Homo-acceptatie en transgenders
Trouw en zelfmoord onder homo's
Trouw weet op 24 juni via haar website te melden dat homojongeren vijf keer vaker een zelfmoordpoging doen dan heterojongeren volgens een publicatie van het SCP (Sociaal Cultureel Planbureau). Dat bericht intrigeert me omdat er tweemaal de term 'transgenders' in voorkomt.
Wanneer ik echter verder ga zoeken, vind ik op de site van de Gay Krant wel een soortgelijk bericht, maar niets over 'transgenders'. Ook RNW (Radio Nederland Wereldomroep) heeft niets over 'transgenders'. In de Volkskrant even later staat maar een uiterst kort berichtje (67 woorden) over dit toch wel belangwekkende nieuws, maar ook weer niets over 'transgenders'. Alleen de Gaysite.nl vermeldt die term in haar nieuwsitem wel en heeft het verder vooral over 'LHBT-jongeren'.
Ik heb daarom bij het SCP die publicatie Steeds gewoner, nooit gewoon gedownload en die 382 bladzijden doorgewerkt.
Dit rapport gaat over homo-acceptatie. Ook over de acceptatie van lesbische meisjes. Een beetje nog over de problemen van biseksuelen. Maar over transgenders gaat het niet. Die term is in het bericht terechtgekomen doordat Trouw het nieuws over het SCP-rapport koppelde aan een brief van het COC waarin die term wel voorkwam.
Ook de bewering van Trouw dat homo-jongeren vijf keer zo vaak zelfmoord zouden plegen als hetero-jongeren is overtrokken. Een precieze vergelijkingsgroep ontbreekt namelijk. De onderzoekers concluderen daarom dat homo-jongeren vermoedelijk vaker zelfmoord proberen te plegen dan hetero-jongeren, maar niet dat ze dat 5 keer zo vaak zouden doen.
Je zou het eventueel, suggereert het rapport, kunnen vergelijken met de cijfers die uit een meta-studie komen over zelfmoord onder Europese jongeren. Dan doet 9% van de homojongens een zelfmoordpoging en 16% van de lesbimeisjes tegen respectievelijk 5% en 9% voor Europese adolescenten. Dat zou er dus ongeveer op neerkomen, dat homo-jongeren ongeveer een verdubbelde kans hebben een zelfmoordpoging te doen. Dat is nog steeds een belangrijk grotere kans, maar het is niet een vijf maal grotere kans.
Sterk verband ervaren homonegativiteit en zelfmoordpoging
Die verhoogde kans op een zelfmoord-poging lijkt bevestigd en verklaard te worden doordat men een sterk verband vindt tussen de ervaren homo-negativiteit en de zelf opgegeven pogingen tot zelfmoord. Homo-jongens met wekelijks homo-negatieve ervaringen doen 4x zo vaak een zelfmoordpoging als homo´s met geen negatieve ervaringen (SCP, p.191). Meisjes die wekelijks lesbi-negatieve reacties ervaren doen 3x zo vaak een zelfmoord-poging als meisjes zonder negatieve ervaringen (p. 191).
Ook het verhaal van een respondent die gepest werd, met zijn meisjesachtige interesses bevestigt dat mensen op dat soort gepest vaak reageren met zich terugtrekken.
Maar zodra er een messteek kwam, zo’n woord, dan kroop ik in mijn schulp en dan was ik stil voor de rest van de dag, dan zei ik niks meer. Dan deed ik nergens meer aan mee, dan voelde ik me rot. En dan... ja... verder deed ik er niks mee. Ik hield het bij mijzelf, ook gewoon puur qua schaamte tegenover mijn ouders, tegenover iedereen.
Op Twitter stelde ik dat ook iets als neuroticisme een rol kan spelen. Iemand die gevoeliger is voor dat gepest, zal dat gepest waarschijnlijk ook beter onthouden. Een onderliggende persoonlijkheidskenmerk zou dan voor het verband of mogelijk een deel daarvan verantwoordelijk kunnen zijn.
Maar aan de andere kant lijkt het ook plausibel, dat die emotionele terugtrek-reactie op gepest vrij normaal is. Dat zou dan kunnen betekenen dat die psycho-sociale stress inderdaad (op zijn minst voor een deel) vertaald wordt in meer depressieve klachten en meer zelfmoord-pogingen.
