21 oktober 2009



Valt homoseksualiteit te genezen?


"Homoseksualiteit valt niet te genezen." Dit schrijft hoogleraar neurobiologie Dick Swaab in zijn column Geen keus in de bijlage Zaterdag &cetera (p. 19) van NRC Handelsblad (5/10/2008). "Niet met gebeden, met elektroshocks en ook niet met braaktherapie." De bedoeling van het stukje is uit te leggen dat wij en speciaal kerken homoseksualiteit beter kunnen accepteren als iets dat vastligt en niet meer te beïnvloeden is.

Ik vind dat een sympathieke gedachte, toch twijfel ik op sommige punten aan het verhaal van Swaab.


Homoseksualiteit en travestie

Dit is een blog over travestie en transgenders. Heeft een onderwerp als homoseksualiteit dan zin? Waarom zou ik in mijn travestienotities aandacht besteden aan iets dat amper iets met travestie en transgenders te maken heeft?

Natuurlijk, mensen die van niets weten, associëren travestie en homoseksualiteit vaak, het kabinet inbegrepen, maar dan moet je inderdaad wel bijna letterlijk niets weten van en over travestie.

De reden om toch op de column van Swaab in te gaan is anders. Op basis van wat we weten over travestie lijkt een leermodel vrijwel alles dat we weten, te kunnen verklaren. Travestie ontstaat soms heel plotseling nog op latere leeftijd. Wanneer het eenmaal is ontstaan, kan het gemakkelijk groeien. Wanneer het er eenmaal is, verdwijnt het vaak niet weer, wat de betrokkene ook probeert of doet. Of het echt in alle gevallen nooit weer verdwijnt, is iets waar ik ondertussen niet meer zo zeker meer van ben, want in sommige gevallen -- die misschien minder zeldzaam zijn dan we denken -- lijkt het soms ook weer te kunnen verdwijnen. En ook dat zou in overeenstemming met het leermodel kunnen zijn.

Gedrag dat we geleerd hebben, hangt immers van de omstandigheden af. Als de omstandigheden wijzigen, wijzigt ook het gedrag. Juist dat flexibele, is kenmerkend voor leergedrag. Als de koppeling handig is, blijft hij bestaan. Zodra hij zijn nut verloren heeft, verdwijnt hij tenslotte. Maar wanneer de omstandigheden gelijk blijven, blijft de koppeling bestaan, wat je ook probeert.

Travestie heeft in eerste instantie een seksuele lading. Travestieten vinden dat niet prettig, ontkennen dat ook vaak, maar in onderzoek zoals van Vennix (maar ook in ander onderzoek) komt dat duidelijk naar voren. Doordat het in beginsel seksueel gedrag is, heeft het ook invloed op de relatie. Ook dat wordt door onderzoek bevestigd. Wanneer de travestie zich verder ontwikkelt en meer normaal wordt, wordt de koppeling met seks minder duidelijk en verschuift die naar de achtergrond. In extreme gevallen kan die koppeling tenslotte soms vrijwel volledig verdwijnen.

Normaal werd/wordt travestie door artsen en psychiaters dan ook gezien als een 'parafilie' evenals tot voor kort homoseksualiteit. Met de term 'parafilie' wordt bedoeld dat het gaat om abnormaal seksueel gedrag. Normaal was dat een man op een vrouw viel en al het andere vond men abnormaal, afwijkend en dus ziekelijk.

Travestie en homoseksualiteit op deze manier opgevat, zijn dus allebei voorbeelden van 'abnormaal' seksueel gedrag. Het is natuurlijk maar wat je 'normaal' vindt. Zo wordt 'homofilie' niet langer gezien als abnormaal, maar travestie in de DSM-IV (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) nog steeds wel.

Ik denk dat dat meer zegt over de DSM en de psychiaters en medici die deze lijst hebben opgesteld, dan over travestie en (vroeger) over homoseksualiteit. In ieder geval getuigt het van een weinig wetenschappelijke houding om op alle gedrag dat je als afwijkend ziet, gemakshalve maar te labelen als 'ziek' of 'afwijkend'. Je zou gezien het woord 'statistical' in de titel ook verwachten dat men zich zou realiseren dat deze 'afwijkingen' veel te frequent voorkomen in de populatie om 'abnormaal' genoemd kunnen te worden, maar dat veronderstelde kennelijk meer statistische kennis dan waar de betrokkenen over beschikten.

