Twee soorten transgenders -- Deel I, Klassieke transgenders
Transgenders bestaan uit twee totaal verschillende soorten. En zo lang je dat niet begrijpt, begrijp je niets van transgenders. Dit is één van de belangrijkste stellingen uit het boek van J. Michael Bailey, 'The Man Who Would Be Queen'. Een groot deel van zijn boek wordt besteed aan het beschrijven en illustreren van dit onderscheid. Die twee groepen transgenders zijn min of meer een 'ontdekking' van Ray Blanchard en Bailey vermeldt dat ook.
'Transseksuelen' of 'transgenders'
Eigenlijk heeft Bailey het niet over 'transgenders', maar over 'transsexuals', transseksuelen. Maar hij gebruikt die term heel overkoepelend, ongeveer zoals ik 'transgender' gebruik (p. 144). Een ´transsexual´ is iemand die serieus van sekse wil veranderen, ook al is het alleen maar de bedoeling om dit tijdelijk te proberen en daarna weer terug te veranderen. Anderen zouden dit blijvend willen doen als het maar geen ingrijpende negatieve gevolgen zou hebben. Weer anderen laten zich door alle mogelijke problemen, niet remmen en willen een blijvende en zo volledig mogelijke transformatie, aldus Bailey (p. 144).
Het is niet een wel/niet-eigenschap, schrijft hij, maar iets dat je in meer of mindere mate kunt hebben. Sommige mensen hebben misschien genoeg aan zo af en toe een avondje verkleden, anderen willen en moeten blijvend en zo volledig mogelijk vrouw worden. Dat idee klopt met wat bijvoorbeeld Vennix in zijn onderzoek vindt: transseksualiteit is een glijdende schaal. In beginsel hebben alle transgenders de neiging/behoefte om zich te vervrouwelijken, maar niet iedereen gaat daarbij even ver.
Twee soorten transgenders
Ik zal proberen die twee verschillende groepen te beschrijven zoals ik zelf het onderscheid geleidelijk aan geleerd heb, al tijden voordat ik ooit van Bailey en Blanchard gehoord had.
De eerste keer dat ik naar een bijeenkomst van transgenders ging, was in Amsterdam. Ik was toen nog jong. In die tijd was er nog geen internet. Deze bijeenkomst was voor mij de eerste keer dat ik een groot aantal travestieten en transseksuelen zag. Deze bijeenkomst was voor mij een soort schok. Wat ik zag, vond ik niet mooi, om het zachtjes uit te drukken.
Een tijd later ontdekte ik dat er wel degelijk mannen waren die prachtige vrouwen konden neerzetten. Dit was het soort travestie dat ik bewonderde. Ook zag ik soms leuke vrouwen lopen, waaraan je als normaal mens eigenlijk niet kon zien dat het in werkelijkheid mannen waren.
Omdat die eerdere bijeenkomst georganiseerd was door de NVSH verdeelde ik vanaf dat moment transgenders (een woord dat we toen nog niet hadden) in 'NVSH-travestieten' en 'niet-NVSH-travestieten'. De enkele transseksuelen die er in die tijd rondliepen, werden daar ook mee bedoeld.
De eerste groep zag er voor mijn idee niet geweldig uit of zag er uit als man in jurk, de tweede groep zag er als vrouw vaak prachtig uit. Later merkte ik dat de mannen die prachtige vrouwen konden neerzetten, er aan gewend waren dat ze benaderd werden door mannen en dat vaak vanzelfsprekend en leuk vonden en daar soms hun geld mee verdienden.
Weer jaren later merkte ik dat je ook in grote groepen deze 'niet-NVSH-transgenders' vaak moeiteloos kon herkennen, tenzij je ze over het hoofd zag, omdat je dacht een knappe vrouw te zien.
Bailey noemt dit punt ook nadrukkelijk: puur op het uiterlijk kun je normaal al zien met wat voor type transgender je te maken hebt.
Bailey merkt ook op dat deze twee groepen niet mengen, wat ook in grote lijnen mijn ervaring is. De ´prachtige vrouwen´ voelen zich niet aangetrokken tot de ´mannen in jurk´ omdat die als het ware niet passen bij hun rol. Omgekeerd kijken de ´mannen in jurk´ vaak neer op de ´prachtige vrouwen´ omdat ze te sexy gekleed zijn, te vrouwelijk zijn en een te losbandig leven leiden.
