28 juli 2011



Overleven als t *

Als ik de trap opstommel, maakt mijn gastheer een wat onthutste opmerking over mijn uiterlijk. Ik draag een uitdagend strak truitje en een korte, leren mini-rok.

De kamer is licht en zonnig. Op tafel een fles Chablis en Griekse olijven. Een overbodige vergadering, verandert in iets feestelijks. Drie homo’s en twee transgenders bij elkaar, strevend naar meer acceptatie, dronken een glas en deden een plas. De wijn is heerlijk.







Zelfmoord

Een van de homo’s vertelt over een transgender-collega. Net in transitie, een wat mannelijk voorkomen. Zelfmoord. Mijn medetransgender herinnert zich nog iemand. Een kennis blijkt een poging gedaan te hebben.

Ik denk aan de t die ik veel jaren geleden ontmoette op de T&T. Na afloop samen nog een borrel gedronken. Het leven viel haar soms zwaar. Ik heb haar nooit teruggezien. Wat is er van haar geworden? Ik denk aan twee andere t’s: zullen ze het redden? Ik denk aan mezelf, maar zeg niets. Over sommige dingen praat je niet.

Transgenders en zelfmoord horen bij elkaar. Voor transgenders die in de kast zitten, weten we het niet zeker. Cijfers ontbreken op dat punt. Voor transgenders die hun transitie hebben voltooid, is de stelling helaas maar al te waar.

Waarom stappen transgenders een tijd na hun transitie er tenslotte vaak uit? Heeft dat te maken met gebrek aan sociale acceptatie? Spelen andere factoren een belangrijke rol?

Eigenlijk is het probleem nog groter. Veel transgenders krijgen tenslotte een hartaanval of beroerte. Vaak zijn die net als zelfmoord het gevolg van langdurige, psychosociale stress. Maar is daarmee alles gezegd?

Als ik systematisch alles probeer na te lopen, zijn er akelig veel punten waarom t’s kwetsbaarder zijn dan andere mensen. Het is een lange lijst en je wordt er niet vrolijk van.

Laat ik daarom de vraag omdraaien. Wat kunnen we er tegen doen? Hoe kunnen we zorgen dat we als t overleven?


In de kast

Om te begrijpen waarom transgenders het tenslotte vaak niet redden, moet ik beginnen bij het begin. Transgenders ontwikkelen zich in de kast. Met de kast bedoel ik de eigen kamer of het eigen huis met de gordijnen dicht. Een enkele keer ontwikkelt een t zich op hotelkamers of in de auto of buiten. Maar het eerste begin is bijna altijd stiekem.

Bij mij bestond het eerste begin uit het zien van een serie naaktopnamen in de Franse Vogue. Eigenlijk was het daarvoor al begonnen, want bij het zien van die foto’s, dacht ik: verdorie, dat kan ik ook. Een gedachte waar je als 13-jarige jongen normaal niet opkomt. Ik toog naar zolder, maakte stiekem een provisorische studio en fotografeerde mezelf in dezelfde houdingen als de Vogue meiden. Ik denk dat mijn foto’s op geen enkele manier konden tippen aan de Vogue-foto’s, maar ik was diep onder de indruk. Van een nogal mislukt jongetje had ik mezelf getransformeerd in een prachtige Vogue-vrouw. Mijn droom leek bijna werkelijkheid te worden.

Die werkelijkheid werd wreed verstoord doordat mijn broer de negatieven vond. Ik was niet langer de enige die wist van mijn vreemde liefhebberij en dat maakte me vreselijk kwaad, maar ook heel verdrietig. Mijn positie tegenover mijn broer was er niet sterker op geworden. Wat ik me toen niet realiseerde, was dat ik door deze ervaring al heel jong ook een beetje uit de kast gekomen was. Maar normaal blijven we als transgenders lang in die kast.