Sterk verband sekse-conformiteit en depressieve klachten
Een tweede interessant punt dat ik in het rapport vond, was dat er een sterk verband blijkt te bestaan tussen sekseconformiteit en depressieve klachten. Dat wil zeggen: jongeren die volgens eigen opgave niet sekse-conform zijn, hebben veel meer depressieve klachten dan jongeren die dat wel zijn. Voor jongens scheelt dit een factor 3, voor meisjes een factor 2. Dit wil dus zeggen dat een niet sekse-conforme jongen 3x zo veel depressieve klachten heeft als een volledig sekse-conforme jongen (p. 187).
Waardoor dit komt is niet met zekerheid bekend. Vermoedelijk wordt de vrouwelijke jongen meer gepest, meer buiten gesloten en dergelijke en vertaalt dat zich weer in meer depressieve klachten.
Omdat die eigen inschatting van sekseconformiteit vermoedelijk niet gerelateerd is aan neuroticisme, zou dit er ook weer op kunnen duiden dat er inderdaad een causaal verband tussen pesten en depressieve klachten zou moeten bestaan.
Het lijkt dus allemaal plausibel, maar graag zou je echt zeker willen zijn.
Waarom worden vrouwelijke jongens meer gepest? Het volgende punt geeft daar mogelijk ook een aanwijzing voor.
Homo's die zich ergeren aan vrouwelijke mannen
Een derde interessant punt is dat (sommige) homo's veel moeite blijken te hebben met vrouwelijke mannen. Sommigen worden zelfs emotioneel en rapporteren daar niet tegen te kunnen (p. 183).
In de gesprekken met homojongeren werd bovendien duidelijk dat vooral sommige jongens zich stoorden aan de reputatie van homomannen als overdreven vrouwelijk. Waarschijnlijk heeft de ergernis die vrouwelijkheid bij mannen veroorzaakt in de heteroseksuele populatie (Herek 2000) hier ook mee te maken. Als gevolg van deze reputatie deed een aantal jongens die geïnterviewd zijn moeite om dit beeld van de ‘nicht’ verre van zich te houden. Sommigen gingen hierin zelfs zo ver dat ze andere jongens corrigeerden wanneer ze zich te ‘nichterig’ gedroegen.
Dit punt bevestigt mijn eigen ervaringen wanneer ik een vrouwelijk uiterlijk gebruikte. Homo's proberen je bewust te accepteren, maar vinden dat emotioneel vaak moeilijk.
Dit punt verklaart misschien ook waarom de homobeweging voor transgenders tot nu toe weinig gedaan heeft. Te veel homo's hebben een diepgewortelde emotionele afkeer van die vrouwelijke mannen.
Mogelijke oorzaak voor discriminatie van transgenders
Misschien verklaart dit punt ook de oorsprong van die sterke transgender-discriminatie die bijvoorbeeld uit het onderzoek van Paul Vennix (Transgenders en werk) naar voren komt. Uit de ervaringen van transgenders en ook uit onderzoek weten we dat vrouwen meestal niet echt negatief staan tegenover transgenders. Transgenders vormen geen bedreiging voor hun positie en de automatische reactie van vrouwen op andere vrouwen (en alles dat daarop lijkt) is positief. Ze staan positief tegenover contacten met anderen.
De echte problemen voor transgenders komen bij mannen vandaan en eventueel van enkele vrouwen die met de mannen mee willen doen. Verder lijkt het duidelijk dat het niet om alle mannen gaat, maar om een (klein) deel van de mannen.
Normaal is dat heteroseksuele mannen showgirls prachtig vinden of in ieder geval positief evalueren. Dat is weer geen rationele reactie, maar een emotionele. Verder is die reactie heel begrijpelijk, omdat showgirls er behoorlijk vrouwelijk uit kunnen zien en hetero's een positieve reactie vertonen op leuke vrouwen. Normale hetero-mannen leveren dus voor transgenders ook niet een bedreiging op.
Dat homoseksuele mannen emotioneel vaak moeite hebben met showgirls (klassieke transgenders laten zich normaal niet zien) is op zich ook begrijpelijk. Het vrouwelijke uiterlijk roept een emotionele response op. Het is het verkeerde uiterlijk. Ze vallen immers op mannen en hebben emotioneel vaak moeite met vrouwen. Maar daarmee is de zaak normaal afgedaan. Men valt simpelweg niet op showgirls.