Wanneer je dus bereid bent travestie in beginsel te zien als seksueel gedrag (wat niet alle travestieten willen toegeven) en homoseksualiteit ook, dan zou het heel vreemd zijn wanneer het leermodel wel travestie kan verklaren, maar niet homoseksualiteit. Het is in beide gevallen seksueel gedrag, het is beide sociaal taboe (of was dat in ieder geval heel lang). Verder is er in beide gevallen opeens die 'hinderlijke' en vrijwel 'onbeheersbare' drang en vervolgens geldt dat wat je ook doet en probeert, je er vrijwel niet weer van af komt.

De vraag waar het me dus om gaat, is: Kan het leermodel ook homoseksualiteit verklaren en wat zijn dan de consequenties? Welke voorspellingen kunnen we dan op basis van dat model doen?


Column van Swaab

Terug naar de column van Swaab. Samengevat heeft Swaab 2 verschillende stellingen en een conclusie.
1. Homoseksualiteit is aangeboren doordat deze bepaald wordt in de baarmoeder.
2. Homoseksuele gerichtheid is dus niet te veranderen en dat klopt met alles wat wij weten.
Conclusie: wij en kerken in het bijzonder, moeten daarom homoseksualiteit van mensen accepteren als een gegeven en niet proberen deze mensen te behandelen of te genezen.

Die laatste conclusie vind ik heel sympathiek en lijkt me ook heel verstandig. Met die conclusie heb ik geen problemen, maar dat maakt de veronderstellingen 1 en 2 nog niet waar. En juist die veronderstellingen zijn twijfelachtig.

Ik zal hierna laten zien dat je ook zonder deze twijfelachtige veronderstellingen uiteindelijk toch tot dezelfde conclusie komt: homoseksuele gerichtheid valt niet effectief te behandelen.


Verklaringen voor homoseksualiteit

Laten we eerst kijken naar de bepalende factor. Waardoor wordt een mens homoseksueel? In grote lijnen zijn er 2 mogelijkheden en Swaab voegt daar een derde aan toe.

1. Het is voorgeprogrammeerd in je genen. Die mogelijkheid is niet realistisch omdat het homogen (en ook het travestiegen) zichzelf dan in enkele generaties had weggeselecteerd. Er zijn gewoon te veel homoseksuelen en te veel travestieten in dat opzicht. (Dat neemt natuurlijk niet weg dat iemand altijd een bepaalde aanleg kan en zal meekrijgen via zijn genen.)

2. Het is in de baarmoeder ontstaan. Dit is de favoriete verklaring van Swaab die hij zowel geeft voor homoseksualiteit als voor transseksualiteit. Ik kan me moeilijk voorstellen dat de natuur zulke belangrijke zaken voor de voortplanting (waar val je op?) overlaat aan een minieme variatie in de hormoonspiegel. Bovendien, als dat echt zo was, waarom worden vrouwen dan niet behandeld? Zo leuk is het in de praktijk niet voor een kind om homoseksueel of travestiet te zijn.

Het idee dat het hormoonniveau tijdens de ontwikkeling van de vrucht in de baarmoeder van belang is voor een normale geslachtelijke ontwikkeling van de vrucht, is op zich niet vreemd en niet onjuist. We weten uit onderzoek dat het toedienen van extra hormonen tijdens de zwangerschap invloed kan hebben. Dit klopt ook met wat we weten over de manier waarop de vrucht uitgroeit tot jongentje of meisje. Ook die ontwikkeling wordt in belangrijke mate gestuurd via hormonen die normaal vooral door het mannelijke Y gen worden aangemaakt.

Wanneer je nu echter omgekeerd redeneert dat dus afwijkingen in het hormoonniveau verantwoordelijk moeten zijn voor 'afwijkingen' in het seksueel gedrag, maak je een redeneerfout. Het toedienen van extra hormonen gedurende de zwangerschap is niet hetzelfde als de natuurlijke hormonen die door de vrucht zelf en eventueel door de moeder worden aangemaakt. Als je suiker in je benzinetank gooit, komt die auto gegarandeerd tot stilstand. Maar dat betekent nog niet dat alle auto's die de ANWB langs de weg aantreft, suiker in de benzinetank hebben.

