17 oktober 2009



Heerlijk, lastig uiterlijk


We zitten te vergaderen over de aanpak van transgender-problemen. 'We' zijn een transseksueel, een she-male, een bio-vrouw, en twee travestieten. Ik ga door voor een van de twee travestieten, hoewel ik vaker als 'man in rok' door het leven ga. Omdat ik op de fiets ben gekomen, ben ik praktisch geweest en heb de rok achterwege gelaten. Ik ben daardoor vandaag de enige 'man' in het gezelschap.

De bio-vrouw zegt: Het gaat er niet om, hoe je er uitziet, het gaat erom wie je bent. Ik begrijp haar en ben het met haar eens. Het transgender-uiterlijk is de verpakking. Die verpakking doet er uiteindelijk niet toe.


Heerlijk en lastig

Tegelijk realiseer ik me dat klassieke transgenders zelf dit heel anders zien. Dat vervrouwelijkte uiterlijk, die verpakking, is voor hen juist van groot belang. Het is een voorrecht, een reden om je fijn en heerlijk te voelen.

Toen ik F. leerde kennen, was het onmiskenbaar een man. Toen ontdekte F. dat ze zich eigenlijk toch meer vrouw voelde. De laatste keer dat ik F. ontmoette, was ze volledig verkleed als vrouw en gebruikte ze een vrouwennaam. Toen F. nog een mannelijk uiterlijk had, vond ik F. een leuk mens. Dat ze nu een vrouwelijk uiterlijk heeft, maakt me weinig uit. F. is precies hetzelfde leuke mens gebleven. De verpakking is anders, de rest hetzelfde.

Ik heb dat ook wel eens tegen F. gezegd. 'Het maakt mij niet, hoe je er uitziet.' Voor F. zelf is dat uiterlijk echter een belangrijk punt. Voorzover ik weet, geldt dat voor veel travestieten en transseksuelen. Mensen die hen wat beter kennen, vinden die uiterlijke verschijningsvorm niet meer belangrijk, voor henzelf is die wel belangrijk.

Verder klopt er in bovenstaande iets niet. Waarom zegt mijn gesprekspartner dat het uiterlijk er niet toe doet en waarom ben ik het met haar eens? Stel dat ik als man uitga met een leuke vrouw. Zeg ik dan: 'Het maakt mij niet, hoe je er uitziet.' Vast niet.

De betekenis van die opmerking is zoveel als: je moet je door het uiterlijk niet van slag laten brengen. Het gaat niet om het uiterlijk, maar om het innerlijk. Je moet door het uiterlijk heen kijken om de mens onder dat uiterlijk te zien.

Maar dat houdt dus in, dat het uiterlijk bij klassieke transgenders in eerste instantie wel degelijk lastig is. Je moet er aan wennen. Je moet leren er doorheen te kijken. In feite klopt de stelling van onze biovrouw dus niet. Dat uiterlijk doet er dus in de praktijk wel toe. Kennelijk is dit een belangrijk punt waarop klassieke transgenders afwijken.

Natuurlijk is dat alleen waarneembaar op de momenten dat men verkleed is en onder de mensen komt. Veruit de meeste transgenders zitten nog in de 'kast' zoals dat heet en dan speelt het probleem (nog) niet.

Tijdens het overleg blijkt even later dat de transvrouw moeite heeft met het idee dat het uiterlijk van transgenders afwijkt en dat dit een negatieve invloed zou kunnen hebben.

Ook dat begrijp ik. De transvrouw heeft een vast uiterlijk. Ze kleedt zich steeds op dezelfde manier, maakt zich steeds op dezelfde manier op. Het gevolg is dat je het effect van je uiterlijk op de sociale omgeving niet meer merkt. Het effect is constant geworden, het is altijd hetzelfde.

Maar iets eerder heeft ze me verteld dat haar lage stem soms tot verwarring leidt over haar sekse. Ook die stem is iets dat uiterlijk waarneembaar is en omdat de stem als het ware niet past bij een doorsnee vrouw, werkt dat verwarrend voor mensen die je niet kennen. Het uiterlijk geeft dus ook in haar geval wel problemen.