Tegelijkertijd ervaren transgenders vaak veel sociale problemen die vooral hun oorsprong lijken te hebben bij een deel van de hetero-mannen. Zou het niet kunnen zijn dat juist de groep mannen die zich in feite vooral thuis voelt bij andere mannen, verantwoordelijk is voor die problemen? Met andere woorden: er is vermoedelijk een groep mannen die zich niet echt prettig voelt in aanwezigheid van vrouwen. In feite prefereert deze groep mannen andere mannen zonder dat men dat durft toegeven.
Deze groep mannen is niet uit de kast gekomen en durft misschien niet eens die homogerichtheid te actualiseren, doordat men zeer gericht is op status. Dit zijn dus mannen die graag communiceren met andere mannen die hoog in status zijn. M-V transgenders zijn dan mannen die laag in status zijn met ook nog eens een fout uiterlijk.
Tegelijkertijd is deze groep bang zelf als homo ontmaskerd te worden. Openlijk streeft men dus contacten na met echte vrouwen. Maar een transgender levert voor deze mannen een conflict-situatie op. Dit is een man en een vrouw tegelijk. Wat is dit nu? Hoe moeten ze hierop reageren?
Het vrouwelijke uiterlijk wekt een negatieve emotionele response. Het gegeven dat het in feite om een biologische man gaat, levert opnieuw een negatieve reactie. Een man behoort er zo niet uit te zien. Dat het ook nog eens om een lage status man gaat, maakt de kans op agressie belangrijk groter. Vervolgens is er nog het conflict: hoe moet men hierop reageren zonder het eigen geheim prijs te geven? Men redeneert dat dit in feite een man is, en op mannen wil men beslist niet vallen, want dan zou men zich verraden. De meest overtuigende reactie lijkt dan de transgender overtuigend te bestrijden, te vervolgen en aan te pakken.
Natuurlijk zijn deze laatste veronderstellingen speculatief. Maar gezien de talloze problemen die transgenders ondervinden, moet er altijd een groep mannen zijn die deze problemen veroorzaakt en aanmoedigt. Verder lijkt duidelijk dat het doorgaans niet de openlijke homo's zijn en ook niet de echte heteromannen.
Samenvattend:
- men vindt een verband tussen homonegativiteit en depressieve klachten;
- men vindt dat niet sekse-conforme jongeren (vrouwelijke mannen en mannelijke vrouwen) meer depressieve klachten hebben;
- men vindt dat sommige homo's zeer emotioneel en negatief reageren op vrouwelijke mannen.
Trouw weet op 24 juni via haar website te melden dat homojongeren vijf keer vaker een zelfmoordpoging doen dan heterojongeren volgens een publicatie van het SCP (Sociaal Cultureel Planbureau). Dat bericht intrigeert me omdat er tweemaal de term 'transgenders' in voorkomt.
Wanneer ik echter verder ga zoeken, vind ik op de site van de Gay Krant wel een soortgelijk bericht, maar niets over 'transgenders'. Ook RNW (Radio Nederland Wereldomroep) heeft niets over 'transgenders'. In de Volkskrant even later staat maar een uiterst kort berichtje (67 woorden) over dit toch wel belangwekkende nieuws, maar ook weer niets over 'transgenders'. Alleen de Gaysite.nl vermeldt die term in haar nieuwsitem wel en heeft het verder vooral over 'LHBT-jongeren'.
Ik heb daarom bij het SCP die publicatie Steeds gewoner, nooit gewoon gedownload en die 382 bladzijden doorgewerkt.
Dit rapport gaat over homo-acceptatie. Ook over de acceptatie van lesbische meisjes. Een beetje nog over de problemen van biseksuelen. Maar over transgenders gaat het niet. Die term is in het bericht terechtgekomen doordat Trouw het nieuws over het SCP-rapport koppelde aan een brief van het COC waarin die term wel voorkwam.
Ook de bewering van Trouw dat homo-jongeren vijf keer zo vaak zelfmoord zouden plegen als hetero-jongeren is overtrokken. Een precieze vergelijkingsgroep ontbreekt namelijk. De onderzoekers concluderen daarom dat homo-jongeren vermoedelijk vaker zelfmoord proberen te plegen dan hetero-jongeren, maar niet dat ze dat 5 keer zo vaak zouden doen.
Je zou het eventueel, suggereert het rapport, kunnen vergelijken met de cijfers die uit een meta-studie komen over zelfmoord onder Europese jongeren. Dan doet 9% van de homojongens een zelfmoordpoging en 16% van de lesbimeisjes tegen respectievelijk 5% en 9% voor Europese adolescenten. Dat zou er dus ongeveer op neerkomen, dat homo-jongeren ongeveer een verdubbelde kans hebben een zelfmoordpoging te doen. Dat is nog steeds een belangrijk grotere kans, maar het is niet een vijf maal grotere kans.