Er is nog een ander argument om aan te tonen dat de redenering van Swaab onzin is. Wanneer de natuurlijke variatie in het hormoonniveau in de baarmoeder verantwoordelijk zou zijn voor alle homoseksualiteit, was dat probleem door de evolutie binnen een aantal generaties weggeselecteerd (ervan uitgaande dat homoseksuelen minder nakomelingen produceren dan heteroseksuelen).

Precies dezelfde reden waarom homoseksualiteit niet puur genetisch kan zijn, is dus ook de reden waarom natuurlijke variaties in het hormoonniveau in de baarmoeder nooit die 3% of meer homoseksuelen kan verklaren.

Wanneer je je realiseert dat travestie en transseksualiteit sterk verbonden zijn en dat het percentage travestieten ook minimaal een 3% van de mannelijke bevolking bedraagt, zie je hier exact hetzelfde probleem. Er zijn er gewoon veel te veel. De natuur had zo'n drastische 'afwijking' al lang weg geselecteerd.

Hier wreekt zich het emotioneel geladen taalgebruik. Artsen, psychiaters en ook Swaab zien homoseksualiteit en transseksualiteit als een afwijking van het normale. Als iets ziekelijk dat er eigenlijk niet zou moeten zijn. Maar waar is de evidentie om te denken dat het iets ziekelijk zou zijn? Er is geen bekende ziekteverwekker. Het is ook helemaal niet zo zeldzaam als dat mensen vroeger gemakshalve dachten. En het geeft wel problemen, maar die problemen ontstaan voor het grootste deel door de idiote en overtrokken maatschappelijke reacties zoals in de gevangenis gooien, bespottelijk maken, opsluiten in inrichtingen, elektroshocks toepassen, chemische castratie, uitschelden en soms gewoon: vermoorden.

Er is dus logisch gezien helemaal geen reden om bij voorbaat aan te nemen dat homoseksualiteit, transseksualiteit en travestie afwijkingen of ziektes zouden zijn. En wat nog belangrijker is: ook de natuur zelf ziet het kennelijk niet als afwijkingen, maar als vrij irrelevante nevenproducten van een belangrijk voortplantings/overlevingsmechanisme. Maar dat kan alleen als homoseksualiteit, transseksualiteit en travestie kennelijk helemaal niet zo absoluut zijn, als wij graag denken.

3. Als de vorige twee verklaringen afvallen, blijft alleen de derde verklaring over. Die houdt in dat mensen leerdieren zijn. Van alle diersoorten is de mens een soort die het langste en het meeste leert en kan leren. De sociale reacties op homoseksualiteit en op travestie vormen daar prachtige voorbeelden van. Mensen leren al heel snel en gemakkelijk dat mannen die het met mannen doen, vreemd zijn, homo zijn, fout zijn. Hetzelfde geldt zo mogelijk nog sterker voor travestie. Een man in vrouwenkleren is vreemd en ziek, ook al ontbreekt iedere logische onderbouwing voor die stelling.

Eén van de dingen die ook geleerd wordt door mensenmannen, is een koppeling tussen de stimuli die aanwezig zijn bij het klaarkomen en het klaarkomen zelf. Dat een dergelijke koppeling gelegd wordt, is normale operante conditionering. Omdat klaarkomen bij mannen een sterk reïnforcerende werking heeft, is het conditioneringseffect drastisch. Wanneer de bekrachtiging onregelmatig is, is de geleerde koppeling zeer hardnekkig en raakt deze pas na uiterst lang niet bekrachtigen, uitgedoofd.

Tot zover veronderstelt deze derde verklaring dus niets bijzonders. We weten dat mensen over een groot en goed ontwikkeld leervermogen beschikken. We weten hoe operante conditionering werkt en dat het ook werkt bij mensen. En het is duidelijk dat klaarkomen een sterk reïnforcerend effect heeft. We hoeven voor deze derde verklaring dus niets nieuws te veronderstellen.