Dat stiekeme verblijf in de kast heeft een hele serie ingrijpende gevolgen, waar we als transgenders normaal niet bij stil staan. Alle tijd die we in de kast doorbrengen, brengen we niet door met andere mensen. Doordat we graag veel tijd in die kast doorbrengen, leidt dat uiteindelijk tot minder sociale contacten. Het sociale netwerk waar we inzitten, wordt dunner.

Nu ga ik even snel. We raken op sterk betrokken op onszelf. We krijgen een andere, afwijkende smaak wat kleding en uiterlijk betreft. En we gaan ons aangetrokken voelen tot een andere sekserol. We ontwikkelen in de kast een sterke gewoonte om te fantaseren en onze eigen virtuele wereld te verzinnen. Door het langdurige verblijf in de kast gaan we onze eigen emoties als zaligmakend criterium zien. In de kast gaan we ons tenslotte eenzaam en depri voelen, doordat we er te lang alleen in zitten. Door het verblijf in die kast zoeken we ook minder gemotiveerd naar een partner, wanneer we die nog niet hadden.

Dus wat dit betreft: kom uit die kast en blijf eruit. (Aan de andere kant is die kast lekker veilig, dus als het bevalt en als je het daar kunt uithouden: blijf er vooral lekker in zitten.)


Coming-out

Wanneer ben je uit de kast? Uit de kast komen of ‘coming out’ betekent zoveel als jezelf presenteren aan het publiek als transgender. ‘Hallo wereld, kijk naar mij. Ik ben geen man, ik ben geen vrouw, ik ben transgender.’

Er zijn niet veel transgenders die dat echt durven zeggen. Het staat een beetje haaks op wat een transgender graag wil zijn. We lopen in rok op straat, maar zijn gewoon man, zeggen mannen-in-rok. Of we waren man en zijn nu gewoon vrouw, zeggen transvrouwen. Of we gaan winkelen als vrouw en denken dat niemand ziet, dat er iets niet klopt. In de praktijk zijn er dus weinig transgenders echt uit de kast. Ze lopen op straat, ze nemen deel aan vergaderingen, ze hebben een baan, maar bijna nooit zeggen ze openlijk dat ze transgender zijn.

Daarmee maken ze het leven voor zichzelf een stuk lastiger. Want een transgender die zichzelf niet durft te accepteren voor wat hij/zij is, kan moeilijk verwachten dat andere mensen hem/haar wel accepteren. Toch verwachten transgenders dat juist wel. Je was een biologische man, je ziet eruit als man, je hebt een mannenstem, je gedraagt je als man, maar je bent ‘vrouw’, zeg je. Andere mensen die je ontmoet, doen natuurlijk alsof ze die wens respecteren, maar uiteindelijk maakt die wens acceptatie door de omgeving niet echt gemakkelijker.

Er is nog een ander probleem. Het openlijk leven als t gaat gepaard met pijnlijke ervaringen. Een relatie die verbroken wordt. Problemen op het werk. Ontslag of de dreiging daarvan. Kinderen die het contact verbreken. Vrienden die het laten afweten. Kennissen die er geen zin meer in hebben. Die pijnlijke ervaringen horen bij het openlijk leven als t. Dat is oneerlijk en t’s zouden daar iets aan moeten doen. Maar wat gebeurt er?

De meeste t’s zien zichzelf niet als t. Het gevolg daarvan is, dat ze geen kader hebben om die pijnlijke ervaringen te zien en te plaatsen. Men wil je niet langer. Maar je ziet jezelf als normale man of als normale vrouw. Het t-zijn kan dus onmogelijk de reden zijn voor die afwijzing. Doordat de t zichzelf niet durft te accepteren, kan zij ook niet accepteren dat andere mensen haar afwijzen alleen op grond van haar t-zijn. De t doet dus alsof alles volstrekt normaal is. Ze onderneemt geen actie, ze toont zich niet openlijk verontwaardigd. Nee, iedereen is lief, aardig en vol begrip, houdt ze dapper vol. Uiteindelijk houdt ze daarmee zichzelf vooral voor de gek en maakt ze de verwerking van dit soort gebeurtenissen alleen maar moeilijker.