Voor deze twee groepen transgenders bestaan verschillende benamingen. Bailey gebruikt de termen ´niet-homoseksuele´ en ´homoseksuele´ transgenders. Omdat dat heel veel suggereert dat misschien niet klopt, gebruik ik zelf liever de termen 'klassieke transgenders' voor de 'niet-homoseksuele' transgenders en 'showgirls' voor de op mannen gerichte mooie 'vrouwen'.
Homo- en heteroseksualiteit bij transgenders?
De biologische mannen die mooie, uitdagende, sexy en vrouwelijke vrouwen neerzetten, zijn de ´homoseksuele´ transgenders. Bailey noemt ze ´homoseksueel´ omdat ze gericht zijn op seksuele contacten met mannen en dat niet een beetje, maar volledig volgens hem. De mannen waar ze op gericht zijn, zijn heteroseksuele mannen. Nooit homo´s, want in de opvatting van homo's zien transgenders er te vrouwelijk uit.
Iemand die biologisch gezien man is, ziet eruit als verleidelijke vrouw en heeft een seksueel contact met een heteroman. In sommige gevallen is het zelfs zo dat die hetero helemaal niet door heeft dat hij niet met een biologische vrouw te maken heeft. Mag je dat een homoseksueel contact noemen? Die hetero valt echt niet op mannen. De term ´homoseksueel´ is hier dus nogal misleidend, maar Bailey ziet dit soort problemen niet en stelt verschillende keren dat deze transgenders in feite verstokte ´homoseksuele mannen´ zijn.
De biologische mannen die er als vrouw minder overtuigend uitzien, noemt Bailey ´niet-homoseksuele´ transgenders. Daarmee wordt niet bedoeld dat deze mannen nooit een seksueel contact met een man zouden kunnen hebben, maar wel dat deze transgenders in de eerste plaats op vrouwen gericht zijn. Veel van deze 'niet-homoseksuele' transgenders zijn getrouwd of getrouwd geweest.
Toch vallen er ook hier bij die ´niet-homoseksualiteit´ wel enkele kanttekeningen te plaatsen. Allereerst is iedereen geneigd ´niet-homoseksualiteit´ te vertalen met ´heteroseksualiteit´. Maar dat is te kort door de bocht. Klassieke transgenders fantaseren soms over seks met mannen waarbij zij de rol van vrouw spelen. Verder gaan klassieke transgenders een enkele keer toch, net als showgirls, seksuele relaties aan met (hetero-)mannen.
Een tweede kanttekening is dat de klassieke transgender in de praktijk vooral valt op de vrouw die hij zelf speelt of is. 'De vrouw die je begeert, ben jezelf.' Juist volgens Bailey is dit een belangrijk punt bij klassieke transgenders. Maar omdat klassieke transgenders vaak geen erg overtuigende vrouwen neerzetten (een ander belangrijk punt van Bailey), zou je dus ook kunnen redeneren dat ze in feite met die gerichtheid op zichzelf niet echt heteroseksueel meer zijn, maar op zijn minst ook wat homoseksueel omdat ze immers in feite gericht zijn op zichzelf als ´man in jurk´.
Verder zijn klassieke transgenders doordat ze een soort liefdesrelatie met zichzelf onderhouden, vaak minder fanatiek in seksuele contacten met echte vrouwen dan normale heteroseksuele mannen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het promotie-onderzoek van Vennix.
Ik denk daarom dat die termen ´homoseksueel´ en ´niet-homoseksueel´ in het geval van transgenders niet goed passen. Ze geven aanleiding tot misverstand en woede. Je bent een prachtige vrouw geworden voorzover mogelijk en hebt daarvoor al het mogelijke gedaan. Je verleden als biologische man is niet je meest favoriete gespreksonderwerp. Dan komt Bailey uitleggen dat je een typische homoseksuele man bent, die alleen om aan mannen te komen, zich heeft laten transformeren tot prachtige vrouw.
Ook klassieke transgenders zijn niet blij. Er wordt hun verteld dat ze niet homoseksueel zijn, terwijl ze soms stilletjes fantaseren over seks met een man die hen bewondert en accepteert als vrouw.