Wanneer we zouden willen stellen dat deze derde verklaring niet juist is, zouden we juist wel iets nieuws moeten veronderstellen. We zouden dan moeten uitleggen waarom de natuur in het geval van klaarkomen opeens het normale leermechanisme heeft afgezet.

Stel je voor: je rust mensen uit met gigantische hersenen die een groot deel van de beschikbare zuurstof nodig hebben om te functioneren. Vervolgens schakel je die hersenen weer uit zodra het om seks gaat, dus om voortplanting. Dat is natuurlijk niet erg voor de hand liggend.


Gaydar en femdar

Laten we even verder denken. Stekelbaarzen reageren op een rode vlek die als sleutelstimulus werkt. Veronderstel dat de venusheuvel van de vrouw voor mensenmannen dezelfde functie zou hebben en dat er geen leermechanisme zou werken. Na de uitvinding van de kleding was het dan hopeloos fout gegaan: mannen zouden de vrouwtjes niet meer vinden. De mensheid was in een paar generaties uitgestorven. Juist dat leermechanisme biedt dus voor het lokaliseren van de beschikbare vrouwtjes grote voordelen en het is dus moeilijk voorstelbaar dat de natuur dat bij seksueel gedrag opeens zou afzetten.

Een kleine anekdote om de werking te illustreren. Ik hou van wandelen over rustige landweggetjes. Als man gaat dat normaal altijd probleemloos. Op een keer was ik echter in volledige travestie en de mooie avond lokte. Wanneer ik me eerst nog douchte en verkleedde, zou het bijna donker zijn. Ik trok dus een stevig mannenjack aan en een paar sportieve schoenen. Binnen een kwartier stopte er op mijn rustige landweg een auto met daarin een opdringerige man. Ook latere pogingen leverden altijd hetzelfde resultaat op. Je houdt het niet voor mogelijk. Ze verschijnen uit het niets, maar ze zijn er vrijwel onmiddellijk. Mijn vrouw kon deze ervaring herkennen en bevestigen. Als 'normale' man heb je echter nergens last van.

Het is dus alsof mannen een soort ingebouwde radar hebben voor vrouwen en alles dat er voldoende uitziet als vrouw. (Bij homo's werkt het net zo maar dan voor mannen en noemen we het 'gaydar'.) Maar die radar werkt alleen optimaal als ook nieuwe, onbekende stimuli de betekenis 'seks' kunnen krijgen. Die radar is uiterst flexibel en uiterst belangrijk voor de voortplanting. Afzetten is dus niet snel een haalbare optie voor de natuur.


Parafilieën

Doordat die radar zo flexibel is, kunnen in beginsel de meest onmogelijke stimuli geconditioneerd raken. Men moet zich hierbij realiseren dat operante conditionering normaal werkt in combinatie met klassieke conditionering. Bij klassieke conditionering kan puur door koppeling van betekenisvolle stimuli al een koppeling worden aangebracht zonder dat de betrokkene daar verder iets voor hoeft te doen. Zo kan door het aanbieden van erotische plaatjes waarin een man en een vrouw voorkomen, al leiden tot koppeling van het plaatje man aan seksuele gevoelens die eerst door de vrouw werden opgeroepen. Dit gebeurt automatisch en onwillekeurig. Alleen het kijken naar de plaatjes is in beginsel voldoende.

Een andere mogelijkheid is dat de man opgewonden raakt van (plaatjes van) vrouwen. Meestal zijn dat in onze cultuur geklede vrouwen. Het gevolg is dat dameskleding een seksuele betekenis krijgt of men wil of niet. Dat die seksuele betekenis inderdaad tot stand komt, kan men eenvoudig checken door de reacties van mannen op een zwarte b.h. te observeren.

Zo kan dus ook verklaard worden dat een man geconditioneerd raakt op vrouwenschoeisel. Of op dominant gedrag van een vrouw. Of op onderworpen gedrag van een vrouw. Of op kinderen. Of op vernedering. Of op gemutileerde personen. Of op invalide personen. Of op zeemeerminnen. Of op mannelijk uitziende vrouwen. Of op hoerig uitziende vrouwen. Of op porno. Of op damesachtig uitziende vrouwen. Of op truttige vrouwen. Of op bejaarde vrouwen. Of op een bepaald type man. Je kunt het niet zo vreemd bedenken, of het is seksueel conditioneerbaar.