Mijn eigen coming-out was rond mijn 45-ste. Aan de ene kant wilde ik graag af van de geheimzinnigheid, aan de andere kant was het duidelijk dat veel mensen met mijn travestie-gewoonte op de hoogte waren en dat dit veel problemen leverde. Door openlijk uit de kast te komen, hoopte ik op meer acceptatie. In de praktijk werd die hoop niet bevestigd. Juist de mensen die voor mij belangrijk waren, zaten als het ware niet te wachten op dat uit de kast komen.

Bij de (beperkte) coming-out van transgenders komen deze twee punten vaak terug. De transgender zit al in de problemen en ziet een coming-out als een oplossing. Uiteindelijk blijkt dan dat de acceptatie na de coming-out tegenvalt, terwijl de problemen zich vermeerderd hebben.


Geestelijke transitie

Als we op deze punten iets realistischer zouden worden, zou er vermoedelijk al veel gewonnen zijn. Dus durf hardop tegen mensen dat simpele zinnetje te zeggen: ‘Ik ben transgender.’ Realiseer je dat een coming out geen problemen oplost, maar juist zorgt voor extra problemen. En zet die grote roze bril af, waarmee we in de kast het liefst die heerlijke, grote wereld bekijken.

Ik denk dus niet dat het de grote, boze wereld is. Het is ons langdurige verblijf in de kast, het is dat we onszelf niet durven accepteren en het is onze grote roze bril waardoor we het tenslotte niet volhouden. Natuurlijk zijn er nog meer punten die een rol spelen, ik hoop daar volgende keer op in te gaan, maar uiteindelijk liggen ze allemaal in hetzelfde vlak.

Of om het anders te formuleren: het is niet de sekse, het zijn niet de geslachtsorganen, het is niet het lichaam, het is niet hoe vrouwelijk we overkomen, het is niet de wereld, het ligt niet aan andere mensen, het probleem zit vooral bij ons zelf, bij onze eigen opvattingen. Openlijk leven als transgender vereist een totaal andere attitude dan leven in de kast. Die geestelijke switch is moeilijk en lukt niet altijd. Ik noem dat de geestelijke transitie. Die geestelijke transitie bepaalt uiteindelijk of we het volhouden. Niet de lichamelijke.

Volgende keer meer over het onderwerp: overleven als t.

--------------
* Eerder gepubliceerd in Transformatie 28, nummer 2 (2011),

8 reacties

Anonymous Anoniem zei...

Beste Mik.
Ik vind dit een zeer sterk en waar verhaal.Ik zelf zit al jaren in de kast en heb het geluk dat mijn vrouw het volledig accepteerd,en mijn kast een huis met een tuin is,maar ook ik heb overwogen om uit de kast te komen,maar de voor en nadelen tegen elkaar zettende, ben ik tot de conclusie gekomen, dat ik er beter in kan blijven.Maar net zoals jij schrijft zijn ook mijn sociale contacten tot een minimum beperkt.

Groetjes Florence.

maandag, augustus 01, 2011  
Anonymous Anoniem zei...

Beste Mik,

Helemaal mee eens, met dit verhaal.
In de kast is het tot op zekere hoogte plezierig, maar je vereenzaamt en het holt je relatie uit, als je die hebt. Uit de kast wachten grotere problemen. Wat is beter? Ik weet het niet.

Waar ik het niet helemaal mee eens ben is de roze bril waar je het over hebt.
De metafoor is duidelijk, maar slaat de plank een beetje mis, ben ik bang. Als transgenders de buitenwereld werkelijk door een roze bril bekijken, dan zouden ze toch allemaal uit de kast moeten komen? De buitenwereld is toch immers zo mooi en lief?

