetenschappers beweren tenslotte niet zo maar wat, zou men denken. Wel, als dat onderzoek er is, vermelden LeVay & Valente het in ieder geval niet. Zelf heb ik ook nog nooit van een dergelijk onderzoek gehoord, laat staan van een hele reeks onderzoeken, want wetenschappers gaan natuurlijk niet graag af op een enkel onderzoek.


2. Subjectieve gender-identiteit is alleen gebaseerd op verbale verklaringen van transen

Hoe komt dit begrip dan in de wereld?
Gender identity was originally a medical term used to explain sex reassignment procedures to the public.(hier)
Artsen krijgen bij transseksuelen te maken met mannen (en vrouwen) die voelen dat ze in het verkeerde lichaam zitten, of dat althans beweren. Mannen zeggen dat ze voelen dat ze in feite vrouw zijn. Vrouwen zeggen dat ze voelen dat ze in feite man zijn. Vaak is het ook een noodzakelijk argument om een sekse-operatie te krijgen of af te dwingen, maar ook zonder die sekse-operatie kwam die stelling bij transseksuelen vermoedelijk al vaak voor. De basis voor het begrip wordt dus gevormd door wat transen beweren.

Vervolgens is verondersteld dat ook niet-transen wel een subjectief idee zullen hebben tot welke sekse men behoort en is verder verondersteld dat bij niet-transen de subjectieve sekse overeenstemt met de objectieve sekse. Dat zijn echter akelig veel veronderstellingen, terwijl het onderzoek dat dus in feite nodig was, gemakshalve achterwege is gelaten. Dat is ook niet zo vreemd, omdat dat onderzoek natuurlijk gemakkelijk uiterst vervelende uitkomsten kan leveren en verder tijd, geld en moeite kost en misschien helemaal niet zo simpel is. Ook artsen zijn maar mensen en veronderstellen dat het zo is, is een stuk gemakkelijker dan het daadwerkelijk aantonen.


3. Subjectieve gender-identiteit ontbreekt soms

Kun je als man voelen of weten dat je man bent, wanneer je nooit een mannelijke lichaam hebt gehad? Kun je als vrouw rechtstreeks voelen dat je vrouw bent, zonder dat je dat op een of andere manier baseert op je lichamelijke kenmerken? Zelf heb ik die sensatie niet. Ik weet dat ik man ben, omdat ik een mannelijk lichaam heb. Maar zonder dat lichaam zou ik niet rechtstreeks kunnen voelen dat ik man of vrouw was. Als de gender-artsen dus gelijk hebben en 'subjectieve gender-identiteit' zou echt bestaan, dan mis ik kennelijk een belangrijk (maar nog niet ontdekt en aangetoond) zintuig. Ik ben dan een geval zonder 'subjectieve gender-identiteit'. Voorlopig heb ik daar volstrekt geen last van. Integendeel, het lijkt me een volstrekt overbodig zintuig. Dit standpunt heb ik overigens ook wel door andere mannen horen bevestigen, echt zeldzaam zijn zulke gevallen van ontbrekende subjectieve gender-identiteit (SGI) dus bepaald niet.

Natuurlijk kun je zeggen, dat deze weerlegging van subjectieve gender-identiteit niet hard is, omdat het allemaal gebaseerd is op wat mensen zeggen. Precies hetzelfde bezwaar geldt echter voor de verklaringen van transseksuelen waarop SGI juist wel op gebaseerd wordt.


4. Subjectieve gender-identiteit overtuigt normaal sociaal niet


Bij vrouwen merk ik zelden of nooit dat ze zich beroepen op hun subjectieve sekse om aan te geven dat ze echt vrouw zijn. Ik zou eerder denken dat vrouwen zich beroepen op hun objectieve sekse, hun lichaam, zodra ze hun vrouw zijn willen accentueren en ze doen dat dan niet door daar verbaal naar te verwijzen maar door hun lichaam via kleding en lichaamstaal te accentueren.

Wie hoort het zijn vrouw al zeggen? "Schat, weet je wel dat ik vrouw ben?" "Hmm..." "En weet je wel waarom ik vrouw ben?" "Hmmm...?" "Omdat ik voel dat ik vrouw ben. Daarom!" Ik denk dat je op zo'n moment als man geneigd bent te vragen: "Lieveling, is alles wel helemaal in orde met je?"