Ik denk dat er nog een reden is, waarom transgenders de problemen die het afwijkende uiterlijk veroorzaakt, niet (willen) zien. Dat is het punt dat ik al eerder noemde. Voor de transgender is dat vervrouwelijkte uiterlijk een belangrijk iets. Het is als het ware een stuk van de eigen identiteit. Pas met zo'n vrouwelijk mogelijk uiterlijk kan men echt gelukkig zijn, heeft men geleerd.

Om dit te begrijpen, moeten we kijken naar het travestie-verleden dat bijna alle klassieke transgenders gemeenschappelijk hebben. Travestie begint in de kast of in de eigen droomwereld. Vrouwen worden opwindend gevonden en daarmee ook vrouwenkleding en de vrouwenrol. Behalve dat het denken of spelen van die vrouwenrol opwindend is, is het tegelijkertijd ook rustgevend en ontspannend. We weten dit op basis van het promotie-onderzoek van Paul Vennix. De motiveringen die travestieten geven, blijken uiteindelijk terug te brengen tot deze twee groepen.

Travestie is dus niet vreemd of afwijkend gedrag, maar normaal instrumenteel gedrag. Je doet normaal iets om iets te krijgen. Je doet aan travestie om bepaalde positieve gevoelens bij jezelf terug te krijgen.

Het gevolg van die travestie is dat de betrokken persoon geconditioneerd raakt op het eigen vervrouwelijkte uiterlijk en de vrouwenrol. Het vervrouwelijkte uiterlijk en de vrouwenrol krijgen voor de betrokkene een sterke pluslading. Het vrouwelijke uiterlijk wordt iets positiefs, dat de moeite waard is om met alle inzet na te streven evenals de vrouwenrol (het vrouw zijn).

Ieder verstandig mens wil graag gelukkig worden. Je gelukkig voelen is voor transgenders gekoppeld aan dat vervrouwelijkte uiterlijk. Je streeft in deze omstandigheden dus naar een steeds verdere vervrouwelijking. Dat dat vervrouwelijkte uiterlijk bij andere mensen misschien wat vreemd of afwijkend overkomt, wordt minder relevant gevonden. Gegeven die koppeling ogenschijnlijk een verstandige beslissing. Zeg nu zelf: Wat is belangrijker, dat je je gelukkig voelt of dat je in de ogen van andere mensen perfect normaal overkomt?

Over het uiterlijk van klassieke transgenders kunnen we dus twee dingen opmerken.
1. Dat uiterlijk levert voor andere mensen vaak iets van een probleem op.
2. Terwijl dat uiterlijk bij de transgenders zelf juist positieve gevoelens oproept.
Door het tweede punt is het eerste punt voor transgenders lastig te zien en te erkennen of ze zien het als irrelevant.


Discriminatie-mechanisme

Ik denk dat het uiterlijk voor een deel het mechanisme vormt, waardoor transgenders in de maatschappij gemakkelijk anders behandeld worden dan 'normale' mensen. Gastvrouw Jeanine van de Groningse T&T drukt het zo uit: 'Het probleem met travestie is dat het zo vreselijk zichtbaar is.' De meeste klassieke transgenders weten dat ook en blijven daarom liever in de kast.

Het andere deel voor dat discriminatie-mechanisme (want dat is het in feite) is het gedrag. Een man die zich kleedt als vrouw of vrouw wil zijn overtreedt met zijn/haar gedrag een sociale norm. Mensen koppelen aan zo'n norm-overschrijding gemakkelijk een negatief oordeel. Het is verkeerd. Het is fout. Over dat normoverschrijdende gedrag als bron voor discriminatie zal ik het in deze notitie verder niet hebben. Ik beperk me hier verder tot dat foute uiterlijk.


Moeilijke punten

Waardoor is het uiterlijk van klassieke transgenders vaak wat 'moeilijk' voor andere mensen?

1. Weinig lichamelijke aanleg. Een punt waardoor het transgender-uiterlijk niet goed overkomt, is dat mannen qua lichaam in het nadeel zijn. Ze hebben geen vrouwenlichaam. En dan gaat het niet om zaken als vagina en borsten, want die doen er in dit opzicht helemaal niet toe, maar om kleine, subtiele détails in het gezicht en in de lichaamsbouw. De man kan te lang zijn. De stem kan te laag zijn. Het gezicht te mannelijk. Het figuur kan verkeerd zijn. De natuur heeft in dit opzicht mannen meestal niet royaal bedeeld en vrouwen een stuk royaler, iets dat natuurlijk nog al voor de hand ligt.