Maar dat is niet het geval; verreweg de meeste transgenders blijven angstvallig in de kast zitten. Dat is niet voor niets; dat is omdat ze heus wel weten welke problemen daar wachten. Die bril waarmee ze naar de buitenwereld kijken is dus toch niet zo roze als jij suggereert.
Hooguit is het zo dat ze die problemen toch nog onderschatten. En onderschatting is een heel menselijke eigenschap.
De reden om uit de kast te komen is m.i. het resultaat van de afweging tussen de problemen die je al ervaart, en wat je verwacht na een coming out. En dat laatste wordt nog dus wel eens onderschat, maar of je dat nou een roze bril moet noemen?

Het punt is eigenlijk dat dit niet de juiste reden is om uit de kast te komen. Als je verwacht dat een coming out de problemen oplost, kom je bedrogen uit. Maar een coming out kan wel helpen om jezelf de ruimte te bieden om jezelf te zijn, en het maakt het tevens mogelijk om de problemen die je ervaart, te benoemen. Dat maakt je weerbaarder en het versterkt je positie. Maar je zult evengoed wel op de barricaden moeten.

Wat ik wel denk is dat een switch van het ene geslacht naar het andere uiteindelijk niets brengt.
Je krijgt wat je wilt, maar je verliest tegelijkertijd ook weer andere dingen die je ook lief zijn en die ook bij je horen.
In feite conformeer je je met een switch nog steeds aan één van beide sexerollen, terwijl het eigenlijke probleem is dat je er een beetje tussenin zit. Je kunt je dus niet aan één van beide rollen conformeren omdat dan de andere rol verwaarloosd wordt.
Problemen die je ervaart worden door switchen ook niet opgelost. Per saldo ben je dus lang niet altijd beter af. Uiteindelijk krijg je daar toch last van. Of je die switch nu tijdelijk maakt (travestie) danwel permanent (transsexueel) doet er dan even niet toe. Elk van beiden geeft zo weer zijn eigen problemen denk ik.

Het werkelijke probleem is dus zelfacceptatie, zoals je al aangeeft.
Als je jezelf accepteert als transgender kun je het in ieder geval benoemen. Problemen waar je mee te maken krijgt kun je relateren aan je T-zijn. Verder brengt het eigenlijk niets. De mensen in je naaste omgeving zitten meestal niet te wachten op zo'n mededeling en weten ook niet goed wat ze ermee aan moeten. Vaak hebben ze er ook een negatief beeld cq negatieve mening over en zijn ze bang voor negatieve gevolgen in de sociale omgeving (werk, familie, vrienden, etc.).

Transgender zijn is in zekere zin een vloek waar je mee moet leren (over)leven.
Ik kijk uit naar je volgende notitie met overlevingstips!

Groetjes,
Treintje

maandag, augustus 22, 2011  
Blogger Mik van Es zei...

Hallo Treintje,

Hartelijk dank voor je bijdrage.

Jij gelooft niet zo in die 'roze bril', omdat jij de situatie buiten de kast niet onverdeeld positief inschat. En zoals jij zijn er natuurlijk heel veel transgenders die zich realiseren dat de buitenwerld niet de plaats is waar je als transgender wilt zijn. Dat klopt, daar heb je gelijk in.

Maar de transgenders die tenslotte wel uit de kast komen, schatten die buitenwereld bijna altijd heel positief in. Ik heb het zelf gehad. Ik merk het bij anderen. Zonder die positieve inschatting kom je namelijk niet uit die veilige kast.

Ik heb het net weer gemerkt. Iemand die net uit de kast is en dus in feite nog amper ervaring heeft, weet het heel zeker: er wacht haar een heerlijke, nieuwe wereld.

De reacties doen me denken aan een soort romantische verliefdheid. Ik ben in haar ogen een onbegrijpelijke zeurpiet met al die sombere verhalen.

Dat enthousiasme is zo groot, dat je er tenslotte bijna gewoon door meegenomen wordt. Maar als die wereld voor haar net zo is als voor al die andere transgenders, wat ik niet hoop, dan is de botsing tenslotte onvoorstelbaar heftig en daar is ze volledig niet op voorbereid.