Ik kan me ook een ander experiment voorstellen. Loop eens als man een (hetero-)bar binnen en probeer de daar aanwezige mannen ervan te overtuigen dat je vrouw bent door te vertellen dat je voelt dat je in feite vrouw bent. En laat daarna een echte en mooie vrouw hetzelfde doen, maar dan zonder te vertellen dat ze voelt dat ze in feite vrouw is. Vergelijk vervolgens de reacties van die mannen. Wie had er meer succes? Ik vrees dat weinig mannen zich door de verbale verklaringen het hoofd op hol laten brengen, tenzij natuurlijk de hele bar gevuld was met gender-artsen. Conclusie: subjectieve gender-identiteit overtuigt misschien gender-artsen van de daadwerkelijke sekse, maar niet de doorsnee man of vrouw.


5. Subjectieve gender-identiteit is normaal sociaal irrelevant

Het is niet alleen zo dat die subjectieve gender-identiteit de doorsnee man of vrouw normaal absoluut niet overtuigt van de sekse van de ander, maar men is meestal ook helemaal niet geïnteresseerd in die subjectieve gender-identiteit. Op het moment dat een man een knappe vrouw ziet, is niet zijn eerste vraag: "Voel je je wel volledig vrouw?" En ook later vindt men dat doorgaans geen relevante vraag. Subjectieve gender-identiteit mag dan een belangrijk item zijn voor transen en gender-artsen, in normale relaties speelt het geen rol van betekenis.

In werkelijkheid ligt het zelfs nog extremer dan artsen, transen, maar ook gewone mensen zich voorstellen. In normale relaties speelt namelijk ook de daadwerkelijke sekse (de objectieve gender-identiteit) van de partner niet rechtstreeks een rol! Deze stelling lijkt vermoedelijk in strijd met alles dat we zeker denken te weten. Toch zijn er goede argumenten voor. Stel, je ziet als man een prachtige vrouw lopen. Hetero-mannen worden door dat plaatje geactiveerd. Die activatie leidt echter niet tot de volgende simpele en voor de hand liggende vraag: Is het biologisch gezien wel een echte vrouw? Het percentage mannen dat eerst een gyneacologisch onderzoek eist bij een vrouw alvorens een relatie aan te gaan, ligt vermoedelijk op of vlak bij nul. In het normale sociale verkeer gaan we af op het plaatje en het gedrag van de partner en eventueel wat we horen over onze partner, wat we voelen en ruiken. We gaan niet af op iets vaags als de daadwerkelijke sekse van onze partner waarvan onduidelijk is, hoe we het precies moeten vaststellen. We vertrouwen erop dat onze zintuigen ons in dit opzicht niet bedriegen en meestal doen ze dat ook niet.

In het sociale verkeer wordt de sekse dus niet rechtstreeks bepaald op grond van nauwkeurig en diepgaand onderzoek naar de intieme lichamelijke kenmerken, maar wordt de sekse verondersteld/ingeschat via de zintuigen. Wij denken een vrouw te zien, omdat we het plaatje inschatten als vrouwelijk. Noch de objectieve, noch de subjectieve gender-identiteit speelt daarbij normaal een rol.

De enige situatie bij mijn weten waarin de gender-identiteit in sociaal opzicht wel een rol kan spelen, is op het moment dat het uiterlijk van een persoon qua sekse als ambigu wordt ervaren. Men aarzelt tussen man en vrouw. In zulke situaties probeert men de ambiguïteit te reduceren door te vragen naar de gender-identiteit: Ben je vrouw? Voel je je vrouw? Wil je vrouw zijn? Maar in feite betekenen die vragen dus: op basis van je uiterlijk weet ik niet goed of ik je als man of als vrouw moet indelen. Mogelijk is de stelling ''ik voel me vrouw" dus vooral het gevolg van het feit dat transseksuelen doordat ze een mannelijk lichaam hebben, vaak niet overtuigend overkomen als vrouw.


6. Subjectieve gender-identiteit lijkt geen biologisch belang te vervullen

Een afzonderlijk zintuig om sekse te voelen (anders dan via kijken of voelen naar de plek tussen je benen) lijkt biologisch gezien zinloos. Waarom zou iemand zijn sekse moeten weten? Dit is typisch een idee gebaseerd op hoe mensen denken dat ze in elkaar zitten: je weet dat je man/vrouw bent en dus handel je als man/vrouw. In werkelijkheid werkt de natuur met prikkel--reactie schema's.