Neutraler klinkende termen om deze twee groepen aan te duiden zijn ´androfiel´ (seksueel aangetrokken door mannen) en ´gynefiel´ (seksueel aangetrokken door vrouwen). Deze termen komen wel voor in de Engelstalige Wikipedia, maar de Nederlandstalige kent deze termen niet. Ook de Van Dale kent ze niet: in Nederland zijn ze dus (nog) niet gangbaar. Verder klinken die termen wel neutraler, maar ze betekenen in feite weer precies hetzelfde.
'Autogynefiele' of 'klassieke' transgenders
Uitgaande van Blanchard en Bailey zou de juiste term voor de heteroseksuele of gynefiele groep transgenders ´autogynefiel´ (seksueel op zichzelf gericht als vrouw) moeten zijn. Deze term is inderdaad soms al in discussies op internet te vinden.
Een bezwaar is dat veel klassieke transgenders deze seksuele gerichtheid soms fanatiek ontkennen. Ook gebeurt het wel, dat men vervolgens enkele jaren later, toe geeft, toch autogynefiel te zijn. Kennelijk is die erkenning voor transgenders inmiddels, minder moeilijk dan enkele jaren geleden.
Omdat de verwijzing naar homo- en heteroseksualiteit voor mijn idee onnodig misleidend is, duid ik zelf -- zoals ik hiervoor al opmerkte -- voorlopig deze twee groepen aan als ´klassieke transgenders´ en ´showgirls´.
´Klassieke transgenders´ zijn mannen (ik beperk me hier tot M-V transgenders) die een (vaak langdurige) geschiedenis hebben van zich stiekem verkleden als vrouw of stiekem vrouwenkleren dragen en/of over zichzelf fantaseren als vrouw. Ze doen dat stiekem omdat ze weten of geleerd hebben dat het dragen van vrouwenkleding door een man in sociaal opzicht taboe en verwerpelijk is. Aan de andere kant wordt die vrouwenkleding ook geassocieerd met vrouwen en seks en maakt dat het verkleden samen met het verboden karakter, tot een opwindend en ontspannend iets. Verder is dat verkleden en fantaseren vaak gekoppeld geweest of nog gekoppeld aan masturberen. Dit laatste punt wordt soms bij hoog en laag ontkend. Van de transgenders die dit ontkennen, blijkt soms later uit andere uitlatingen dat ze dit toch wel deden. Aan de andere kant, sluit dit de mogelijkheid dat sommige klassieke transgenders geconditioneerd zijn geraakt op de vrouwenrol door bekrachtiging met iets anders dan seks, niet volledig uit.
----------------------------------------------------------------------------
Travestie en taboe
Een klassieke transgender kan vermoedelijk alleen ontstaan en bestaan dankzij het taboe op het dragen van vrouwenkleding door mannen. Op het moment dat een jongen of jonge man zich van dat taboe niets aantrekt en gewoon naar behoefte vrouwenkleding draagt, kan hij zich vrijwel zeker niet langer ontwikkelen tot klassieke transgender. Het taboe is een noodzakelijk bestanddeel van het recept voor een klassieke transgender. Wanneer men dat taboe eenmaal geleerd heeft, is het vrijwel onmogelijk dat taboe weer te ontleren. Eens geleerd, blijft geleerd.
Dat het taboe inderdaad essentieel is, blijkt uit de beruchte drang om zich van tijd tot tijd te verkleden. Alle pogingen om travestie af te grenzen resulteren er tenslotte in dat men een beroep doet op deze drang/dwang. Wanneer de respondent zegt dat hij gedreven door een vreemde drang/dwang zich van tijd tot tijd als vrouw moet verkleden, is er sprake van travestie. Maar mannen die deze drang rapporteren, blijken zich niet vaker te verkleden dan andere mannen, bleek uit het onderzoek van Vennix. Kennelijk is de gerapporteerde drang alleen een manier om het verkleden te rechtvaardigen voor een omgeving die daar afwijzend tegenover staat.
Gegeven dat taboe op het dragen van vrouwenkleding dat de respondent ervaart, hoeft het geen bevreemding te wekken dat de koppeling tussen de vrouwenrol en masturberen vaak een nog groter taboe is. Dit maakt het ook begrijpelijk, dat men dit liever ontkent dan bevestigt.