Dat er in werkelijkheid inderdaad heel veel van dit soort 'bizarre' conditioneringen voorkomen, is al lang bekend. In de geneeskunde en seksuologie staan ze bekend als parafilieën. De man is niet geconditioneerd op normale vrouwen, maar op iets dat er (net even) naast zit.

Je zou dus verwachten dat als dit leermechanisme inderdaad werkt, er een veelheid van bizarre koppelingen kunnen ontstaan en dat is ook precies wat er bekend is.


Effecten van seksuele conditionering

Hoe ernstig zijn die 'foute' koppelingen? In een normale samenleving hebben ze vermoedelijk weinig effect. Wanneer de man klaarkomt met een damesschoen, is dat op zich geen enkel probleem. Het wordt pas -- biologisch gezien -- een probleem op het moment dat hij die echte vrouw volledig en voortdurend negeert.

Wat we zien onder de grote groepen afwijkend geconditioneerde mannen (homo's en travestieten), is dat heel veel van deze mannen wel kinderen hebben verwekt. Kennelijk was de koppeling met de nevenstimulus dus niet zo krachtig en sterk dat die gezonde vrouw volledig en voortdurend over het hoofd werd gezien. Die homoseksualiteit en die travestie/transseksualiteit zijn dus in biologisch opzicht helemaal niet zo absoluut als ze vaak worden voorgesteld.

Dit is ook wat je zou verwachten. Die radar is natuurlijk uiteindelijk bedoeld een vrouw te vinden en niet bedoeld om voortdurend een nevenstimulus daarvoor te gebruiken of aan te zien.

Er is nog een tweede reden voor de seksuele conditionering van mannen. Mensenkinderen hebben in verhouding erg lang verzorging nodig. Een taak die de moeder alleen vaak niet aankon. Die mensenman was dus nodig bij de verzorging van de kinderen. Het vrouwtje camoufleerde haar vruchtbare periode en het mannetje kreeg een continue seksdrive. Op zich zou die combinatie niet goed werken. Het mannetje krijgt dan immers ook meer behoefte aan vreemde vrouwtjes. Maar in combinatie met die seksuele conditionering raakt het mannetjes ingespeeld, geconditioneerd op het eigen vrouwtje. Uiteraard werkt die oplossing van de natuur alleen als het mannetjes frequent seks kan hebben en heeft met het eigen vrouwtje. Het eigen vrouwtje zit dan als het ware verankerd in het seksuele repertoire. Vrachtwagen chauffeurs die seks zoeken op verre reizen, zoeken in eerste instantie daardoor een prostitué die op hun eigen vrouw lijkt.

Het afzetten van die normale conditioneringsprocessen bij seksueel gedrag zou dus een zeer fundamentele ingreep in onze normale manier van functioneren betekenen en daarnaast twee belangrijke voordelen van die seksuele radar teniet doen. Beide voordelen zijn voor de voortplanting bijna onmisbaar.

Het gevolg van die conditioneringsprocessen kan dus ook zijn dat mannen in seksueel opzicht andere mannen prefereren. Dat mannen geconditioneerd raken op vrouwenkleding, of een vrouwelijk uiterlijk of op het spelen van de vrouwenrol d.w.z. het vrouw zijn. Andere mogelijkheden zijn dat men een sterk positief gevoel ervaart (geconditioneerd is op) wanneer men zeemeermin is. Ja, ook dat komt met een zekere regelmaat voor. Weer een andere optie is dat men geconditioneerd geraakt is op een beperking. B.v. op mensen die een arm of been missen en vervolgens zelf die rol is gaan spelen en daar geconditioneerd op geraakt is. Ook dit komt veel vaker voor, dan de meeste mensen voor mogelijk houden. De meest exotische koppelingen zijn via dit flexibele mechanisme mogelijk.

Voor 'normale' mensen is dit allemaal uitermate verwarrend en 'ziek' omdat ze het achterliggende mechanisme niet kennen en niet begrijpen. Men komt daardoor met allerhande overbodige behandelingen aanzetten om de betrokkene toch maar vooral weer 'normaal' te maken. Het 'afwijkende' gedrag interpreteert men helaas vaak als een bedreiging.

