02 januari 2009



Foute Foekjes*


In NRC Handelsblad (10/10/2008) staat in de bijlage Boeken (p. 10) een stukje van Guus Middag: Foekje was een vrouw. Het is een bespreking van het boek van Max Dohle: Het verwoeste leven van Foekje Dillema.

De bespreking begint zo: "Er zijn van die boeken die je maar liever ongelezen laat. Het boek van Max Dohle over Foekje Dillema was er zo een."

Foekje werd geboren in 1926 in Burum, een dorpje bij de grens van Friesland en Groningen. Ze is de derde dochter in een gezin van acht. Bij een spelletje in de gymnastiekzaal ziet de trainer dat ze erg hard kan lopen. In 1948 loopt ze haar eerste wedstrijd die ze met voorsprong wint. Maar die overwinning telt niet omdat ze te laat was met inschrijven. In 1949 maakt ze in Londen grote indruk op de 100 en 200 meter en wordt ze uitgeroepen tot 'athlete of the match'. Men spreekt over haar als de 'stoomwals' omdat ze de concurrentie verplettert. Ze begint nu een serieuze bedreiging te vormen voor de Olympische kampioene Fanny Blankers-Koen, die ook wel de 'vliegende huisvrouw' werd genoemd.

Op 13 juli 1950 wordt ze, terwijl ze op weg is naar een groot landentoernooi in Frankrijk, in Hilversum uit de trein gehaald door drie mannen van de KNAU en krijgt ze te horen dat uit een eerder afgenomen seksetest blijkt dat ze geen vrouw is. Tegen haar teamgenoten zegt ze: "Ze zeggen dat ik geen meid ben." Ze wordt voor de rest van haar leven geschorst. Met een enkele reis naar Buitenpost wordt ze terug naar huis gestuurd. Bijna twee jaar lang durft ze niet buiten te komen. Foekje heeft er nooit meer over willen praten. Het was allemaal te erg.

Middag merkt op: "Dat Foekje een vrouw was is zeker. Dat zij nooit geschorst had mogen worden ook. Dat zij schandalig behandeld is eveneens. Maar daarmee is het drama van 13 juli 1950 niet meer terug te draaien." Moet er een plaquette komen op het station van Hilversum? Moet er eenmaal per jaar geen treinverkeer zijn tussen Hilversum en Buitenpost? Maar een monument voor Foekje is er al: dit boekje.

Tot zover Guus Middag. Het is een triest verhaal uit een voorbije tijd en het is mooi dat we het nu gelukkig allemaal totaal anders zien.

Dan moet ik denken aan al die andere Foekjes. Al die andere foute vrouwen. Vrouwen die net als Foekje soms te mannelijk ogen en net als Foekje een Y-chromosoom met zich meesjouwen, dat ze liever niet hadden.

Is het tegenwoordig echt zo anders? Waarom hoor ik dan zo vaak verhalen over pesten, over ontslag, over gebrek aan acceptatie, over zelfmoord?

Voor Foekje kunnen we niets meer doen. Aan een plaquette heeft ze niets meer. Een treinenloze dag helpt haar niet. En ook dat boekje kan haar niet meer troosten.

Gaan we over 50 jaar ook een boekje schrijven over de foute vrouwen die nu leven en dan dood zijn? Over hoe schandelijk die behandeld werden en dat ze toch eigenlijk wel echt vrouw waren? En gaan we dan voorstellen een plaquette te plaatsen en een treinenloze dag te houden? Om tenslotte te concluderen dat dat boekje eigenlijk al een mooi monument is? En gaan we daarna allemaal weer tevreden slapen?

De samenleving zit niet te wachten op foute vrouwen, of foute mannen. Die wil echte vrouwen en echte mannen. Niet iets dat er tussenin zit. Dat was in 1950 zo, dat is nog steeds zo. En trieste boekjes, plaquettes en spoorloze dagen veranderen dat niet.

Ik denk dat al die foute vrouwen en al die foute mannen zich daar maar op moeten instellen. Want zo'n boekje na je dood, is heel mooi, maar je leeft maar eenmaal. Je zult je nu moeten zien te redden in een wereld die jou ziet als iets dat niet goed past, dat er eigenlijk niet zou moeten zijn. En natuurlijk word je als foute vrouw of foute man soms schandelijk behandeld. Niet altijd en niet door iedereen. Maar soms is het onmiskenbaar. En net als in de oorlog kijken veel mensen dan liever even weg. Ik praat het niet goed, maar constateer het wel.

Foekje was niet voorbereid op wat haar overkwam. Ze trok het zich aan en ze trok zich terug. Ze wilde er niet meer over praten.

Ik heb geen gemakkelijke oplossing, maar weet wel dat de foute Foekjes dit zelf zullen moeten oplossen. Ik weet ook, dat de dingen die Foekje deed, hoe begrijpelijk ook, het er niet beter op maakten. Het helpt om voorbereid te zijn. Iets dat Foekje niet was. Het helpt om het van je af te laten glijden, in plaats van het je aan te trekken. Iets dat Foekje, heel begrijpelijk, niet deed. Het helpt om je niet terug te trekken, hoe natuurlijk die reflex ook mag zijn. En het helpt om er over te praten, hoe moeilijk dat eerst ook is. En misschien helpt schreeuwen ook wel, want zo werkt het nu eenmaal in een democratie.

Biologen zeggen dat een dier kan kiezen uit twee totaal verschillende reacties: het kan vluchten of het kan vechten. Vluchten is prima, als het kan. Maar als foute Foekje vluchten in deze wereld, helpt uiteindelijk niet, want overal blijf je een fout Foekje. Daarom blijft er maar één optie over: blijven en vechten. Maar omdat we voorgeprogrammeerd zijn niet onnodig te vechten, is de reflex om te vluchten soms bijna onbedwingbaar. Toch moet die bedwongen worden als je niet je hele leven op de vlucht wil blijven. Niet klagen, maar aanklagen!

Er is nog een belangrijk punt dat de foute Foekjes zelf kunnen doen. Samen sta je sterker. Als eenling ben je zwak, als groep ben je sterk. De foute Foekjes moeten elkaar steunen en zich organiseren. Ook dat is een lastige les. Foekje wou alleen zijn met haar verdriet en die reactie is begrijpelijk. Maar duizend foute Foekjes bij elkaar is een leger. Voor die 240.000 foute Foekjes die Nederland volgens het laatste bevolkingsonderzoek in ieder geval telt, zou dat een kleinigheid moeten zijn: minder dan een half procent.

Wordt het niet de hoogste tijd dat al die foute Foekjes ophouden met wegkruipen, ophouden met stil en eenzaam in een hoekje te zitten en eigenlijk niet willen praten over dat wat ze zo vreselijk fout maakt? Wordt het niet de hoogste tijd dat ze zich laten zien, dat ze stevig aan de bel trekken als hun burgerrechten worden geschonden, dat ze stelling nemen tegen de verschillende vormen van discrimiatie? En dat ze bij elkaar komen, elkaar steunen en samen in actie komen?

Afgelopen zaterdag was het weer Transgender Remembrance Day. Hoeveel transgenders moeten er nog vallen voordat de foute Foekjes massaal besluiten uit de kast te komen, zich te organiseren en hun lot in eigen hand te nemen?


---------------
* Eerder gepubliceerd in Transformatie 25, nr. 6, 2008, p. 23-24.

0 reacties

Een reactie posten