Ik vind het belangrijk dat je -- zodra je uit de kast bent -- voor jezelf accepteert en je voortduurt weer realiseert, dat je transgender bent. Want daardoor realiseer je je automatisch dat heel veel zaken die je vroeger (als gewoon mens) voor vanzelfsprekend hield, dat opeens niet langer zijn.

En zodra je je dat realiseert, stel je je daarop in. Vergelijk het met een geweer dat een afwijking heeft. Zodra je weet, welke afwijking het heeft, hou je daar rekening mee en schiet je weer raak.

Groetjes,

Mik

dinsdag, augustus 23, 2011  
Anonymous Anoniem zei...

Beste Mik,
Dankjewel voor het delen van je verhaal en wat mij betreft sla je de spijker op z'n kop. Maar wat weet ik ervan, als doodordinaire geboren vrouw die nooit de wens gehad/gekend heeft man te willen zijn.. Een vriend van me is 'in transitie', zoals dat zo mooi heet. Ik moet dus eigenlijk al zeggen: vriendin. Nouja.. Eerlijk gezegd is het tussen haar en mij ergens onderweg spaak gelopen. En het ogenschijnlijk kleine verschil tussen zeggen: 'Ik ben nu een vrouw en wens (nee, eis) dat anderen dat meer dan 100% begrijpen en mij niet op mijn tenen trappen.' of zeggen: 'Ik ben transgender.' met de bijbehorende consequenties (lang niet altijd leuk maar wel veel realistischer) heeft voor mij alles uit gemaakt.
En ik ben bang dat dat ook voor haar zo zal zijn: ik vrees dat zij inderdaad een van die mensen zal zijn voor wie de operatie niet als bij toverslag 'alles' oplost. Ik hoop voor haar van harte dat ik er naast zit natuurlijk. In elk geval heeft het lezen van jouw artikel me het gevoel gegeven dat het niet alleen maar aan mij/mijn onbegrip ligt dat we niet meer door een deur kunnen. En daar zit 'm denk ik ook een deel, vanuit het perspectief van niet-trans mensen naar transseksuelen toe: natuurlijk zal ik haar wens respecteren en mijn uiterste best doen haar volledig te behandelen als vrouw, als dat voor haar zo belangrijk is. Maar tegelijkertijd denk ik toch: je bent niet als vrouw geboren en je hebt zo'n groot deel van je leven als man geleefd: een vrouw zoals de meeste vrouwen zul je nooit worden. Als inderdaad de hoop is om een 'echte' (wat dat ook mag zijn) vrouw te worden,zul je als tg in veel gevallen van een koude kermis thuis komen. Zeker als je al een stuk ouder bent voor je in transitie gaat en je uiterlijk niet van zichzelf al een beetje vrouwelijk is.
Mijn ervaring -in dit geval en ik wil niet iedereen over een kam scheren- is met iemand die verwacht dat er na de operatie een prinses tevoorschijn komt die eindelijk haar sprookje kan gaan leven. Inclusief mannen die haar zullen nafluiten en 'lekker ding' noemen. Dat vind ik ronduit zorgwekkend.
En moeilijk: wie ben ik om te zeggen: 'Uh.. tussen een vrouw zijn en 'een lekker ding' zijn, zitten nog een heleboel gradaties...' Al is het de leeftijd maar. Een 'lekker ding' is meestal ook een jong ding..

Kortom: een totaal onrealistisch toekomstbeeld. Ik houd mijn hart vast.

woensdag, augustus 31, 2011  
Anonymous Anoniem zei...

En ik neem het de artsen en psychologen kwalijk dat zij transgenders min of meer dwingen totaal van identiteit te veranderen (anders krijg je de hele operatie niet, als ik het goed begrepen heb?), in plaats van hen te steunen in de groei naar transseksueel zijn, inderdaad, een derde sekse zoals jij ergens schrijft. Steun bij een geslachtsverandering,zonder dat daarbij het hele verleden uitgewist hoeft te worden.
Zodat een tg zich bijvoorbeeld ook niet hoeft af te vragen of een ‘mannenbaan’ nog wel kan, straks.
Waarom niet? Er zijn tegenwoordig wel meer vrouwen in 'mannenbanen' en andersom. 't Is 2011, weet je..

