26 september 2008



Omgaan met discriminatie


Op de blog van Alice Verheij vond ik een stukje met de titel: Acceptatie. In feite gaat het stukje echter over non-acceptatie. Anders geformuleerd: discriminatie. Kennelijk werd dat in dit geval een te beladen woord gevonden.

Ik heb onderstaande fragment gecopieerd en geef daarna mijn reactie (die ook op de site van Alice is te vinden).
...
Het onderwerp is het niet willen accepteren. Van werkelijkheden, van mensen die zijn zoals ze zijn, van gebeurtenissen, kortom van de wereld. Waarom dit? Waarom nu juist? Simpelweg omdat ik juist nu hiermee geconfronteerd wordt. Ongewild en onverwacht. Maar vooral omdat het niet mij kwetst (dat kan immers al lang niet meer) maar omdat het anderen kwetst die belangrijk zijn in mijn leven. En dat knaagt.

Waar gaat het om? Om mensen die zonder een ander gezien of gesproken te hebben, zonder te weten waar ze het over hebben, vooral zonder serieus na te denken en naar zichzelf te kijken. Zonder dat alles een oordeel hebben over die voor hun onbekende. Sterker nog, uit egoïstische en dus goedkope motieven uitspraken doen die ze wellicht niet hadden gedaan als die onbekende niet in de buurt zou zijn geweest. Mensen die zogenaamd tolerant zijn en dat van zichzelf vinden. Maar die als het hun uitkomt alle beschaving laten vallen. Zich goedkoop en dom gedragen en zelfs zo ver gaan dat ze anderen zoveel mogelijk willen beschadigen. Verbaal, dat wel.

In mijn wereld hebben die mensen een naam. We noemen ze ‘transfoob’. Het is de ultieme vorm van de homofoob en komt in agressievere vorm voor. In de extreem vermoorden ze mensen zoals elk jaar in dit land gewoon gebeurt. In de milde vorm (maar wat is mild) hebben ze een grote mond en maken de ander uit voor gek, gestoord, een freak of wat dan ook. Ze zijn zielig. Het is de verpersoonlijking van het kwade in de mens om uit wat voor overweging dan ook (jaloezie, onwetendheid, angst) mensen als ik, transgenders, uit te maken voor wat ze niet zijn. Het is goedkoop, stupide en discriminerend. Daarbij, het is het gericht beschadigen van de ander of op zijn minst het pogen dat te doen. Kwalijk en monsterlijk. Mensonwaardig zelfs. Het toont gebrek aan fatsoen, beschaving, inlevingsvermogen, affectie, begrip en ga zo nog maar even door.

Iedere trans, en ik bedoel echt iedere, krijgt hiermee te maken. Soms in verhulde vorm, soms in de kwalijke gewelddadige vorm. Als het in de richting van het laatste gaat is er maar één aanpak mogelijk. Keihard via alle juridische wegen die mogelijk zijn. Hoewel publiek schandpalen geen kwaad zou kunnen. Komt het in de mildere vorm voor dan rest er eigenlijk alleen minachting als logische emotie van een beschaafd mens. Hoe het zit is hier niet van belang maar recent heb ik zelf weer eens mogen ervaren wat een vijandigheid lelijke mensen aan de dag kunnen leggen als je in de weg staat naar hun idee. Hoe gemakkelijk ze denken de kwetsbaarste plek te treffen door je te veroordelen en beschimpen om wie je bent. En als je dat dan niet eerder ervaren hebt in die mate dan heeft dat een schokeffect. Bij mij in ieder geval wel. Het doet je realiseren dat er in de wereld ‘predators’zijn. Roofdieren die een kwetsbaarheid bij een ander mens zoeken en dan proberen toe te slaan.

In het begin is de reactie nog afstandelijk zo merk ik bij mezelf. Een beetje in de trand van ‘o, daar heb je weer zo’n idioot…’ . Maar als het zich doorzet, er herhaling optreedt, als je beledigd wordt of mensen in je omgeving worden beledigd door wat er over je gezegd wordt, dan verdwijnt de afstandelijkheid. Omdat ik niet hetzelfde wil zijn als zo’n mens reageer ik niet op dezelfde manier terug. Wel verlies is begrip en respect voor die mens. Die mens wil ik niet in mijn omgeving en niet in de omgeving van de mensen met wie ik om ga. Zo’n mens omzeil ik, ga ik uit de weg, wil ik niet zien, niet horen, niet ontmoeten. Zo’n mens kan ik niet verdragen. Want zo’n mens is opzettelijk dom. Hoe meer je hoort van het gedrag van zo’n mens hoe lager die wordt in je beleving.
...
Je stukje beschrijft goed wat voor emoties zoiets oproept. Helaas levert het in de praktijk vaak niet alleen een hoop negatieve emoties op, maar uiteindelijk vaak ook daadwerkelijke schade voor je persoonlijke leven.