Een verwant punt is dat vrouwen gewoon knapper zijn dan mannen. Knappe vrouwen blijken meer kinderen te krijgen dan minder knappe vrouwen. Voor knappe mannen is die relatie er niet. Het evolutionaire gevolg is dat vrouwen steeds knapper worden en dat mannen steeds verder achterblijven.

Ook medische ingrepen hebben in dit opzicht vaak geen overtuigend effect. Medici denken in termen van primaire en secundaire geslachtskenmerken. In de praktijk doen die er normaal niet toe om als vrouw over te komen en is men dus vooral druk met in feite overbodige ingrepen.

Een geslachtskenmerk als baardgroei is wel lastig, maar vergt geen medisch ingrijpen. De baard moet of weggewerkt of cosmetisch verwijderd worden. De onder transgenders populaire hormoonbehandelingen bederven vaak wel het figuur doordat men te dik wordt, maar verbeteren meestal het gezicht niet wezenlijk. Het gezicht is echter voor een vrouw het belangrijkste communicatiemiddel met haar sociale omgeving.

Transgenders verwachten van hormoonbehandelingen en gender-teams veel, misschien wel het onmogelijke, terwijl ze door de voorgaande conditionering niet meer in staat zijn kritisch naar zichzelf te kijken.

De natuur werkt dus meestal niet echt mee en medisch ingrijpen kan daar vaak maar weinig aan veranderen. De uitgangspositie voor de meeste biologische mannen om als vrouw over te komen is gewoon ongunstig. Natuurlijk zijn er sporadische uitzonderingen, maar voor de grote groep klassieke transgenders is dit helaas juist. Men zit altijd met de beperkingen van het (lelijke) mannenlichaam en dan gaat het beslist niet om borsten en de plek tussen de benen.

2. Weinig geestelijke aanleg. Om met succes de vrouwenrol te spelen, is er een bepaald specifiek gedrag nodig. Veel klassieke transgenders hebben echter door opvoeding en door aanleg vooral mannelijk gedrag geleerd en ontwikkeld. Een duidelijk voorbeeld is bijvoorbeeld flirten met een man. Voor een heteroseksuele man is dat normaal een ver van zijn bed show. Een ander voorbeeld is te weinig aandacht voor de verzorging van het eigen uiterlijk. Weer een ander voorbeeld is te hanig gedrag.

3. Opgegroeid zijn in de 'kast'. Klassieke transgenders ontwikkelen zich normaal in de 'kast', in het verborgene. Ze leren daardoor het eigen uiterlijk te gebruiken om bij zichzelf positieve gevoelens op te roepen. Het gevolg is dat deze transgenders hun kleding niet kiezen op basis van de te verwachten sociale reacties (wat mensen normaal wel doen), maar op basis van de eigen emoties.

Voor sociaal effectief kleden moet men echter leren hoe andere mensen reageren op die kleding en op dat uiterlijk. Daarvoor moet men dus volledig gericht zijn op de reacties die men bij andere mensen oproept. Men moet zich afvragen: 'Hoe kom ik in deze kleding over?'

Maar doordat transgenders vooral vooral geleerd hebben het verkleden te gebruiken om bij zichzelf positieve gevoelens op te roepen, is dit een fundamenteel ander uitgangspunt. Transgenders kleden zich om zich fijn te voelen of om tot rust te komen of om gelukkig te zijn. De normale manier van kleden is echter dat we ons voor een belangrijk deel ook kleden met het oog op de reacties van andere mensen. We willen er goed uitzien, we willen niet uit de toon vallen, etc. Dit is dus een totaal andere manier van kleden dan klassieke transgenders juist geleerd hebben.

G. vertelde me laatst, dat ze als kritiek op haar uiterlijk van een andere transgender te horen had gekregen, dat ze zich te zwaar opmaakte. Ik weet niet of die kritiek in haar geval terecht was, maar in ieder geval was de reactie van G. wel informatief. 'Ik vind een beetje zware make-up sexy,' zei ze. Het punt hier is dus niet of dit wel of niet sexy was, maar dat het volledig ging om de eigen gevoelens.