Wat van belang is, is dat het mannetje seksueel reageert op het vrouwtje. Eventueel is ook van belang dat het vrouwtje seksueel reageert op het mannetje. Het is niet van belang dat een mannetje weet dat het een mannetje is; het is wel van belang dat het mannetje adequaat reageert op een vruchtbaar vrouwtje. Mannen reageren daarom in het algemeen sterk op een mooie (vruchtbare) vrouw. Deze sterke en specifieke reactie komt bij vrouwen normaal niet in die vorm voor. (Vrouwen reageren zwakker en op veel meer seksuele prikkels.) Biologisch gezien verschillen de seksen dus wel duidelijk in de reactie op seksuele stimuli. Je zou dit een soort 'psychische sekse' kunnen noemen. Maar er bestaat geen reden om te geloven dat mensen hun sekse rechtstreeks zouden moeten weten of kunnen voelen.


7. Conflicten tussen sekse en subjectieve gender-identiteit houden bij mannen geen verband met 'psychische' sekse

Het is natuurlijk niet denkbeeldig, dat er in het mechanisme dat van seksuele prikkel naar gedrag leidt, en dat dus per sekse verschilt, biologisch gezien iets zou kunnen haperen. Er blijkt dan inderdaad een groep mannen te bestaan, die niet op vrouwen valt, maar op mannen (homo-seksuelen). Verder is er nog een groep mannen die vaak valt op het eigen uiterlijk verkleed als vrouw (niet-transseksuele travestieten) en een groep die vaak valt op het eigen uiterlijk in de rol van vrouw (transseksuele travestieten). Al deze 3 groepen reageren dus soms of altijd op een 'afwijkende' prikkel. Je zou dus verwachten dat al deze 3 groepen dan problemen zouden moeten hebben met de subjectieve gender-identiteit. Dat is echter niet het geval. Alleen de groep transseksuele travestieten heeft een probleem met de gender-identiteit, de andere twee groepen niet. Kennelijk hebben problemen met de gender-identiteit dus weinig van doen met die 'psychische' sekse.


8. De gender die transen zeggen te voelen, stemt vaak niet overeen met hun 'psychische' sekse

Deze conclusie wordt ook bevestigd door een onderzoek van Meredith L. Chivers e.a. (hier). Uit dit onderzoek blijkt dat de onderzochte M-V transseksuelen qua reacties op seksuele prikkels niet afwijken van andere heteroseksuele en homoseksuele mannen, maar wel duidelijk van vrouwen. M-V transen reageren dus op seksuele prikkels als mannen en niet als vrouwen. Transen zijn met deze conclusie vaak niet echt ingenomen.


9. Het verbale gedrag bij problemen met de gender-identiteit heeft veel kenmerken van een typische rationalisering

De stelling ''ik voel dat ik vrouw ben" heeft alle kenmerken van een typische rationalisering zoals mensen die aan hun sociale omgeving vertellen om afwijkend gedrag te verklaren. Mensen leren al jong hun gedrag te 'verklaren' door een beroep op een interne, niet-waarneembare oorzaak. Je pakt iets lekkers, wat eigenlijk niet mag, omdat je zo'n honger hebt. Je wordt boos, wat niet hoort, omdat je geïrriteerd was. In dit geval kleedt een man zich als vrouw, speelt hij de sociale rol van vrouw, wil hij vrouw zijn en wil hij liefst een vrouwelijk lichaam. Hoe verklaar je dat gedrag tegenover de buitenwereld? Wel, er is een innerlijke, niet-waarneembare oorzaak. In dit geval ligt die "oorzaak" voor de hand: eigenlijk ben je vrouw. Je voelt dat je vrouw bent. Die verklaring verklaart alles op een elegante manier en sluit bovendien perfect aan op wat de M-V trans wil: vrouw zijn. Er is maar één probleem: het gevoel vrouw te zijn, is niet de oorzaak, maar het gevolg van het gedrag in kwestie. Eerst is er het gedrag, daarna pas de 'verklaring'.


10. Vrouwenhersenen geven in een mannenlichaam vermoedelijk weinig problemen

Laten we net doen alsof de voorgaande argumenten niet overtuigend zijn. We vragen ons af: mannenhersenen verschillen op subtiele en soms minder subtiele punten van vrouwenhersenen. Is het dan niet mogelijk dat door een speling van de natuur sommige mannen per ongeluk worden uitgerust met vrouwenhersenen en omgekeerd? De natuur kan de meest wonderlijke experimenten uitvoeren. Dus waarom zou iets dergelijks niet 'per ongeluk' een keer kunnen plaatsvinden. Wat zou er dan gebeuren?