Hoe moet je daarmee omgaan? Wat ik geleerd heb, is dat je een bepaalde instelling nodig hebt, een soort vechtmentaliteit, die je in het begin meestal niet hebt. Dit soort lullige dingen hoort er gewoon bij of je dat leuk vindt of niet.

Je hebt zelf het idee dat dit soort dingen niet horen, dat ze ziek zijn, etc. Je hebt het gevoel dat je onterecht behandeld wordt.

Maar bekijk het nu eens anders. Jij wijkt af. Jij bent anders en je bent voor de ander ook nog op een fundamenteel punt anders. Alles wat afwijkt, is voor veel mensen een bedreiging. Jij vormt door je aanwezigheid, door je bestaan alleen al, een bedreiging van hoe de wereld zou moeten zijn (in hun opvatting).

Een niet uit de kast gekomen T vertelde me net nog hoe een buitenlandse collega, een aardige, rustige man over een nogal duidelijk homofiele collega had opgemerkt: ”Die man moet dood, dood!”

In het land waar die man vandaan kwam, was dat de norm. Geloof maar rustig dat heel veel mensen dat bij T’s ook denken. Heb je nog nooit gehoord van de holocaust? Geloof maar niet dat de menselijke natuur sinds die periode veel veranderd is.

Dat opwinden over al die domme mensen, helpt dus niet, kost alleen maar energie. Ik probeer juist andersom te denken. Ik weet dat er genoeg mensen zijn die mijn aanwezigheid, mijn bestaan als een inbreuk op hun veilige, vredige wereld zien. Soms worden dat openlijke pogingen om je ten val te brengen, vaak zijn het achterbakse opzetjes om je op een of andere manier te beschadigen of te benadelen.

Ik denk dan: “Er zijn zoveel mensen die in feite graag zouden willen dat ik gewoon verdween en dat willen ze al zoveel jaren en het is nog steeds niet gelukt! Fantastisch toch! Sterker nog: ik ben gezond, ik heb een fantastische relatie, ik heb fantastische kinderen en dingen gaan beter dan ooit tevoren. Kom maar op!

Het verschil is dus een attitudekwestie. Vroeger dacht ik als je op basis van mijn openlijke T-zijn lullig behandeld werd, dat dat erg oneerlijk en gemeen was. Nu zie ik iedere confrontatie als iets dat er bijhoort en ik tel iedere overwinning, ieder moment dat ik hier op deze wereld openlijk als T ben.

Wat ik ook herken, is die reactie van niets met dat soort mensen te maken willen hebben. Ja, dat is de natuurlijke reactie, maar soms kan dat niet. In beginsel heb je twee mogelijkheden: vluchten of vechten.

Ik zoek de confrontatie niet, maar ik denk wel dat T’s veel te veel over zich laten lopen. Net als de Joden zullen we moeten leren vechten als je hier op deze wereld als T een normaal bestaan wilt hebben.

Neem bijvoorbeeld zo’n lullig en discriminerend artikel als wat afgelopen zaterdag in NRC Handelsblad verscheen, waardoor alle T’s op een gigantische en lullige manier in de hoek worden gezet. Ik protesteer daar tegen op mijn site, ik stuur een stuk naar travestie.org, ik doe aangifte bij het Meldpunt Discriminatie Amsterdam. Ik kom er in een reactie op de site van het NRC op terug. Ik alarmeer de LKG T&T.

Maar wat krijg ik te horen van andere T’s? We moeten vooral heel voorzichtig zijn tegenover zo’n grote en belangrijke krant als de NRC.

Een niet-T die ik dit vertelde, reageerde met: ‘Sorry, maar als je zo reageert, vraag je er ook om gediscrimineerd te worden. Als je niet eens stelling durft te nemen tegen zo’n discriminerend artikel, dan moet je verder ook maar je mond houden. Dan vraag je er zelf om!’

Zo heb ik ook geleerd dat als je soms tenslotte afstapt op mensen die je vreselijk discrimineren (daar komt het toch uiteindelijk op neer) en je vraagt wat er nu eigenlijk is, dat je dan soms te horen krijgt: ”Ja, maar ik vind die relatie met jou ook heel moeilijk, want jij bent t….”

Ik zeg dan: “Luister eens, er zijn volgens het laatste bevolkingsonderzoek in Nederland in ieder geval 240.000 travestiete mannen en daar ben ik er een van. Vermoedelijk heb je al hele series travestieten meegemaakt, zonder je dat ooit te realiseren.”