Sterk verband ervaren homonegativiteit en zelfmoordpoging
Die verhoogde kans op een zelfmoord-poging lijkt bevestigd en verklaard te worden doordat men een sterk verband vindt tussen de ervaren homo-negativiteit en de zelf opgegeven pogingen tot zelfmoord. Homo-jongens met wekelijks homo-negatieve ervaringen doen 4x zo vaak een zelfmoordpoging als homo´s met geen negatieve ervaringen (SCP, p.191). Meisjes die wekelijks lesbi-negatieve reacties ervaren doen 3x zo vaak een zelfmoord-poging als meisjes zonder negatieve ervaringen (p. 191).
Ook het verhaal van een respondent die gepest werd, met zijn meisjesachtige interesses bevestigt dat mensen op dat soort gepest vaak reageren met zich terugtrekken.
Maar zodra er een messteek kwam, zo’n woord, dan kroop ik in mijn schulp en dan was ik stil voor de rest van de dag, dan zei ik niks meer. Dan deed ik nergens meer aan mee, dan voelde ik me rot. En dan... ja... verder deed ik er niks mee. Ik hield het bij mijzelf, ook gewoon puur qua schaamte tegenover mijn ouders, tegenover iedereen.
Op Twitter stelde ik dat ook iets als neuroticisme een rol kan spelen. Iemand die gevoeliger is voor dat gepest, zal dat gepest waarschijnlijk ook beter onthouden. Een onderliggende persoonlijkheidskenmerk zou dan voor het verband of mogelijk een deel daarvan verantwoordelijk kunnen zijn.
Maar aan de andere kant lijkt het ook plausibel, dat die emotionele terugtrek-reactie op gepest vrij normaal is. Dat zou dan kunnen betekenen dat die psycho-sociale stress inderdaad (op zijn minst voor een deel) vertaald wordt in meer depressieve klachten en meer zelfmoord-pogingen.
Sterk verband sekse-conformiteit en depressieve klachten
Een tweede interessant punt dat ik in het rapport vond, was dat er een sterk verband blijkt te bestaan tussen sekseconformiteit en depressieve klachten. Dat wil zeggen: jongeren die volgens eigen opgave niet sekse-conform zijn, hebben veel meer depressieve klachten dan jongeren die dat wel zijn. Voor jongens scheelt dit een factor 3, voor meisjes een factor 2. Dit wil dus zeggen dat een niet sekse-conforme jongen 3x zo veel depressieve klachten heeft als een volledig sekse-conforme jongen (p. 187).
Waardoor dit komt is niet met zekerheid bekend. Vermoedelijk wordt de vrouwelijke jongen meer gepest, meer buiten gesloten en dergelijke en vertaalt dat zich weer in meer depressieve klachten.
Omdat die eigen inschatting van sekseconformiteit vermoedelijk niet gerelateerd is aan neuroticisme, zou dit er ook weer op kunnen duiden dat er inderdaad een causaal verband tussen pesten en depressieve klachten zou moeten bestaan.
Het lijkt dus allemaal plausibel, maar graag zou je echt zeker willen zijn.
Waarom worden vrouwelijke jongens meer gepest? Het volgende punt geeft daar mogelijk ook een aanwijzing voor.
Homo's die zich ergeren aan vrouwelijke mannen
Een derde interessant punt is dat (sommige) homo's veel moeite blijken te hebben met vrouwelijke mannen. Sommigen worden zelfs emotioneel en rapporteren daar niet tegen te kunnen (p. 183).
In de gesprekken met homojongeren werd bovendien duidelijk dat vooral sommige jongens zich stoorden aan de reputatie van homomannen als overdreven vrouwelijk. Waarschijnlijk heeft de ergernis die vrouwelijkheid bij mannen veroorzaakt in de heteroseksuele populatie (Herek 2000) hier ook mee te maken. Als gevolg van deze reputatie deed een aantal jongens die geïnterviewd zijn moeite om dit beeld van de ‘nicht’ verre van zich te houden. Sommigen gingen hierin zelfs zo ver dat ze andere jongens corrigeerden wanneer ze zich te ‘nichterig’ gedroegen.
Dit punt bevestigt mijn eigen ervaringen wanneer ik een vrouwelijk uiterlijk gebruikte. Homo's proberen je bewust te accepteren, maar vinden dat emotioneel vaak moeilijk.