Wel is het zo, dat door uit de kast te komen en meer onder de mensen te komen, transgenders zich in de praktijk aangepaster gaan kleden. Ze leren door de optredende reacties automatisch en ongewild dat sommige kleding sociaal beter valt, dan andere.

Maar tot een volledige omschakeling komt het vermoedelijk maar zelden. Natuurlijke vrouwen zijn vaak zeer bedreven in zichzelf zeer effectief te presenteren en ze zijn ook gewend daarvoor veel moeite te moeten doen, terwijl klassieke transgenders door de bank genomen, daar gewoon veel minder handig in zijn en daar ook minder gemotiveerd voor lijken.

Anders geformuleerd: de meeste klassieke transgenders hebben nooit geleerd zich sociaal effectief en optimaal te kleden of ze vinden dat punt niet relevant of ze denken dat ze dat al doen, omdat ze hun kleding zelf emotioneel bevredigend vinden.

4. Te weinig moeite doen en het niet belangrijk vinden. Vrouwen besteden veel tijd aan het zich verzorgen en het opmaken. Ze vinden dat belangrijk. Het gezicht en de kleding is hun visitekaartje. Mannen hebben echter van huis uit het idee dat het uiterlijk er niet zo veel toe doet. Transgenders zijn vervolgens ook nog vrijwel volledig gericht op de eigen emoties. In werkelijkheid moeten transgenders een veelvoud van de tijd die een vrouw besteedt om een vergelijkbaar resultaat te halen. Ze moeten de baard wegwerken. Ze zitten met veel meer lichaamsbeharing. En omdat ze van origine man zijn, springen kleine slordigheden nadrukkelijker naar voren dan bij biologische vrouwen. Het luistert allemaal nauwer en is allemaal lastiger.

Maar transgenders zijn door hun 'opleiding in de kast' er vaak juist van overtuigd dat het ook prima snel kan. Men ziet dus niet de noodzaak om daar vreselijk veel tijd en zorg aan te besteden. Natuurlijk verschilt dit punt ook weer per persoon. Maar heel vaak heb ik slordigheden gezien, die ondenkbaar zijn bij echte vrouwen. Verder hoor ik vaak dat men in feite sneller werkt dan vrouwen die ik ken.

Dit punt geldt niet voor alle transgenders. Sommigen zijn heel precies en verzorgd. Maar soms zie je ook dingen die echt te slordig, te gemakkelijk zijn. In de praktijk is dit dus wel degelijk een punt dat speelt.

5. Vrouw willen zijn. Transgenders zijn vaak sterk gericht op het overkomen als vrouw en zijn vaak bang als man herkend te worden. Maar echte vrouwen hebben die preoccupatie niet. Die proberen er vooral leuk uit te zien. Het gevolg is dat de inspanning anders gericht is.

Volgens mij is dit een verkeerd uitgangspunt. Mensen vinden het belangrijk hoe je er uitziet. Dat wil zeggen: ze reageren op je uiterlijk. Als je er goed uitziet, komen ze naar je toe. Als je er slecht uitziet, kijken ze van je weg of gaan ze van je weg. Maar mensen interesseren zich normaal niet voor iets vaags als je 'echte geslacht'. Het zal hun worst zijn.

Succesvolle transgenders (transgenders die er met succes in slagen als vrouw over te komen) blijken zich meestal ook helemaal niet erg druk te maken over de vraag of ze wel of niet als vrouw overkomen. Ze zijn in plaats daarvan druk met proberen er leuk en verzorgd uit te zien. Het onderscheid man--vrouw is meer iets voor filosofen.

6. Niet willen opvallen. 'Wanneer je niet opvalt, is het goed,' vinden veel transgenders. Het was zelfs de titel van een boek: Een goede travestiet zie je niet. Maar een echte vrouw wil juist wel op een positieve manier opvallen. Ze wil mooi gevonden worden, aandacht krijgen, charmant gevonden worden. Ook op dit punt wijken klassieke transgenders dus belangrijk af van echte vrouwen.

De eerste drie punten en het laatste punt worden ook door Bailey vermeld. De punten 4 en 5 niet. Wie de moeite neemt, de punten na te lopen, zal zien dat lichamelijke aanleg slechts éénmaal voorkomt. De overige vijf punten hebben te maken met instelling, attitude en motivatie. De geest is in dit geval dus vrijwel zeker belangrijker dan het vlees.

0 reacties

Een reactie posten