Maar goed, toch hebben die mensen het er soms best moeilijk mee, merk je dan en dan kom je zelf toch wel heel anders te staan tegenover ‘dat soort mensen’. Zij hebben gewoon geleerd dat zoiets helemaal verkeerd is en dan kom jij opeens dwars door die van jongs af aan geleerde opvattingen heen fietsen.

Je merkt dan ook dat die mensen vaak hele wilde opvattingen hebben over t’s die vaak helemaal niet kloppen.

Als je zo’n artikel als in NRC Handelsblad leest, begrijp je hoe ze aan die opvattingen komen.

Aan de andere kant gaan t’s zelf ook lang niet vrijuit. Ik heb net een aantal sites van travestieten bekeken met daarop vooral hun plaatjes. Wat voor indruk maken die sites en die plaatjes op een normaal mens?

Of kijk eens naar het uiterlijk van een verzameling t’s? Als t’s er in doorsnee uitzagen als knappe, verzorgde, jonge meiden zouden ze echt heel wat gemakkelijker geaccepteerd worden, geloof dat maar.

Maar bijna alle t’s die ik meemaak, vinden hun uiterlijk hun zaak. Zij moeten zich lekker voelen in die kleding. Zij moeten geaccepteerd worden zoals ze zich kleden en zoals ze zijn. En verder vinden ze zichzelf vaak toch wel erg mooi, sexy en vrouwelijk ook al komen ze vaak vooral over als verklede man. Op die manier maak je het voor de buitenwereld ook niet gemakkelijk je als normaal te zien.

Als vrouw kom je niet geloofwaardig over en kun je de concurrentie met echte vrouwen volstrekt niet aan. Als man kom je ook niet geloofwaardig over en kun je de concurrentie met andere mannen absoluut niet aan. Maar vervolgens wil je wel dat iedereen je accepteert zoals je bent. Maar wat ben je eigenlijk? Man? Vrouw? Die tussencategorie van T’s bestaat voor gewone mensen niet echt. Niet realistisch dus om te denken dat iedereen je moet en zal accepteren.

Wat nog erger is: door dat typische beeld dat de meeste travestieten neerzetten van man in vrouwenkleren die vrouw probeert te zijn, worden ook de t’s die er wel in slagen leuk over te komen, in een bepaalde hoek gedrukt waar je liever niet in wilt zitten. Ook al zie je er misschien goed uit, uiteindelijk, wanneer het uitkomt, word je toch geassocieerd met al die merkwaardig ogende ‘manvrouwen’.

En dan kan het dus gebeuren dat men puur en alleen op grond van het feit dat je T bent, bij voorbaat een uiterst negatief oordeel over je velt.
Ik zeg niet, dat dat leuk is, maar het hoort er wel bij. Wat had je dan verwacht?

Even wakker worden graag! Welkom in de echte wereld.

Kortom: stel je erop in, het hoort er gewoon bij. Niet zeuren, maar er zo goed mogelijk mee omgaan. Zie het als iets positiefs als je ondanks dit soort lulligheden toch doet en klaar krijgt, wat je wilt doen. Schuw het gevecht niet, want als je niet bereid bent te vechten, heb je uiteindelijk geen leven.

Succes!

4 reacties

Anonymous Anoniem zei...

Beste Mik,
dank je voor je zeer uitgebreide reactie op mijn blog over non-acceptatie. In grote lijnen kan ik me goed vinden in je reactie. Echter...
Ik blijf non-acceptatie niet accepteren. Het is een keuze die ik maak om mijn ongemak met de reacties die soms gegeven worden op transgenders als ik te laten merken. Gewoon omdat ik nu eenmaal de mening heb dat die reacties onterecht en stupide zijn. Getuigen van gebrek aan empathie en fatsoen.
Ik pas er voor om te capituleren voor de the bloody ignorent..

Hartelijke groet,
Alice

vrijdag, september 26, 2008  
Blogger Mik van Es zei...

Bovenstaande reactie is ook te vinden op de blog van Alice Verhey samen met nog een andere.

Mijn reactie op haar reactie is daar ook te vinden.

zaterdag, september 27, 2008  
Anonymous Laura An zei...

Ik kan met beide reacties akkoord gaan en ook weer niet.
We kunnen schreeuwen om acceptatie, maar de beslissing om te geven is aan hun. Graag zou ik het ook willen dat we hun kunnen verplichten het te accepteren, maar ieder beslist voor z'n eigen.

Negeren of terugvechten. 't Werkt allebei wel of niet. Realiteit is, de grote massa blijft beslissen over ons leven.
Ik vind het wat hypocriet om te zeggen dat het allemaal ligt aan hoe je er tegenop kijkt.
Als je uiteindelijk zonder vriendschappen komt te staan, zonder werk, ... . Welke overwinning heb je dan? De enige overwinning die ik zie, is diegene voor jezelf tov jezelf. Dat je kan zeggen dat je tenminste jezelf bent en blijft.
Maar kan je daarvan leven?