Allereerst zijn de hersenen (eigenlijk: het centrale zenuwstelsel) niet een orgaan dat volledig los van het lichaam functioneert (eigenlijk is het gewoon een stukje lichaam). Vrouwen-hersenen in een mannenlichaam krijgen dus signalen en hormonen binnen van dat mannenlichaam. Uitgaande van een normaal mannenlichaam zonder echte afwijkingen (de meeste M-V transen hebben dat tenminste voor een eventuele operatie) betekent dat:
1. de groei en ontwikkeling wordt al van jongs af aan beïnvloed door een hogere dosis testosteron;
2. de vrouwenhersenen maken ook het normale leerproces door dat bij jongens/mannen hoort;
3. de vrouwenhersenen komen onder invloed van de normale mannelijke hormoonspiegel en missen de invloed van de normale vrouwelijke hormoonspiegel.
Door deze 3 factoren neemt de sterke en specifieke reacties op seksuele stimuli vermoedelijk al behoorlijk toe. De hersenen gedragen zich veel mannelijker.

Vervolgens denk ik dat in dit geval de hersenen als orgaan vooral zouden doen, waarvoor ze gemaakt zijn om te doen. Ze krijgen net als anders input binnen en reageren daarop met een zo'n optimaal mogelijke output. Natuurlijk kan onze man soms gemerkt hebben dat hij op puntjes net wat anders is dan andere mannen. Maar er is geen enkele reden om bij voorbaat te denken dat onze man automatisch veel ongelukkiger zou zijn dan andere mannen. Hersenen zijn aan de ene kant ontzettend flexibel en aan de andere kant zijn ze volledig ontwikkeld om de binnenkomende input te vertalen in een zo'n optimaal mogelijke output. In ieder geval is het moeilijk voorstelbaar dat deze vrouwelijke hersenen onmiddellijk zouden weten: ''ik ben vrouw". Nog moeilijker is het om te geloven dat die functionerende hersenen alleen omdat hun herkomst vrouwelijk zou zijn, naar vergaande ingrepen als sekse-operaties zouden gaan verlangen. Iets wat transseksuelen zoals bekend wel doen.

Vroeger dachten we dat het hart de basis van een mens zou zijn. Als je het hart van een vrouw kreeg, zou je in feite ook vrouw worden. Nu denken sommige mensen dat als je in een mannelijk lichaam van jongs af aan vrouwenhersenen plaatst, je een (trans)vrouw zou krijgen. Wel, je kunt het hopen, maar erg plausibel lijkt het niet.


Samenvatting

De enige daadwerkelijke aanwijzing voor het bestaan van een subjectieve gender-identiteit wordt tot nu toe gevormd door het verbale gedrag van transseksuelen. Voor het overige bestaan er een groot aantal redenen om te denken dat subjectieve gender-identiteit als iets dat onder de hele bevolking voorkomt, geen empirische onderbouwing heeft.

Subjectieve gender-identiteit is de sekse die men voelt. Maar voorzover we weten, bestaat daar geen apart zintuig voor en bestaat er ook geen biologische noodzaak voor om rechtstreeks de eigen sekse te weten of te kunnen voelen. Ook is er tot nu toe geen onderzoek waarin het bestaan van die subjectieve gender-identiteit wordt aangetoond of plausibel gemaakt. Ook is tot nu toe niet bij voorbaat duidelijk dat vrouwenhersenen in een mannenlichaam tot daadwerkelijke emotionele problemen zouden leiden. Uit onderzoek weten we verder dat M-V transseksuelen op seksuele stimuli vergelijkbaar reageren met andere mannen, maar belangrijk anders dan vrouwen.

De enige concrete evidentie tot nu toe voor het begrip subjectieve gender-identiteit bestaat uit de verbale stellingen van transseksuelen dat ze voelen vrouw te zijn. Deze stellingen kunnen echter ook verklaard worden als rationalisering van hun gedrag en hun wens vrouw te zijn/te worden.


Nawoord

Deze notitie en conclusies zijn niet negatief bedoeld ten aanzien van transseksuelen. Transseksuelen hebben aan de ene kant een ernstig probleem en aan de andere kant gun ik iedereen graag zijn/haar operatie mits men over de gevolgen goed heeft nagedacht. Dat mag echter geen reden zijn om bij voorbaat een onkritische houding aan te nemen. Ook zij hebben recht op de best mogelijke behandeling en kennis die de wetenschap te bieden heeft. In dit verband heb ik wel kritiek op het slordige, weinig-kritische en klantgerichte denken van veel gender-artsen en seksuologen.

0 reacties

Een reactie posten