MvE
----------------------------------------------------------------------------
Klassieke transgenders en seks
Bailey stelt dat alle klassieke transgenders seksuele opwinding ervaren of ervaren hebben bij het spelen van de vrouwenrol. Hij baseert zich daarvoor op onderzoek bij transgenders waarbij gevonden werd dat vrijwel alle klassieke transgenders seksuele opwinding vertonen (gemeten via erectie van de penis) bij verhaaltjes waarin de mannelijke hoofdpersoon sexy vrouwenkleren aantrekt.
In sommige gevallen is de desbetreffende transgender zich van die seksuele opwinding volstrekt niet bewust en wordt die in alle toonaarden ontkend. Het is echter ook heel goed mogelijk dat de transgender deze koppeling voor zichzelf verwerpt en zich daarom niet bewust wil zijn van die opwinding. Wanneer het dragen van dameskleding al vreselijk verkeerd is, wat moeten we dan denken van masturberen in reactie op het dragen van dameskleding?
Mijn eigen waarnemingen op dit punt zijn als volgt. Wanneer men klassieke transgenders openlijk vraagt naar een koppeling tussen het verkleden of het vrouw zijn en seks wordt dat door sommigen openlijk toegegeven, maar door anderen volstrekt van de hand gewezen. Wanneer men echter de vraag anders formuleert en bijvoorbeeld vraagt, wat men opwindender vindt, seks gekleed als vrouw of seks gekleed als man, blijkt vrijwel iedereen seks gekleed als vrouw opwindender te vinden. Dat bevestigt dus het punt van Bailey dat die koppeling er inderdaad is.
Verder heb ik enkele malen meegemaakt dat een klassieke transgender de koppeling tussen het verkleed zijn/het vrouw zijn en masturberen bij hoog en laag ontkende, waarna enige tijd later uit eigen opmerkingen bleek dat die koppeling er wel was. Dit soort ervaringen maakt het niet gemakkelijker om zeer pertinente ontkenningen op dit gebied onmiddellijk volledig te accepteren.
Een volgende serie 'waarnemingen' die bevestigd worden door het promotie-onderzoek van Vennix is dat klassieke transgenders minder frequent seks hebben met hun eigen vrouw dan normale heteroseksuele mannen die getrouwd zijn. Klassieke transgenders hebben kennelijk minder vaak behoefte of zelfs volledig geen behoefte aan seks met hun vrouw. Ook dat lijkt het punt van Bailey te ondersteunen.
Dit betekent niet, dat het 'vrouw zijn', vooral een seksuele functie heeft bij klassieke transgenders. Uit het promotie-onderzoek van Vennix kwam duidelijk naar voren dat transgenders zelf twee totaal verschillende (niet-gecorreleerde) functies noemen: seksuele opwinding (wat het punt van Bailey bevestigt) en een ontspanningsfactor aangeduid als: Prettig-anders-als-vrouw. Naast de seksuele functie heeft het 'vrouw zijn' bij klassieke transgenders dus ook een ontspanningsfunctie: het is een manier om te ontspannen, om je prettig te voelen. Het belang dat verschillende transgenders aan deze twee functies toekennen varieert per transgender. Dat betekent ook dat er een klein percentage (van alle) transgenders rondloopt waarvoor beide functies, naar eigen zeggen, er eigenlijk niet (meer) toedoen.
Bailey lijkt met die ontspanningsfunctie van het 'vrouw zijn' echter niet op de hoogte. Hij benadrukt dat klassieke transgenders in feite heteroseksuele mannen zijn die verliefd zijn geraakt op de vrouw die ze zelf zijn/spelen. Als dat echter inderdaad zo zou zijn, ligt het voor de hand om te denken dat de ontmoetingen met die vrouw ook verantwoordelijk zullen zijn voor een stuk ontspanning en een stuk zelfbevestiging. Die dubbele functie hoeft niet in strijd te zijn met het verhaal van Bailey, maar vormt daar wel een uitbreiding op.
Het is moeilijk om de stelling van Bailey overtuigend aan te tonen. Er kan immers altijd nog een extra transgender rondlopen waarvoor zijn stelling niet opgaat. De stelling is vermoedelijk ook een reactie op het promotie-verhaal van de Amerikaanse transgenderbeweging dat travestie en transseksualiteit niets met seks te maken hebben. Een bewering die duidelijk onjuist is. Mogelijk schiet Bailey in reactie daarop wat door en stelt hij de kwestie iets prikkelender dan misschien verantwoord is.