Biologisch gezien maakt die abnormaliteit echter niets of weinig uit, zo lang de betrokkene zich wel voortplant en wel de vaderrol speelt en zichzelf niet al te zeer verminkt. Er zijn echter ook, maar in verhouding veel minder, gevallen waarin wel problemen optreden. Dit is ook precies wat je op basis van zo'n flexibel leermechanisme zou verwachten. Meestal werkt het perfect, maar soms schiet het door.


Andere voorbeelden

Dat het leermodel inderdaad de beste verklaring vormt, kunnen we ook nog zien aan twee andere voorbeelden.

1. Iedere travestiet heeft zijn/haar eigen stijl. Een beeld van het soort vrouw dat hij/zij graag wil zijn. Vaak blijft dat beeld of idee het hele leven van een travestiet een soort leidende rol spelen. Zo is van Maarten 't Hart bekend dat hij graag een Haags dametje uitbeeldde. Zelf had ik een zwak voor broodmagere Vogue modellen met oneindig lange benen die tijdens mijn puberteit het mode-ideaal vormden.

Worden die complexe beelden in de baarmoeder via minieme concentratieverschillen in het testosteron naar de vrucht gecommuniceerd? Dat lijkt moeilijk voor te stellen. Maar de leertheorie heeft met de conditonering van zulke complexe plaatjes geen enkel probleem. Het is bij wijze van spreken secondenwerk mits het juiste plaatje voor handen is en dat inderdaad gevolgd wordt door opwinding en (seksuele) bekrachtiging.

2. Dan is er nog een ander voorbeeld dat ons idee van homoseksualiteit wat relativeert. Travestieten die er vrij overtuigend uitzien als vrouw, worden geconfronteerd met een merkwaardig verschijnsel dat aan de andere kant erg voor de hand liggend is, als je die leertheorie accepteert. Het verschijnsel is dat goed uitziende M-V transgenders een grote aantrekkingskracht op heteroseksuelen hebben, maar niet op homoseksuelen. Dit verschijnsel wordt in de onderzoeksliteratuur ook beschreven. Zie bijvoorbeeld het onderzoek onder transgender-hoeren van Vennix dat ik eerder op deze blog besprak.

Deze heteroseksuele mannen vallen dus in feite op verklede mannen, terwijl de homoseksuele mannen die juist op mannen zouden moeten vallen, het volledig laten afweten. Deze situatie geeft leken dan ook veel hoofdbrekens. Zijn die hetero's nu verkapte homo's?

Wie echter even doordenkt, ziet dat alles precies zo gaat als dat het zou moeten gaan. Mensen hebben geen geheimzinnig zintuig om de sekse van hun partner vast te stellen. Zij gaan af op uiterlijke indrukken. Wanneer die uiterlijke indrukken in voldoende mate de suggestie 'vrouw' oproepen wordt de seks-drive geactiveerd.

Vervolgens kunnen deze heteroseksuele mannen die het met een transgender gedaan hebben, een seksuele voorkeur ontwikkelen voor trangenders. Eerst was die voorkeur er niet, later wel. Volgens het leermodel is dit allemaal heel begrijpelijk, maar volgens het baarmoedermodel kan die verandering in voorkeur helemaal niet. Of we zouden moeten veronderstellen dat de betrokken man 's nacht in een gigantische kunstbaarmoeder wordt gestopt waar hij met hormonen behandeld wordt.


Waarom bestaande therapieën niet werken

Laten we nu eens kijken naar de door Swaab besproken therapieën. Gebeden werken niet, schrijft hij. Nee, dat lijkt mij ook. Waarom zou God iets dat hij zelf in het leven heeft geroepen, nu opeens met veel moeite weer moeten verwijderen? Alleen omdat een stel idioten indringend tot hem bidt? Juist als God inging op dit soort belachelijke verzoeken, zou het een wezen zijn zonder veel overzicht.

Elektro-shocks werken niet. Uiteraard niet. Waarom zou dat wel werken. Sla gewoon het hoofd eraf en het hinderlijke gedrag stopt.