Zwartwit denken gaat acceptatie niet helpen, zelfacceptatie niet, acceptatie door de buitenwereld niet. De manier waarop -voorzover ik begrepen heb- het hele traject werkt, wordt het zwartwit denken gestimuleerd. Het man-zijn moet volledig verdwijnen en plaats maken voor volledig vrouw zijn. Sja en ga maar eens uitzoeken wat dat is, vrouw zijn, als je als man bent geboren, opgevoed en opgegroeid. Nog los van wat dat is, een 100% vrouw of man.
En waarom? Waarom kun je niet gewoon je unieke zelf zijn, al dan niet met aangepaste uiterlijke kenmerken? De medische wereld schrijft in feite voor dat je -als transgender- in hokjes blijft denken. Als redelijk geëmancipeerde vrouw vind ik dat een kwalijke zaak. Niet alleen vanwege de vaak conservatieve aannames (vrouwbeeld, manbeeld), ook voor het welzijn van transseksuelen.
Je dag en nacht moeten afvragen of dit gebaartje, dat woord, deze houding etc. etc. wel vrouwelijk genoeg is.. Dat is toch geen doen? Waar blijft je eigenheid dan? En ook hier: het strookt niet met de realiteit.
Sjeumig, loop op een ochtend over de markt en zie hoe veel geboren vrouwen als lompe koeien over de kasseien bonken zonder zich af te vragen of dat wel kan, als vrouw zijnde.
Terwijl er aan de andere kant veel mannen zijn die zich van nature gracieuzer bewegen dan de gemiddelde vrouw.
'Vrouw' of 'man' zijn is -afgezien van genitale kenmerken- geen eenvoudig optelsommetje van eigenschappen.
Veel eigenschappen horen gewoon bij jou, als uniek mens en zijn niet bepaald door je geslacht. Er zijn lompe, seksistische vrouwen en er zijn verfijnde, sierlijke mannen. Homo's, hetero's, lesbo's. Travestieten en transseksuelen.

Ofwel: waarom moet een geslachtsverandering, op zichzelf al ingrijpend genoeg, ook nog gepaard gaan met een (deels door de artsen afgedwongen) totale identiteitscrisis? Waarom mag je als transseksueel niet androgyn zijn, met zowel mannelijke als vrouwelijke eigenschappen, zoals elk mens in meerdere of mindere mate heeft? Waarom moet je zonodig van het ene in het andere hokje? Hoe groot de opluchting vaak ook zal zijn na een geslachtsverandering: de nieuwe 'kast' van angst voor alles wat er misschien te mannelijk uit ziet lijkt me ook geen pretje...

woensdag, augustus 31, 2011  
Blogger Mik van Es zei...

Hartelijk dank voor je uitgebreide reactie.

Ja, transgenders hebben een droom. Die droom groeit in de kast. Daar worden we verliefd op dat droombeeld. En tenslotte komen we uit de kast om die droom te realiseren. En dan wordt dat droombeeld kapot geslagen door de harde werkelijkheid. En meestal is dat meer dan wat we aankunnen, helaas.

donderdag, september 01, 2011  
Anonymous Anoniem zei...

Ik moet heel erg denken aan een Oosterse wijsheid dat het voor een mens niet gezond is om te lang naar zijn reflectie te staren. Voor tg's letterlijk misschien?

woensdag, september 21, 2011  
Anonymous Anoniem zei...

@Anoniem (31 augustus, 2e reactie):

Waar haal je dat rare idee vandaan dat je je verleden zou moeten opgeven als je een behandeling wilt?

Ik heb bij het genderteam geen enkele druk ondervonden om mijn verleden te moeten opgeven. Of om te moeten conformeren aan standaard genderstereotiepen. Er klopt echt helemaal niets van wat je allemaal schrijft.

dinsdag, oktober 04, 2011  

Een reactie posten