Depressie en typerend taalgebruik
Psychiaters omschrijven een depressie als een stemmingsstoornis. De persoon is ziek, is gestoord, heeft last van iets in zijn hersenen en voelt zich daardoor ellendig, triest, depressief. Kijk bijvoorbeeld hier. De persoon is patient geworden en de emoties zijn ziekelijk verstoord. Dat zijn erg veel emotioneel geladen adjectieven voor mensen die eigenlijk objectieve wetenschappers zouden moeten zijn. Ik doel hier natuurlijk op de psychiaters en niet op de patienten. Waarom al die emotioneel geladen adjectieven, denk ik dan. Kennelijk is de objectieve omschrijving van de kwaal niet voldoende, niet overtuigend genoeg. Er moet een schepje saus overheen.
Psychologen en dan vooral die psychologen die cognitieve gedragstherapie toepassen, zien een depressie wezenlijk anders. De persoon denkt bepaalde dingen. Bepaalde slogans, bepaalde beelden worden vaak opnieuw gedacht. Die gedachten bepalen sterk hoe je tegen de dingen in de wereld aankijkt en bepalen ook sterk hoe je je voelt. Je kunt door een mooi bos lopen en intensief denken aan het naderende einde. Waarvoor heb je geleefd? Wat voor nut had het allemaal? Hoeveel ellende heb je niet meegemaakt in je leven? Hoe vaak ben je niet onheus behandeld? Heb je ooit iets echt zinvols kunnen realiseren? Wanneer je dat soort gedachten voldoende levendig en vaak denkt, gaan ze interfereren met de dingen die je moet en wilt doen. In plaats van een voedzame maaltijd te bereiden na vijf uur, geef je je over aan een diepe wanhoop.
Voor hetzelfde geld kun je door dat bos lopen en denken: Wat fijn dat ik nog leef. Wat heerlijk om hier te kunnen lopen. Wat fantastisch dat ik er nog ben. Wat is het leven toch heerlijk. Ik ga straks een heerlijke maaltijd koken en een goed glas wijn drinken. Het leven is veel te kort, zo lang ik kan wil ik er van genieten.
Hetzelfde bos. Twee verschillende reacties. Van de ene reactie word je niet echt vrolijk, van de tweede wel. Simpel dus.
Niet altijd. Want mensen realiseren zich vaak niet dat zij controle kunnen uitoefenen over hun gedachten. Hun gedachten zijn er gewoon en daarna volgt hun stemming en hun gedrag, denken ze. Ik zou nu moeten zeggen dat dat niet zo is, maar gek genoeg zit daar veel waars in. Die gedachten die je denkt, zijn bepaald door je omgeving, opvoeding, etc. Als dat niet zo zou zijn, zouden er opeens spontane gebeurtenissen zonder oorzaak kunnen plaatsvinden en dan valt het fundament onder de wetenschap vandaan.
Het idee dat je dus ondanks die omgeving waarin je zit en ondanks je opvoeding en training en je persoonlijkheid toch in staat moet zijn om die gedachten te veranderen, is inderdaad behoorlijk wild. Toch is dit precies het idee van de Rationeel Emotieve Therapie (RET). Denk anders en je voelt je anders (hier).
Maar hoe kun je anders denken, als je als mens volledig bepaald wordt door je omgeving, door je lichamelijke eigenschappen, etc.? RET zou niet erg rationeel zijn als ze daar niet een goed antwoord op had. De verklaring is dat mensen hun gedrag aanpassen aan hun doelen op basis van eerdere ervaringen. Als je trek hebt in kaas, zoek je in de koelkast naar kaas. Je vertoont dat zoekgedrag om iets te krijgen dat er op dat moment nog niet is. De oorzaak voor het gedrag lijkt als het ware in de toekomst te liggen. In werkelijkheid is niet de toekomstige kaas de oorzaak, maar de moeilijk waarneembare trek in kaas samen met de eerdere ervaringen op dit punt.
De oplossing om je denken in het bos te wijzigen, is dus in beginsel simpel. Allereerst moet je je doel(en) explicieter maken. Wat wil ik bereiken? Wat vind ik belangrijk? Vervolgens moet je leren vooral die gedachten te denken die nuttig zijn voor het bereiken van je doel. Dat klinkt wat abstract, maar met wat sociale hulp en pressie en wat voorbeelden, blijken veel mensen dat tenslotte inderdaad te kunnen leren. Zodra ze eenmaal het trucje doorhebben, gaat de rest vaak vanzelf en kan de sociale pressie achterwege blijven. Tot zover niets nieuws lijkt mij. Toch kan dat simpele idee een echte lifesaver zijn en veel ellende besparen.
De oorzaak van depressies is dus vaak een bepaalde manier van denken. Waarom ontwikkelen mensen zulke niet-productieve gedachten? De oorzaken voor ons denken zijn sociaal. Taal is primair een sociaal iets dat mensen gebruiken om elkaar te beïnvloeden. Het is niet een hoog verheven stuk gereedschap om de objectieve werkelijkheid te beschrijven. Denken is voor een groot deel tegen jezelf praten, voorstellingen oproepen, etc. De sociale omgeving, de cultuur is dus uiteindelijk voor een groot deel de bron van dit soort depressies.
Het grappige is, dat zodra je dit weet, je het ook terug ziet komen in het taalgebruik van depressieve mensen. Ze gebruiken op een sociaal heel effectieve manier taal om anderen te overtuigen van hun volstrekte ellende. Zo'n waarneming was eigenlijk de aanleiding voor dit verhaal. In Volkskrant Magazine van 10/05/2008 op p. 10 en verder een interview met cabaretier Mike Boddé van Coen Verbraak. Boddé is zeven jaar lang depressief geweest. Zelf zegt hij daarover: "Ik heb de beproeving van zeven jaar wanhoop en ellende doorstaan." Ik begrijp wat hij bedoelt, maar de manier waarop hij het formuleert, is typerend.
De mooiste formulering in dit opzicht vind ik echter zijn antwoord op de vraag: "Hoe ziet een depressie er van binnen uit?" (p. 15). "Het is een eindeloze achtbaanrit door de hel." Ik zou het niet sociaal effectiever weten te formuleren. Maar die eindeloze achtbaanrit door de hel is wel een achtbaan die je zelf ontworpen hebt, die je zelf moet onderhouden evenals de omringende hel. Je bent er druk mee, maar echt gratis is het uiteindelijk nooit.
Dat Boddé die depressie zo treffend kan verwoorden, is geen toeval. Hij is uitvoerend kunstenaar en heeft gevoel voor drama. Verder heeft hij een sombere kant. "Ik heb een sombere kant, ben een dramazoeker." Allemaal zaken die je vatbaarder maken voor depressieve gedachten.
De oorzaak voor die depressie zoekt hij uiteraard niet in zijn eigen denken, ook dat hoort er vrij standaard bij: "Het (de depressie) had puur te maken met chemische stoffen, met een onbalans in mijn chemiehuishouding. Met de juiste medicijnen herstel je die balans." Boddé is niet gered door de medicijnen, weten we nu vrij zeker, hij is gered door zijn geloof in de medicijnen, tenminste voorlopig.
Ik had deze interessante waarneming graag beperkt tot Boddé. Op dit punt word ik helaas door mijn 'sociale omgeving' gedwongen iets te bekennen. Ik vind het moeilijk te geloven, maar kan er niet omheen. Volgens mensen die het weten kunnen, kwam dat typerende taalgebruik in die bepaalde periode ook bij mij voor. Beroerd, maar het maakt de titel boven dit stukje alleen maar aannemelijker, lijkt me.
0 reacties
Een reactie posten