Dit punt verklaart misschien ook waarom de homobeweging voor transgenders tot nu toe weinig gedaan heeft. Te veel homo's hebben een diepgewortelde emotionele afkeer van die vrouwelijke mannen.
Mogelijke oorzaak voor discriminatie van transgenders
Misschien verklaart dit punt ook de oorsprong van die sterke transgender-discriminatie die bijvoorbeeld uit het onderzoek van Paul Vennix (Transgenders en werk) naar voren komt. Uit de ervaringen van transgenders en ook uit onderzoek weten we dat vrouwen meestal niet echt negatief staan tegenover transgenders. Transgenders vormen geen bedreiging voor hun positie en de automatische reactie van vrouwen op andere vrouwen (en alles dat daarop lijkt) is positief. Ze staan positief tegenover contacten met anderen.
De echte problemen voor transgenders komen bij mannen vandaan en eventueel van enkele vrouwen die met de mannen mee willen doen. Verder lijkt het duidelijk dat het niet om alle mannen gaat, maar om een (klein) deel van de mannen.
Normaal is dat heteroseksuele mannen showgirls prachtig vinden of in ieder geval positief evalueren. Dat is weer geen rationele reactie, maar een emotionele. Verder is die reactie heel begrijpelijk, omdat showgirls er behoorlijk vrouwelijk uit kunnen zien en hetero's een positieve reactie vertonen op leuke vrouwen. Normale hetero-mannen leveren dus voor transgenders ook niet een bedreiging op.
Dat homoseksuele mannen emotioneel vaak moeite hebben met showgirls (klassieke transgenders laten zich normaal niet zien) is op zich ook begrijpelijk. Het vrouwelijke uiterlijk roept een emotionele response op. Het is het verkeerde uiterlijk. Ze vallen immers op mannen en hebben emotioneel vaak moeite met vrouwen. Maar daarmee is de zaak normaal afgedaan. Men valt simpelweg niet op showgirls.
Tegelijkertijd ervaren transgenders vaak veel sociale problemen die vooral hun oorsprong lijken te hebben bij een deel van de hetero-mannen. Zou het niet kunnen zijn dat juist de groep mannen die zich in feite vooral thuis voelt bij andere mannen, verantwoordelijk is voor die problemen? Met andere woorden: er is vermoedelijk een groep mannen die zich niet echt prettig voelt in aanwezigheid van vrouwen. In feite prefereert deze groep mannen andere mannen zonder dat men dat durft toegeven.
Deze groep mannen is niet uit de kast gekomen en durft misschien niet eens die homogerichtheid te actualiseren, doordat men zeer gericht is op status. Dit zijn dus mannen die graag communiceren met andere mannen die hoog in status zijn. M-V transgenders zijn dan mannen die laag in status zijn met ook nog eens een fout uiterlijk.
Tegelijkertijd is deze groep bang zelf als homo ontmaskerd te worden. Openlijk streeft men dus contacten na met echte vrouwen. Maar een transgender levert voor deze mannen een conflict-situatie op. Dit is een man en een vrouw tegelijk. Wat is dit nu? Hoe moeten ze hierop reageren?
Het vrouwelijke uiterlijk wekt een negatieve emotionele response. Het gegeven dat het in feite om een biologische man gaat, levert opnieuw een negatieve reactie. Een man behoort er zo niet uit te zien. Dat het ook nog eens om een lage status man gaat, maakt de kans op agressie belangrijk groter. Vervolgens is er nog het conflict: hoe moet men hierop reageren zonder het eigen geheim prijs te geven? Men redeneert dat dit in feite een man is, en op mannen wil men beslist niet vallen, want dan zou men zich verraden. De meest overtuigende reactie lijkt dan de transgender overtuigend te bestrijden, te vervolgen en aan te pakken.
Natuurlijk zijn deze laatste veronderstellingen speculatief. Maar gezien de talloze problemen die transgenders ondervinden, moet er altijd een groep mannen zijn die deze problemen veroorzaakt en aanmoedigt. Verder lijkt duidelijk dat het doorgaans niet de openlijke homo's zijn en ook niet de echte heteromannen.
Samenvattend:
- men vindt een verband tussen homonegativiteit en depressieve klachten;
- men vindt dat niet sekse-conforme jongeren (vrouwelijke mannen en mannelijke vrouwen) meer depressieve klachten hebben;
- men vindt dat sommige homo's zeer emotioneel en negatief reageren op vrouwelijke mannen.
0 reacties
Een reactie posten