Braak-therapie werkt niet. Geloof ik graag en dat is precies wat de leertheorie voorspelt. Gevangenisstraf werkt niet. Verbaast me niets. Skinner was de eerste die al rond 1950 experimenteel aantoonde dat straf niet effectief is. Alle aangeleerde responsen komen uiteindelijk toch naar buiten, het duurt alleen een tijd langer. Ondertussen wordt er door de straf wel allerhande ongewenst gedrag aangeleerd dat zich later vrijwel niet laat verwijderen.

Volgens Swaab heeft niets ooit gewerkt. Bij travestie hebben we precies soortgelijke opmerkingen. Wat men ook probeert, het lukt niet eraf te komen. Maar wanneer je beter gaat kijken, zie je vervolgens wel, dat iedereen het op een bepaalde manier geprobeerd heeft. Een altijd op een manier waarvan het leermodel voorspelt dat die niet werkt.


Gedragstherapie als oplossing?

De uiteindelijke vraag waar het allemaal mee begon: Is het mogelijk een homoseksueel te veranderen in een heteroseksueel? De meeste 'oplossingen' die men geprobeerd heeft, hebben betrekking op het koppelen van iets negatiefs aan het homoseksuele gedrag. Dat werkt als straf en juist straf is op de langere termijn volstrekt niet-effectief, zegt leertheorie/gedragstherapie.

Andere oplossingen die men geprobeerd heeft, zijn het achterwege laten van het homoseksuele gedrag. Ook die oplossing is niet effectief omdat op die manier de aanwezige koppeling homoseksueel gedrag--seks intact blijft en er op die manier geen extinctie (uitdoving) optreedt.

Wat je dus in beginsel moet doen, is onze homoseksuele man op een eilandje te zetten met allemaal mooie, leuke jongens, die helaas op het laatste moment volstrekt kuis blijken te willen blijven. Verder moeten we zorgen voor enkele leuke en begrijpende vrouwen, die seks geen enkel probleem vinden en ook een bepaalde handigheid hebben in de omgang met mannen. Vermoedelijk helpt het ook als de vrouwen een mannelijke uitstraling hebben. Voor een tv-station van enig formaat, lijkt me dit geen enkel probleem. Ik denk ook dat er dan wel vrijwilligers te vinden zijn. Zaak is dan natuurlijk wel alle verkapte hetero- en biseksuelen die zich aanmelden vooraf te ontmaskeren.

Werkt dat? Als het masturberen onder controle wordt gehouden, in sommige gevallen wel, lijkt me. Bij sommigen zal het ook niet werken omdat veel mensen bij 'afwijkende' seksuele stimuli een soort blokkade ervaren.

Hoe lang werkt het? Wel, in ieder geval op ons eilandje waar we de homoseks en het masturberen effectief onmogelijk hebben gemaakt en de leuke, gemotiveerde en seksueel handige vrouwen overvloedig.

Persoonlijk ben ik geneigd te denken dat ook kerken hun homo-leden voortdurend en gratis dit soort therapie-eilandjes zouden moeten aanbieden, want voor de goede zaak moet men wel wat over hebben.

Maar is deze therapie effectief? Niet echt. Hoewel je wel mag verwachten dat sommige homo's positiever zijn komen te staan tegenover seks met vrouwen, heeft die homo ook nog steeds positieve ervaringen met mannen op dit gebied gehad. Hoewel de conditionering op vrouwen behoorlijk effectief kan zijn, verdwijnt daarmee de eerdere koppeling tussen mannen en seks nog niet. Op het moment dat vrouwen schaars worden en leuke jongens overvloedig...

Het merkwaardige is dus, dat ook al accepteer je het leermodel als verklaring voor homoseksualiteit, er toch geen echt effectieve 'therapie' blijkt te bestaan. Je kunt iemand met de juiste omgeving soms misschien wel ander seksueel gedrag aanleren, maar het is niet mogelijk de koppeling tussen mannen en seks weer effectief kwijt te raken.

Mensen begrijpen vaak niet, waarom dat niet kan. Ze veronderstellen dat je dingen kunt leren en kunt afleren. Het eerste klopt, het tweede niet. Eens geleerd is altijd geleerd totdat het tenslotte vergeten wordt of tot de betrokkene overlijdt. Er zijn dus --voorzover bekend-- geen effectieve methodes om mensen en dieren iets echt af te leren. Straf lijkt te werken, maar blijkt tenslotte totaal niet te werken. Iets dat vreemd lijkt, maar in laboratorium-onderzoek simpel en overtuigend valt aan te tonen. Iets dat verder ook door praktijkervaringen ondersteund wordt.