Ik denk dat er pas enkel iets veranderd als we zowel het negeren als het vechten kunnen combineren. En als we, zoals je zelf al aangeeft, solidair achter elkaar staan. Alleen zal het niet gaan. Momenteel hebben we een verkeerd "leger" dat voor ons opkomt.

Grtz

zondag, september 13, 2009  
Blogger Mik van Es zei...

Bedankt voor je reactie, Laura An. Op veel punten ben ik het met je eens.

Wij kunnen wel vinden dat we geaccepteerd moeten worden, maar we kunnen andere mensen niet dwingen om ons te accepteren, stel je. Uiteindelijk nemen zij de beslissing: ze moeten je wel of ze moeten je niet. Heel vaak is dat, dat ze je niet moeten en of je het leuk vindt of niet, dat heeft vaak grote gevolgen voor je leven. Helemaal mee eens.

Aan die beslissing die anderen mensen nemen om je wel of niet te accepteren, kun je meestal niets veranderen. En dan kom je soms in een heel beroerde situatie terecht die niet gemakkelijk is. Klopt!

Maar het enige waar je wel wat aan kunt doen, is hoe jijzelf met dit soort dingen omgaat.

Toen ik de eerste keer zoiets meemaakte, wilde ik het niet geloven. Ik vergiste me, hield ik mezelf voor. Toen het zo vaak gebeurd was, dat ik het niet langer kon ontkennen, vond ik het zo erg, dat ik er niet over kon praten. Daarna kwam een tijd dat het mijn denken beheerste. Vervolgens werd ik boos, vreselijk boos.

Daarna kwam de tijd dat ik sommige mensen met hun gedrag confronteerde. Dat leidde tot veel discussie, soms ruzie en leverde verder weinig op. Want zij vonden hun eigen gedrag heel begrijpelijk gegeven de omstandigheden en ik vond dat gedrag niet te verteren.

Tenslotte, na een heel lange tijd, maakte ik de balans op. Het ging niet goed met mij, ik dreigde er onderdoor te gaan.

Toen herinnerde ik me een boek. Een Franse jodin was in de oorlog in het concentratiekamp terechtgekomen, had dit overleefd en had om haar traumatische verleden te verwerken daar een boek over geschreven. Dat boek was één grote aanklacht en jammerklacht. En het mocht niet baten, want de last van het verleden was haar te zwaar. Ze pleegde tenslotte zelfmoord.

Maar ik kende ook een andere Jood die de kampen had overleefd. Hij had ondanks die traumatische ervaringen een vrouw gevonden, een groot gezin gesticht en een prachtig bedrijf van de grond getild en genoot met volle teugen van het leven.

De Franse jodin was niet in staat haar verleden van zich af te schudden. Het bleef haar achtervolgen en overheerste haar leven. Door die reactie kreeg Hitler haar tenslotte als het ware toch nog te pakken, maar zij leverde hem, in haar opwinding en verontwaardiging, de benodigde hulp.

Ik deed precies als zij, realiseerde ik me. In plaats van de gevolgens te beperken van die kwalijke behandeling, maakte ik de gevolgen veel groter dan ze eerst waren.

In plaats van mijn schouders op te halen en te zeggen dat ik blij was dat ik nog leefde, dat ik gezond was, etc. stopte ik veel tijd en energie in het onrecht dat mij voor mijn idee, was aangedaan. Leidde dat ergens toe? Ja, dat leidde ertoe dat ik me belabberd voelde en dat ik me druk maakte over dingen die ik toch niet meer kon veranderen.

Ik was ongetwijfeld lullig behandeld, maar in plaats van door te gaan met de dingen die ik wilde bereiken, had ik een groot deel van mijn energie en tijd besteed aan dat onrecht en op die manier de schade voor mezelf nog vele malen groter gemaakt.

Ik was in feite uitermate dom bezig geweest doordat ik me had laten meeslepen door mijn emoties. Dat is een hele natuurlijke en begrijpelijke reactie, die heel veel mensen hebben, maar als het ten koste van jezelf gaat, is het niet meer echt slim.

De truc is ´blijf kalm´. Ga na bij jezelf, wat je wilt bereiken en laat je niet afleiden door allerhande onbenullige mensen met domme vooroordelen. Je tijd en je energie kun je maar eenmaal besteden, besteed ze liever aan een positief doel.

Dus niet dippen (Denken In Problemen), maar dimmen (Denken in Mogelijkheden).

dinsdag, september 15, 2009  

Een reactie posten