Klassieke transgenders begrijpen
Bailey stelt een aantal malen dat hij eigenlijk niets begrijpt van klassieke transgenders. Zijn verklaring is dat dit heteroseksuele mannen zijn die verliefd zijn geworden op zichzelf als vrouw. Maar in zijn optiek is die verklaring te simpel en onbevredigend. Showgirls vindt hij echter prima te begrijpen. Dat zijn gewoon homoseksuele mannen die zo doortrapt zijn dat ze zich vermommen als vrouw.
Als ik hem goed begrijp, heeft hij bij showgirls iets van: dat zijn homoseksuelen, dus die willen alles doen om een echte man in bed te krijgen. Bij klassieke transgenders heeft hij echter het probleem dat het heteroseksuelen zijn, net als hijzelf, en voor zijn idee kun je van een normale heteroman niet dergelijk 'ziek' gedrag verwachten. Er zou dus een betere verklaring moeten zijn.
Omdat hij die verklaring volledig zoekt in aangeboren eigenschappen, zijn de mogelijkheden snel uitgeput. Een leermodel zou natuurlijk veel meer voor de hand liggen, maar daar is hij volstrekt niet mee vertrouwd. Hij denkt bijvoorbeeld dat als ouders iets afkeuren, dat werkt als straf en dat dan het gedrag moet verdwijnen. Dat die afkeuring juist bekrachtigend kan werken, heeft hij nog nooit gehoord. Op basis van dit soort foute vooronderstellingen, verwerpt hij een leermodel om het gedrag van klassieke transgenders te verklaren.
In mijn optiek zou het echter precies andersom zijn: showgirls zijn lastiger te verklaren, maar klassieke transgenders begrijpen we inmiddels prima. Klassieke transgenders geven zelf twee verschillende factoren aan die hun gedrag motiveren: seksuele opwinding en ontspanning. Het 'vrouw zijn' is dus normaal functioneel gedrag (gedrag dat gericht is op het krijgen van iets bekrachtigends) dat de normale gedragswetten volgt.
Door het taboe op dameskleding voor mannen wordt dameskleding sterk geassocieerd met vrouwen en seks. Het gevolg is dat dameskleding voor heteroseksuele mannen een seksuele lading krijgt. Wanneer een heteroseksuele man vervolgens een stapje verder gaat en zich gebrekkig verkleedt als vrouw, kan dat gepaard gaan met masturbatie. Die masturbatie werkt bekrachtigend en het gevolg is dat het verkleedgedrag en het vrouw-zijn-gedrag in frequentie en sterkte toeneemt. Door die voortdurende bekrachtigingen van enerzijds seks en anderzijds ontspanning identificeert de man zich tenslotte volledig met zijn vrouwelijke alter ego en wil hij tenslotte zo veel als mogelijk is, haar blijvend worden.
Het probleem is niet te verklaren dat er klassieke transgenders bestaan. Het probleem is eerder te verklaren dat slechts 3 tot 5 procent van de mannen transgender zijn. Dat niet veel meer mannen transgender zijn, komt door het sterke sociale taboe dat mannen in dit opzicht angstvallig in het gareel houdt. Denk bijvoorbeeld aan de toestand in Irak waar het dragen van vrouwenkleding door een man zodra dat bekend wordt, gemakkelijk marteling, gevangenschap en de dood kan betekenen. Hoewel de toestand in Nederland natuurlijk belangrijk beter is, zijn de ervaringen en verhalen van transgenders vaak uitermate schokkend, moeilijk voorstelbaar en diep triest.
Maar in feite vormen die verhalen de bevestiging dat het taboe werkelijk bestaat en dat de man die waagt het taboe te overtreden door de samenleving op allerhande subtiele en minder subtiele manieren, afgestraft zal worden. Daardoor blijft het taboe in stand en doordat het taboe in stand blijft, blijft die sterke koppeling tussen vrouwenkleding en vrouwen in stand. Die koppeling leidt er weer toe dat een volgende generatie mannen gefocust raakt op vrouwenkleding en de vrouwenrol.
0 reacties
Een reactie posten