Zelf heb ik het idee dat bij seksueel gemotiveerde travestie de zaak mogelijk iets gemakkelijker ligt. Travestie heeft een hoge kosten kant. Het kost veel tijd en inspanning en levert uiteindelijk vaak ook problemen of ongewenste effecten op. In die situatie is alternatief seksueel gedrag dus soms goedkoper/voordeliger. Bijna alle transgenders gaan er vanuit dat travestie en transseksualiteit niet-behandelbaar zijn. Ze baseren dit onder andere op hun soms herhaalde vruchteloze pogingen er mee te stoppen.

Bij travestie spelen echter na verloop van tijd vrijwel zeker vaak ook nog andere bekrachtigingsbronnen een rol. Het tutten doet men in de vrije tijd. Daardoor ontstaat een koppeling met rust, ontspanning en leuk en anders bezig zijn. Zodra men verkleed is, voelt men zich bevrijd van de dwingende mannenrol. Door in travestie uit te gaan, wordt de travestie gekoppeld met drinken, eten en sociale contacten. Door die bijkomende bekrachtigingen wordt de koppeling met seks minder duidelijk en kan die tenslotte zelfs vrijwel volledig verdwijnen. Het gevolg is dat het seksuele gedrag volledig kan veranderen, terwijl het (soms) dragen van vrouwenkleding aanwezig blijft.

Bij homoseksualiteit versus heteroseksualiteit is die verhouding echter precies andersom: mannen zijn op seksueel gebied gemotiveerd, vrouwen daarentegen terughoudend en moeilijk. Biologen zeggen in dat verband: Zaad is goedkoop, eitjes kostbaar.

Samenvattend: de baarmoeder-hypothese om homoseksualteit te verklaren is niet aannemelijk en niet nodig. Het leermodel verklaart homoseksualiteit eenvoudiger en vollediger.

Ook lijkt het niet nodig om homoseksualiteit en travestie als iets absoluuts op te vatten. Beiden zijn in de eerste plaats gedragingen en in de tweede plaats voorkeuren. Dat ze vaak gezien worden als onveranderlijke persoonlijkheidskenmerken is vermoedelijk vooral het gevolg van de overdreven en afwijzende sociale reacties.

Als het inderdaad absolute persoonlijkheidskenmerken waren, zouden homo's en travestieten er nooit in geslaagd zijn kinderen te verwekken. Uit het gegeven dat ze dat vaak wel doen, volgt dat het geen absolute kenmerken zijn. Homo's en transgenders kunnen het in beginsel ook op andere manieren.

Voor de rest heeft Swaab gelijk: als je eenmaal die koppeling geleerd hebt (en dat is maar zo gebeurd) raak je hem nooit weer kwijt.

De andere kant van het verhaal is dat niets je belet, een volgende koppeling te leren en daarna te gebruiken. Maar kijk uit met wat je precies doet, want ook die nieuwe koppeling raak je daarna nooit weer kwijt. Het gedragsrepertoire wordt dus door nieuwe ervaringen alleen maar groter, terwijl het voor een succesvolle 'therapie' niet groter, maar totaal anders zou moeten worden. De ene koppeling zou moeten verdwijnen en een andere koppeling zou daarvoor in de plaats moeten komen.

Treedt er dan geen uitdoving (extinctie) op? Normaal is dat een signaalstimulus die voortdurend niet bekrachtigd wordt tenslotte haar werking verliest. Dat lukt alleen als alle aantrekkelijke jongens en mannen en alle niet-aantrekkelijke jongens en mannen voortdurend geen zin zouden hebben. Maar als dat zo was, kenden we het hele begrip homoseksualiteit niet.

Ook het leermodel en de daaruit afgeleide gedragstherapie lijken in dit geval dus voorlopig met lege handen te staan.

1 reacties

Anonymous Anoniem zei...

Bedankt voor de interessante informatie

zaterdag, december 12, 2009  

Een reactie posten